Martijn van Dam (PvdA): “Iedere Nederlander recht op breedband”

Voorstel heeft mogelijk gevolgen voor uitvoering 'downloadverbod'

Atze de Vrieze ,

Iedere Nederlander heeft recht op breedband internet. Dat vindt PvdA Kamerlid Martijn van Dam. Hij heeft daarvoor vandaag een voorstel ingediend in een debat over ICT, zo maakte hij op zijn persoonlijke blog bekend.

Voorstel heeft mogelijk gevolgen voor uitvoering 'downloadverbod'

Iedere Nederlander heeft recht op breedband internet. Dat vindt PvdA Kamerlid Martijn van Dam. Hij heeft daarvoor vandaag een voorstel ingediend in een debat over ICT, zo maakte hij op zijn persoonlijke blog bekend. Vanaf 1 januari 2011 zou iedere Nederlander die garantie moeten krijgen. “Op dit moment heeft elke Nederlander recht op een telefoonverbinding”, zegt Van Dam. “Via de zogenaamde ‘Universele Dienstverplichting’ moet KPN iedereen aansluiten. In enkele Europese landen wordt de Universele Dienst aangepast. In Finland, Zweden en Spanje krijgen mensen recht op een breedband internetverbinding. In Finland en Zweden loopt de snelheid van die verbinding op naar 100 Mbps in respectievelijk 2015 en 2020.”

Met dit voorstel wil Van Dam internet vastleggen als een van de basisbehoeften van de burger. “Binnen 5 jaar moet iedere Nederlander een supersnelle verbinding kunnen krijgen tegen een gereguleerd tarief. Ook mensen die in dunbevolkte gebieden wonen. De kosten van de aanleg moeten de aanbieders samen delen via het zogenaamde UD-fonds. Daarin storten aanbieders een deel van de winst van aansluitingen in dichtbevolkte delen van het land. Zo kunnen ook aansluitingen in dorpen en buitengebieden worden gefinancierd. Zodoende krijgt elke Nederlander toegang tot internet met een supersnelle verbinding en hoeft geen kind in Nederland op te groeien zonder deze nieuwe mogelijkheden.” Het voorstel heeft ook een economische grondslag. “Het stimuleert bedrijven bijvoorbeeld om innovatieve diensten in vroeg stadium in Nederland te lanceren.”

Het PvdA-voorstel is zijdelings ook interessant in de discussie over een mogelijk verbod op downloaden uit illegale bron. Als sanctie bij dat verbod wordt regelmatig het afsluiten van de internetverbinding genoemd. Frankrijk bijvoorbeeld is een voorstander van de zogeheten three-strikes-out policy. Wie drie keer betrapt wordt op onrechtmatig handelen, kan van het web afgesloten worden. Opvallend aan het voorstel van Van Dam is dat hij pleit voor een recht op breedband internet. Dat zou ook een voorstel van de NVPI, de branchevereniging voor de entertainmentindustrie, blokkeren. Die stelde voor om hardnekkige downloaders niet keihard af te sluiten van het internet, maar wel de bandbreedte af te knijpen.

“Wij zijn sowieso geen voorstander van een downloadverbod”, zegt Van Dam. “Alleen al omdat het niet te handhaven is. Wie moet je straffen wanneer in een gezin met vier kinderen een persoon iets doet wat niet mag? Het hele gezin? Een collectieve strafbaarstelling kennen we in Nederland niet, alleen bij voetbalrellen.” De redenering dat het afknijpen van de bandbreedte mensen in staat stelt bijvoorbeeld hun bankzaken te regelen, klopt volgens Van Dam niet. “Mensen kunnen dan ook geen tv meer kijken, of YouTube filmpjes.”

Meest directe aanleiding voor het voorstel is het rapport van de Task Force Next Generation Networks, dat dinsdag gepresenteerd werd. “De commissie Crone kwam al met een reeks goede voorstellen om de aanleg van breedband te versnellen, maar concludeert dat in 2020 nog altijd 10% van de Nederlanders geen supersnel internet zal hebben.” Eind 2009 had volgens het CBS 93% van de Nederlandse huishoudens een internetverbinding. 79% had toegang tot breedband. Uitbreiding tot 100% is een kostbare aangelegenheid, denkt Niels Huybregts van XS4ALL. "Op dit moment wordt in grote steden in Nederland een glasvezelnetwerk aangelegd. Dat is al een kostbare klus, maar dat zal zeker gelden voor afgelegen boerderijen." Hoeveel het aanleg van breedband internet in heel Nederland zou kosten, is volgens Huybregts lastig in te schatten. 

Het voorstel van Van Dam zal op korte termijn sowieso nog niet kunnen leiden tot een nieuwe wet. Daarvoor is eerst een nieuw kabinet nodig. “Als het nieuwe kabinet niet met zo’n wet komt, kan ik het altijd nog zelf doen.”