Akelig perfecte Editors spannend met synths

Sprong in het diepe zonder gitaren

Atze de Vrieze ,

Voor een festivalset van een uur heeft Editors inmiddels meer dan genoeg goede songs. Van alle bands die teruggrijpen op het massieve geluid van de donkere jaren tachtig is Editors op het moment de overtuigendste.

Sprong in het diepe zonder gitaren

Editors geen humor? En die He-Man action figures op de gitaarversterker dan? De band uit Birmingham heeft vanaf het begin moeten vechten tegen allerlei vooroordelen. Zanger Tom Smith legde vorig jaar nog in een brief aan de pers uit dat ze niet zo door moesten zeuren over de vraag waarom zijn band van die donkere muziek maakt. Ze houden nu eenmaal van grijs, wat moet daar nog aan toegevoegd worden? En dus komt net op tijd een wolk voor de zon en speelt Editors een van zijn beste shows op Nederlandse bodem. En dat zijn er de afgelopen jaren nogal wat geweest.

CONCERT
Editors, Pinkpop mainstage, zaterdag 29 mei 2010

MUZIEK
Na het monumentale album An End Has A Start was Editors eigenlijk een beetje klaar. Het grote gitaargeluid tot in de perfectie uitgevoerd, vijf hits erbij. Over en sluiten. Het ergste wat een band kan overkomen als je show 'degelijk' genoemd wordt. Met het derde album In This Light And On This Evening moest een stap gemaakt worden. Het werd een sprong in het diepe. Het leek wat geforceerd: alle gitaren de deur uit, synthesizers erin. Het album werd wisselend ontvangen, maar op Pinkpop blijkt dat er genoeg goed materiaal op stond om de set net wat spannender te maken.

PLUS
Het titelnummer van dat derde album bijvoorbeeld, vanmiddag set-opener. Een langzame, zwart romantische synthsong, die pas na een minuut of drie open knalt. Of Bricks and Mortar, met een vreemde-samples-solo. Of de nieuwe single Eat Raw Meat = Blood Drool, een typisch voorbeeld van Tom Smiths voorliefde voor sinistere, filmische beeldspraak. Het is een song die echt de diepte in gaat, om op een fenomenale manier terug te keren naar de hook. Er zijn mensen die Editors een klinische band vinden. Dat komt vooral door de akelige perfectie waarmee de band speelt. Begrijpelijk, maar wie goed oplet kan ook genieten van de nerveuze trekjes van de frontman. Die zijn echt, hooguit wat uitvergroot. Voor een festivalset van een uur heeft de band inmiddels meer dan genoeg goede songs, netjes afgewisseld per album. 

MIN
Eén nummer kent duidelijk bijna niemand op het Pinkpopveld, No Sound But The Wind, een liedje van de Twilight Saga soundtrack. Het is het enige echte inkakmomentje, ook omdat Tom Smith het in zijn eentje op de piano speelt. Direct daarna zet hij wel Smokers Outside A Hospital Door in, nog altijd de grootste hit met de meeste dynamiek. Voor de rest speelt de band juist opvallend stuwend. Die pyro bij slotsong Papillon past eigenlijk niet zo bij Editors. Want hoewel Tom Smith het grote gebaar in de vingers heeft, is hij alles behalve een volksmenner. Dat is ergens wel jammer, want zo pakt de band niet gemakkelijk het hele veld in.

CONCLUSIE
Hoe sterk dat tweede album ook was, Editors kwam niet af van het verwijt dat het stijlen kopieerde en dat alle liedjes op elkaar leken. Dankzij de nieuwe plaat zijn we daar nu vanaf. Van alle bands die teruggrijpen op het massieve geluid van de donkere jaren tachtig is dit op het moment de overtuigendste. Interpol is zo langzamerhand op een zijspoor gekomen, ons eigen Moke wordt door Editors in één hap opgegeten, met huid, haar én Metropole Orkest.

CIJFER
8

Meer Editors op Pinkpop 2010 op