3VOOR12 bespreekt Album van de Week (18): The National

High Violet is groots zonder pathetisch te worden

Atze de Vrieze ,

Vier albums deed The National er over om door te breken, met het vijfde album High Violet is de band uit New York definitief geen underdog meer. High Violet klinkt als een sobere plaat, maar voor wie goed luistert openbaart zich juist een enorme muzikale rijkdom.

High Violet is groots zonder pathetisch te worden

Zanger Matt Berninger van The National is een mompelaar, maar wel een mooie mompelaar. Een zanger zonder supersterrenaura. Integendeel: zijn warme, diepe stem heeft weliswaar veel karakter, maar je zou hem toch zo voorbij kunnen lopen. Ten onrechte. Liefhebbers van de band uit New York weten beter. Ze voelen zich juist aangetrokken tot de ietwat sombere schaduw die over het werk van deze band hangt. Die groep liefhebbers groeit gestaag, vanaf het derde album Alligator en doorbraakplaat Boxer naar deze vijfde: High Violet. Een album met een zeldzame balans: groots, maar niet pathetisch.

The National staat officieel te boek als band uit Brooklyn, New York, maar de vijf heren (waaronder twee setjes broers) zijn allemaal afkomstig uit Cincinnati, Ohio. Met de recente golf indiehypes uit hun deel van New York heeft deze band dan ook weinig van doen. Ook High Violet is een slow burner. Dat flegmatieke in Berninger’s vocalen zorgt ervoor dat High Violet sober klinkt, terwijl het dat objectief gezien helemaal niet is. Wie goed luistert, hoort juist een enorme muzikale rijkdom. Vrijwel elk nummer is aangekleed met strijkers, synthesizers, zelfs blazers. 

Tegenover de ingehouden kern van de songs staan fantasierijke arrangementen. Zo is het een genot om tijdens opener Terrible Love alleen naar de drums van Bryan Devendorf te luisteren. Ze zijn tegengesteld aan de natuurlijke flow van het liedje en worden gaandeweg steeds meer overstuurd. Zonder dat je het door hebt, ben je na vier minuten al door de eerste climax van het album heen. Veel bands die teruggrijpen op een somber jaren-tachtig-geluid – Interpol, Editors – doen dat met felle drums en weidse gitaren, The National maakt juist indruk met trage, statige trommels en een piano op ballade England, een van de hoogtepunten van de plaat.

Een ode aan het regenachtige Engeland is niet vreemd. Het muzikale voorland van de band ligt er, maar ook hedendaagse referenties zijn niet vreemd. Neem een band als Tindersticks, of beter nog: Elbow. Ook zo’n band die rijping nodig had en doorbrak met album nummer vier. Ze hebben meer met elkaar gemeen: een doordacht, verzorgd geluid en cryptische, licht romantische teksten. In veel gevallen is moeilijk vast te pinnen waar de songs over gaan, maar Berninger zorgt ervoor dat bepaalde zinnen en beelden blijven hangen. In Little Faith bijvoorbeeld zingt hij over een bijzondere variant op het aloude spel vadertje-en-moedertje: ‘We’ll play nuns versus priests until somebody cries’. Even verderop het isolement van ‘I’m afraid of everyone’, met een bitter ‘with my kid on my shoulders I try not to hurt anybody I like / But I don’t have the drugs to sort it out’.

Radiosingles zijn op High Violet niet te vinden, wel twee songs die er nadrukkelijk bovenuit steken: het nostalgische Bloodbuzz Ohio (‘I was carried to Ohio in a swarm of bees’) en Anyone’s Ghost. Het zijn de hits in de eigen wereld die The National de afgelopen jaren voor zichzelf geschapen heeft.

High Violet verschijnt op 4AD/V2. Het album is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.