Joost van Bellen in Miami: Aangekoekte cocktail parapluutjes en de Inge de Bruyn look

Dagboek WMC: dag 8

Joost van Bellen ,

Dag 8 van Joost van Bellen's Miami verslag is het relaas van The Day After Diddy, maar ook van de laatste trashy feestjes, Felix da Housecat en een batterij dames die zijn seksualiteit op de proef stelt.

Dagboek WMC: dag 8

Als je om tien uur in de ochtend gaat slapen en je hebt behoorlijk wat gedronke,n dan sta je hier vrolijk na een uur of 3 slaap op. Geen centje pijn! Grootste reden was natuurlijk mijn nieuwe BFF en de knalfuif van die nacht en ochtend bij hem thuis. Ik heb nog de hele dag zitten denken om een smoes te verzinnen om terug te gaan: tandenborstel vergeten, kluts kwijt, dat werk. Maar eigenlijk was het nagenieten vooral op twitter te zien, een retweet van Diddy van een dankwoord van mij, zure jaloerse berichten van onder andere Tommie Sunshine en Boys Noize en enthousiaste berichten vanuit het Rauw, VPRO en zelfs het Fiona Hering kamp. Ik had er meteen 200 volgers bij.

Het feest was dan ook talk-of-the-town, er waren nog maar 2 soorten mensen, zij die er waren en zij die er niet waren. Zij die er niet waren twitterden heel vaak dat ze een fantastische dag hadden en zo ongelofelijk ontzettend goed aan het genieten waren; hopend zout in de katerwonden te kunnen strooien terwijl ze zich pisnijdig zaten op te vreten ergens op een terras in de regen buiten. Het wordt me steeds duidelijker, P Diddy heeft een meesterzet gedaan: als iedereen het over je heeft, als de crème de la crème uit de house- en electrowereld je opeens een toffe peer vindt, als zelfs Radio538 en BBC radio 1 het over je feestje heeft... Dan heb je promotie die de uitgaven voor dat feestje dubbel en dwars waard waren.

De mensen die er geweest waren herkenden elkaar ook meteen op straat, even naar elkaar wijzen, breed glimlachen en knipogen. Door P Diddy was Miami een groot succes, dat had niemand nog eerder mee gemaakt. En dan verhalen horen van iedereen, dingen die ik gemist had, echt heel erg amusant. De beste misschien wel van die meneer XXXX die niet zo lang in de toiletten rij had kunnen staan en in de tropische bloemen borders een drol had gedraaid, waarna mevrouw XXXX er een vlaggetje van de wodka sponsor in had gestoken. Kijk: dat was the spirit!

Omdat de innerlijke batterij vreemd genoeg nog prima mee ging zijn we naar het Beatport feest op het strand bij het Gansevoort Hotel gegaan: AfroJack, DJ Hell, Riva Starr, Steve Angello (ook al een new BFF sinds die ochtend!), ze zouden er allemaal gaan draaien, dus waarom niet? Wel, hierom niet: de lange rij voor de deur met veel te veel wauze types met hun kaken op hun kruin en hun kleding vol aangekoekte cocktailparapluutjes en ander restafval, en een sms van Michiel, de manager van Junkie XL en Aeroplane, die het zwaar afraadde. Het was duidelijk de laatste dag van de Miami Winter Music Conference, verloederde dronken dames, schele dronken door-ge-afterde half-Hulks. Het werd weer grimmig op straat, zoals eigenlijk ieder jaar zo op het laatst.

We zijn met een goeie groep Thais op z’n Amerikaans gaan eten, dus alles met een lekkere dikke saus zonder smaak en hebben vreselijk gelachen met Larry Tee die weer eens op de praatstoel zat. Enige smet op alles was dat er mensen vermist werden, ergens in het feestgedruis verdwenen en niet meer terug gekomen in de hotels. Vanaf vandaag blijkt dat alles goed is met iedereen, gewoonweg een kwesties van lege telefoons, de weg kwijt zijn en maar ergens blijven slapen op een of ander privé feestje. En dan dacht ik dat ik rock ‘n roll was... Wel, toch een beetje, want we wilden eigenlijk niet meer uitgaan, maar we werden vrij eenvoudig overgehaald door de agent van Justice en co. Dubbele espresso erin en hup, naar de club.

Dat werd een klein tentje op Washington Avenue alwaar buiten al bleek dat het echt een incrowd ding was. Carl Cox draaide de hele avond soul en disco in een gezellige discotheque met engeltjes, plastic klimop en zwarte spiegels. Het publiek was ons-kent-ons, maar dan op hoog niveau qua importantie: de boeker van Glastonbury, de agent van die en die, de manager van zus-en-zo, de hoofdredacteur van Mixmag, en ga zo maar door. En alweer, dat wijzen, glimlachen, knipogen: ja jou kennen we nog van vanochtend. Ik heb weer heel veel nieuwe vrienden gemaakt en dat is een van de redenen waarom ik hier ben, netwerken als de beste.

Het werd er steeds gezelliger en beschonkener, een dame die enthousiast naar me toe kwam en zei: ‘Hi I’m Carolina, great to meet, but I have to go-hoooo!’ Wat was dat nou weer?! En een type die zei: ‘I know you, we met yesterday, I know that T-shirt!!!’, alsof ik hetzelfde T-shirt twee dagen achter elkaar aan zou hebben: nee jongeman, we hadden elkaar net een uur eerder bij de deur ontmoet. Ik ben een groot fan van Carl Cox als mens, maar geen groot fan van zijn muziek, edoch draaide meneer Cox met dit genre heel erg lekker relaxed de sterren van de hemel. Helemaal perfect na al het lawaai van de hele week, zo’n avondje soul en ouwe zoete disco, super gezellig. Ze hadden daar ook een terras met muziek achter de tent, dat zou bij ons echt onmogelijk zijn, maar hier kan het gelukkig nog, en dat is ook al zo lekker, in de nacht een drankje doen onder de sterrenhemel met alleen maar leuke mensen om je heen. Michiel, Sander en ik hebben nog een stevige grouphug gedaan, effe elkaar voelen, effe wat menselijke warmte. Ik moest weer denken aan het overlijden van mijn schoonvader van vorige week, zoals dat natuurlijk wel vaker deze afgelopen week voorkwam, en liet een traantje.

Om het leven verder te vieren zijn we op weg naar ons bed toch nog maar even gestopt bij het Delano hotel, waar Felix Da Housecat zijn jaarlijkse afsluiter deed in de Florida Room. Hij was reuze blij ons te zien, en stelde ons voor aan de manager, zodat we gratis konden drinken aan de bar, mijn slogan voor de nacht was dan ook: ‘It feels like I own this fucking city!’. En gratis drinken, dat scheelt meteen honderden euro’s (ik ben nu eenmaal niet de man van 1 wijntje). De drank en verplichte tip in zo’n luxe hotel is echt spuugduur, ik geloof dat alleen de terrassen van de Cote d’Azur en clubs als de Pacha op Ibiza duurder zijn. Felix probeerde me Mezcal te voeren: ‘It might taste aweful, but it makes you feel soooo good brother!’. Ik heb diverse glazen per ongeluk in een hoekje laten staan. Er draaide een dj waarvan niemand wist wie ie was, en dat laten we ook maar zo, want het was kazige dance-pop die uit de speakers schalde.

Felix beklom als de superster die hij is veel te laat de dj booth, gevolgd door een kudde camera’s en begon als een ongeleid projectiel te draaien, gehinderd door al die paparazzi, flitslichten en leeg gedronken glazen. Maar het kon ons niet erg veel schelen. Ietwat tipsy hebben de polonaise gehost door de toiletten en ons staan te verbazen over het vrouwelijk schoon aldaar aanwezig. We gingen ‘keihard op die Inge de Bruijn look’: geblondeerde dames van zo’n kleine 2 meter 20, met nog eens 20 centimeter hak eronder en ik werd in het nauw gedreven en was bijna mijn maagdelijkheid verloren door andere juffrouwen die heftig hun ballonnen tegen me aan stonden te rijden en met hun geile praatjes mij naar een hotelkamer probeerden te lokken. Waren ze nu aan het proberen een centje bij te verdienen of was de verlichting echt zo complimenteus? In ieder geval wist ik niet wat me overkwam, was doodsbang en zei keer op keer dat ik gay was. Wel, dat geloofden ze niet, ik heb uitgebreid met mijn man moeten tongzoenen voor dat ze beduusd het hazenpad kozen. Ik tongzoen nooit en-plein-publique! Wat een vertoning, tijd om zo snel mogelijk met zo min mogelijk dames van lichte zeden achter me aan naar ons hotel te gaan. Slapen, dat was natuurlijk ook nog een optie in het leven, ik was het bijna vergeten.