25 jaar Song van het Jaar: 1990

VPRO kiest kleur met Living Colour

Gijsbert Kamer ,

De Song van het Jaar is jarig. In 1985 was de eerste, donderdag 16 december vindt de uitzending van dit jaar plaats. Gijsbert Kamer van de Volkskrant duikt de komende maand voor 3VOOR12 in het immense Song van het Jaar archief. Voor tijdens het lezen: de grote Song van het Jaar shuffle playlist op Spotify. 2017 tracks, vijf dagen muziek.

VPRO kiest kleur met Living Colour

Ongekend populair onder VPRO luisteraars waren in 1990 nog altijd de Pixies. In 1988 stonden ze bovenaan menig jaarlijstje met Surfer Rosa, in 1989 maakten ze hun misschien wel beste album Doolittle en in 1990 verscheen het ook bepaald niet misselijke Bossanova. Ze hadden zomaar voor het derde achtereenvolgende jaar de Song Van Het Jaar competitie kunnen winnen met Velouria als daar Living Colour niet een stokje voor gestoken had.

Time's Up was het tweede album van deze New Yorkse rockband die een paar jaar eerder had gedebuteerd met Vivid. Hun belangrijkste kenmerk, of zoals dat in marketing-termen heet unique selling point was dat het hier een zwarte band betrof die klonk als een blanke rockgroep. Gitarist Vernon Reid werd Jimi Hendrix-achtige kwaliteiten toegedicht terwijl zanger Corey Glover een machtige stem had.

Was het eerste album nog wat wisselvallig, met Time's Up nam de band alle twijfel weg. Zwarte rock 'n roll zoals we dat nog nooit gehoord hadden. Prijsnummer was onmiskenbaar Love Rears It's Ugly Head, dat geheel volgens verwachting de competitie voor Song Van Het Jaar won.

Aardig is dat de lijst net als in voorgaande jaren nauwelijks echt grote hits van dat jaar bevat. Zo was de best verkopende single in 1990 Nothing Compares To You van Sinead O'Connor. Daar zoek je hier vergeefs naar. Maar ook toch aardige nummers als Adamski's Killer en de dansvloerhit Power van Snap!, staat niet bij de honderd beste liedjes door VPRO's Hitteam geselecteerd.


Wel zie je langzaam toch weer wat Britse bandjes de lijst insluipen. Het was het jaar waarin de Happy Mondays doorbraken, de Stone Roses hun vermaarde Spike Island concert gaven en The Charlatans debuteerden. In Engeland was de kruisbestuiving tussen house en gitaarpop een heuse rage geworden en Manchester de belangrijkste muziekstad van het land, en in de ogen van veel Britten, zelfs van de hele wereld geworden.

Mijn nummer 1 dat jaar was Step On van de Happy Mondays, maar daar mocht je niet op stemmen. Wel op die andere single uit dat jaar: Kinky Afro, dat de negentiende plaats behaalde.

Maar het was ook dit jaar wel duidelijk waar de voorkeur van de luisteraars naar uitging: naar Amerikaanse rock. En die was bezig leentjebuur te spelen bij andere genres als funk en hiphop. Zie bijvoorbeeld Epic van Faith No More, op 7. Of Kool Thing van Sonic Youth, die op dat nummer (4 in de SVHJ) gebruik maakte van de diensten van Public Enemy's Chuck D.


Lotje IJzermans weet nog goed hoe er in die tijd iedere week haast wel weer een nieuw Amerikaans bandje de crossover maakte naar zwarte muziekstijlen. 'Heel leerzaam want toen ik bij de radio kwam wist ik helemaal niks van funk.' Helemaal nieuw vond ze het geluid van bands als Living Colour overigens niet. 'Een paar jaar eerder hadden we de Bad Brains al. Een deels zwarte rockband die met reggae hetzelfde deed als veel bands even later met funk.'

Maar niet alles vond ze even leuk. Zo begreep ze eigenlijk niet wat er nu zo lollig was aan de ingewikkelde funkrock van Primus. 'Maar dat soort bands was bij ons heel populair en kwam ook vaak spelen.'

Dat zou zo blijven, Amerikaanse bands op tournee vonden aan de Hilversumse 's-Gravelandseweg altijd gastvrije radioprogramma's. Maar toch dringt zich achteraf de vraag op, wat er eigenlijk van al die 'zwarte rock' is blijven hangen. Living Colour bleek hun hoogtepunt al snel te hebben bereikt en bands als 24 7 Spyz of Limbomaniacs, die waren ook weer snel van het toneel verdwenen.