Joost van Bellen in Miami: tussen de douchebags met mijn gezellige, romige figuurtje

Dagboek WMC: dag 6

Joost van Bellen ,

Joost van Bellen houdt een dagboek bij vanaf WInter Music Conference in Miami, waarin hij tot in detail zijn ervaringen opschrijft. Deel 6: "Het was er echt dood en dood eng. En dan daarbij nog eens die vervelende Pete Tong schreeuwend door de microfoon, ik trek die arrogante kwast echt niet."

Dagboek WMC: dag 6

DAG 6 / MIAMI WMC / VRIJDAG 26 MAART

VLEESBLUBBER, DOUCHEBAGS EN DE OELABOELA

 
Heerlijk 4 uur geslapen vanochtend, mijn stem begint het te begeven, mijn rug protesteert, mijn oren gillen en piepen en ik ga zo van een bevriende etalage poppen fabriek een paar nieuwe benen lenen en laten transplanteren. Zoals beloofd wilden we tot het gaatje gaan gisteren, maar dat gaatje is in Miami niet echt te vinden. Je kan hier 24 uur gewoon ‘gezellig’ doorgaan als je zou willen.

De opstart was wat moeilijk, 2 dagen dagboek typen, honderden mails beantwoorden en de grootste ruzie met mijn telefoon, die weigerde de foto’s voor dit dagboek af te staan aan de laptop. Soms kan ik daar woest van worden, apparaten die niet meteen doen wat je wilt, ‘ghost in the machine’ gedoe die kostbare tijd opslokt. Gelukkig regende het pijpenstelen in Miami, dus meer dan op je kamer zitten was er toch niet bij. We lazen op twitter dat het ene feest na het andere was gecanceld of gewoonweg leeg was of kampte met technische storingen. Het is eigenlijk het eerste jaar dat twitter volop gebruikt wordt hier, en dat is vaak reuze handig en vermakelijk, maar ook heel erg frustrerend. Om constant berichten lezen hoe leuk het wel niet hier en hoe geweldig het wel niet daar is doet je geen goed. En waar zat nu Mary J Blidge op Felix The Housecat te lapdancen? Waar deed Piff Duddy zijn feestje? Waarom waren we daar niet ook bij? En hoe konden we nu weten dat Major Lazer een spontaan optreden deed voor 800 zwarte kids wat ‘totally off the hook’ was?? Het geeft een constant gevoel dat je van alles mist, dat we het niet slim aanpakken hier. Maar dat is natuurlijk klinkklare onzin, je kan gewoonweg niet alles doen. En hoe frustrerend is het voor de thuis blijvers? Die constante flow van berichten van je helden vanuit hier?

Wel, laat het een pleister op de wond zijn: Miami kan ook afgrijselijk zijn. Na al die laptop versus Iphone paniek zijn we trillend van de liters espresso in een taxi gedoken en naar het Surfcomber hotel gegaan alwaar Pete Tong zijn jaarlijkse feest deed aan het zwembad. Aeroplane zou back 2 back gaan draaien met Erol Alkan, en onze AfroJack zou ook gaan draaien, dus dat wilden we niet missen. Kostijn Egberts, de manager van oa De Jeugd en Tom Trago en label baas van van alles en nog wat smste dat we absoluut niet moesten komen: ‘Mocht je van plan zijn naar Pete Tong te gaan... Doe het NIET!’. Hmm... wat een watje dachten we nog, heel erg vreselijk is ook leuk toch? Maar hij had gelijk, ik heb in mijn leven nog nooit zo’n verschrikkelijke massa mensen bij elkaar gezien. 100.000 kilo aan opgepompte vlees blubber, schele ogen op steeltjes van de foute pillen, spuug lelijke verkleurde tribal tattoos en ordinair gooiend met geld alsof het hen allemaal worst was. Het was er echt dood en dood eng. En dan daarbij nog eens die vervelende Pete Tong schreeuwend door de microfoon, ik trek die arrogante kwast echt niet. Hij heeft ooit geprobeerd me belachelijk te maken tijdens een Amsterdam Dance Event panel, en dat vergeef ik hem nooit meer. Echt de vlees geworden Engelse arrogantie, wat een lul van een vent.

We konden backstage komen door 4 maal ons te worstelen door die kwaaie testosteron overdosis types, die totaal niet gecharmeerd waren van mijn gezellige romige figuurtje en Bas Kosters piemel T-shirt. Vecht partijtje hier, neuk partijtje daar, en lekker totaal uit je tas zwemmen in het pisgele troebele water van het zwembad. Wat een horror. Uiteindelijk zijn we backstage gekomen, maar daar was het misschien nog wel een graadje erger. Natuurlijk was ik wel zo hypocriet om in ieder geval het cdtje met de tracks die ik met Tom Trago heb gemaakt nog effe in Pete Tongs handen te stoppen, zo zijn we dan ook wel weer, hij heeft toch geen idee meer wie ik ben. Maar verder wisten we niet hoe snel we daar weg moesten komen. Dit was het ultieme faillissement van de dance cultuur, ik ben nog nooit zo gechoqueerd geweest door een feestje. Wat een hel. De mensen die het kunnen weten noemen het hier douchebag culture. Een douchebag is geloof ik eigenlijk een ding waarmee je je vagina lekker kan uitsoppen, maar het staat ook voor de hersenloze sukkels die hier meer dan ooit lijken rond te lopen. In Las Vegas schijnt het nog erger te zijn, dat is de tegenwoordig de hoofdstad van de douchebags, Elvis en Sinatra verruild voor de leegste dans muziek ooit gemaakt. Dance is in de USA ontploft de laatste tijd, dj’s verdienen er hopen geld en draaien muziek die minder diepgang heeft dan een lekke kano in een droog gelopen sloot. En ja, spijtig genoeg vinden ze Dutch House ook helemaal het einde. En waarom stonden Aeroplane en Erol daar? Tsja, gewoon omdat er van die gigs zijn die je gewoonweg MOET doen, voor het geld, voor de promotie, voor het likken van de platte reet van Pete Tong. Ik hoorde dat de manager van Aeroplane hen bevolen had vooraf een hele fles wijn op te drinken, omdat ze het anders absoluut niet zouden trekken. De mannen van Aeroplane zijn eigenlijk een beetje de Viktor&Rolf van de dans muziek: sophisticated, chic, prachtig onderbouwd, de hippe vorm van de haute couture van de dance. En dat Pete Tong feest was daar het absolute tegenovergestelde van.

We hebben het met de staart tussen de benen - en mijn handen over de piemel van Bas Kosters - op een rennen gezet, zonder ook maar iemand aan te raken, want voor je het weet had je een klap te pakken.

Next stop: Delano Hotel next door, van onze lieve vriendin Madonna, alwaar we nog shakend van de adrenaline zijn neer geploft en een goed glas Chardonnay (spreek uit Sjeurdunnee) hebben besteld. En nog een. En nog een. En toen kalmeerden we enigszins. Dennis de Ruyer en Liesbeth van 538 aldaar ontmoet en ons afgrijzen van Miami kunnen delen. Ze vertelden dat ze een dag eerder een vrouw hadden gezien die zoveel botox en siliconen had ingespoten dat ze door totale gezichtsverlamming en lippen dik als bananen niet meer haar glas rode wijn kon drinken, het liep gewoonweg vanuit haar mondhoeken langs haar kin tussen haar plastic bloemkolen haar Versace jurkje in.

We zijn samen gaan eten bij een echte Italiaan, echt op zijn Miami’s dan: obers die met fake accenten onverstaanbaar schreeuwend het menu voordroegen, een band die snoeihard intens slechte rock versies van de Beatles en de Eurythmics speelden en een zielige zwerer in de rol van Caesar die nog op de kleuterschool bij Sinterklaas had gezeten als levend decor voor de deur. MightyFools waren er ook bij, en de overblijfselen van Olga en Judith die met de bus (!!!) totaal lam pas die ochtend om 9 uur thuis waren gekomen vanuit Eric Morillo’s feestje.

We besloten wijselijk Miami South Beach te verlaten en down town te gaan, daar waar de leuke mensen uithingen. Eerst een feest van de grote Amerikaanse agent AMonly bezocht, waar MightyFools lekker stonden te draaien voor een lege zaal (te vroeg, ik ken het maar al te goed), en waar het back stage bomvol was met de leuke jonge garde dj’s: Japanese Popstars, Dancing With White Girls, Drop The Lime, Trouble & Bass en het olijke Belgische dj duo Sound Of Stereo. Goed dus voor een flink partijtje cdtjes ruilen (ja, Wannabe, ook die van jou) en handjes schudden met de agenten van AMonly en managers van god-mag-weten-wie.

Aangezien het feest pas rond 3 uur echt zou gaan los barsten zijn we een paar blokken verderop naar het Durrr feest van Rory Phillips gegaan, Durrr is de opvolger van  Erol’s Trash en loopt als een speer elke maandagnacht in Londen. En wat was het er leuk, wat een verademing na de South Beach ellende van eerder die dag. Bijna alleen maar leuke mensen, dj’s die met laptops 60’s draaiden en heel veel disco in de twee zaaltjes binnen. Een kleddernat bezwete Diplo belandde nog op mijn schoot wat ik natuurlijk niet al te erg vond - er zijn mannen waar ik graag even in knijp -, de legendarische legende Arthur Baker zeilde nog naar binnen, tequilaatje met Switch gedaan, de Hokey Pokey gedanst met promoter Eve uit Toronto, de Mashed Potatoe met Martje van Decked Out en toen ik bijkans verdronk in de fontein bij het dansen van de Oelabaloela trok mijn man Sander me verstandigerwijs mee naar het hotel. Maar ik had nog uren kunnen doorgaan, dat gaatje was nog lang niet in zicht. Nog lange niet, nog lange niet.