Minco Eggersman verlangt naar de oud-testamentische God

“Bij sommige nummers heb ik daadwerkelijk gehuild, zo dicht lag het bij me”

Atze de Vrieze ,

Begin 2009 werd Minco Eggersman ziek en raakte hij in een persoonlijk dip. Die schreef hij van zich af in een klein kerkje in Amerika, met een domineespak en een bijbel van tien kilo. “Ik ben bijna 33. Als je twintig bent geloof je ergens heel sterk in, of je nu christen bent of veganist. Nu is het moment om mijn keuzes opnieuw te wegen.”

“Bij sommige nummers heb ik daadwerkelijk gehuild, zo dicht lag het bij me”

“Die twijfel heb ik misschien wel van mijn opa.” Minco Eggersman zegt het met een zekere trots. “En mijn vader stuurde me onlangs een ontroerende briefkaart dat hij mijn twijfels herkende.” De frontman van at the close of every day komt kennelijk niet uit een standvastig geslacht, maar dat ziet hij niet per se als een slechte eigenschap. Al is het niet altijd een pretje. Afgelopen jaar belandde Eggersman in een diepe dip, die leidde tot het album Hamden, uitgebracht onder zijn artiestennaam ME. “Het zal met mijn leeftijd te maken hebben”, zegt hij. “Ik ben bijna 33. Als je twintig bent geloof je ergens heel sterk in, of je nu christen bent of veganist. Nu is het moment om mijn keuzes opnieuw te wegen.”

Minco Eggersman is geen veganist, hij is christen. Daar heeft hij nooit een geheim van gemaakt, maar het is niet zo – zoals mensen soms denken – dat al zijn muziek over het geloof gaat. Eggersman zat in het verleden in bands als Kryptonite Garden en Rollercoaster 23, de laatste jaren is hij vooral actief met zijn eigen band at the close of every day. Zijn Hamden-album gaat grotendeels wel over het geloof. In een nummer als Weightless spreekt hij Hem zelfs rechtstreeks aan. Dat kon ook bijna niet anders, want Eggersman nam het album op in een oud kerkje in Amerika. “Ik was ziek en down. Ik kon niet anders dan deze plek opzoeken. Met een bijbel van tien kilo en een domineespak. Alle clichés die ik jaren geleden overboord gegooid had.”

Achter het grootste cliché nam hij plaats: het kerkorgel. In de kerk van zijn ouders stond er ook een, maar daar speelde Eggersman nooit op. In plaats daarvan zat hij in zijn Iron Maiden shirt braaf de dienst uit, tot hij oud genoeg was om op zoek te gaan naar een kerk met een bandje. Het orgel in 'zijn' Amerikaanse kerkje zou gestemd zijn, maar dat was het niet. Het instrument belandde alsnog in het openingsnummer van de plaat, It's Out Of My Hands, dat de sfeer van de oude gereformeerde psalmen ademt. “De piano was ook vals. Normaal zou ik me daar als producer aan storen, maar dit keer mocht het rauw en gebroken klinken. Veel dingen zijn in één keer ingespeeld. Veel teksten heb ik 's avond heel laat gezongen, en ik geef toe dat ik bij een aantal nummers daadwerkelijk gehuild heb. Zo dicht lag het bij me. Er was geen internet en geen tv daar, dus ik was echt op mezelf aangewezen. Dan voel je weer dat je leeft, een tinteling op je huid.”
 
De belangrijkste vraag die Eggersman had: wie is God en wat stelt hij vandaag de dag voor mij voor? “De laatste jaren zijn moderne uitingen van het geloof steeds verder van me af gaan staan. Ik stoorde me aan de manier waarop God behandeld wordt als een soort sinterklaas, die bijna in je broekzak zit en die oproepbaar is als jij dat prettig acht. Ik verlangde terug naar het rotsvaste vertrouwen in een God die op gepaste afstand gehouden wordt. Daar heb ik me altijd stiekem toe aangetrokken gevoeld. Ik kom oorspronkelijk uit de gereformeerde kerk. De oude psalmen daar bijvoorbeeld heb ik altijd mooi gevonden. Voor mij was het dus logisch om zo'n oud kerkje op te zoeken en daar mijn gedachten om te zetten in noten.”

Dat rotsvaste vertrouwen in de Schepper, gewoon goed doen voor je naaste en verder niet zeuren, dat klinkt makkelijker dan het is, weet Eggersman best. Hoewel het nu een stuk beter met hem gaat dan een jaar geleden, zijn nog niet al zijn vragen beantwoord. En misschien gaat dat ook wel niet gebeuren. Ook muzikaal is hij een zoeker. Niet voor niets liet hij zich voor Hamden vooral inspireren door David Sylvian. “David Sylvian is een revelatie voor mij”, vertelt hij. “Ik heb hem pas recent ontdekt, ironisch genoeg drie maanden nadat hij zijn laatste concert ooit gegeven heeft. Dead Bees On A Cake, Gone To Earth, een latere plaat als Camphor, ik vind ze prachtig. Ik heb alles gekocht, zelfs de Weatherbox, die 200 euro kostte op eBay. Ook hij is een enorme zoeker. Op persoonlijk vlak, maar ook muzikaal. Hij is ver gegaan, te ver zelfs. Aan het einde van zijn carrière heeft hij de pop definitief los gelaten. Zelf merk ik dat ik toch altijd naar een refrein toe moet. Jammen bijvoorbeeld vind ik afschuwelijk. Net als democratie in een band, weg ermee. Aan de andere kant ben ik ook niet op zoek naar het perfecte popliedje. Voor mijn gevoel beheers ik dat. Tien jaar terug had ik nooit gedacht dat ik ooit een nummer van acht minuten zou maken, zoals Surreal op dit album.”

Eggersman is niet bang met zijn twijfel een deel van zijn publiek af te schrikken. “Onze fans zijn juist mensen die met dezelfde twijfels zitten. Zij zullen zich niet verraden voelen, maar het juist herkennen. We hebben nooit heel erg bij de EO-scene gehoord. Ik heb altijd mijn eigen koers gevaren. Daar ben ik ook wel eens op afgerekend, maar dat vind ik niet erg.” Zo is het ook niet erg dat zijn muziek maar één kant van zijn persoon laat zien, de sombere kant. In werkelijkheid is Eggersman een opgewekte man en actief labeleigenaar. “Ik heb gewoon nooit zo de behoefte mezelf muzikaal te uiten als ik me goed voel. De laatste jaren maak ik veel soundtracks, een droom die uitkomt. Het blijkt dat ik een niche gevonden heb. Filmmakers als Jaap van Heusden, maar ook documentairemakers van Zembla, vinden dat de muziek die ik maak goed past bij hun werk. Het authentieke spreekt ze aan. Maar ook daar merk ik dat ik meer moeite heb met een opgewekt openingsnummer dat het begin van een nieuwe dag moet begeleiden. Vrolijke muziek, daar heb ik niet zo veel mee.”

Hamden van ME verschijnt op Volkoren/Munich. Minco Eggersman presenteert het 19 mei in Paradiso en doet vervolgens een korte tour door Nederland.