Stevie Wonder redt de North Sea Jazz zondag

Weinig lichtpuntjes op laatste dag

Eelco Couvreur ,

Zelfs jazz wijkt voor een historische WK finale, al werd dat lang niet door iedereen in Ahoy’ gewaardeerd. Op het laatste moment besloot de organisatie om het programma toch deels aan te passen. Voetbal is voor jazzliefhebbers bijzaak, bleek gisteren op een vreemde laatste dag van het North Sea Jazz festival.

Weinig lichtpuntjes op laatste dag

Zelfs jazz wijkt voor een historische WK finale, al werd dat lang niet door iedereen in Ahoy’ gewaardeerd. Op het laatste moment besloot de organisatie om het programma toch deels aan te passen. Voetbal is voor jazzliefhebbers bijzaak, bleek gisteren op een vreemde laatste dag van het North Sea Jazz festival. 

“Hebben ze nou verloren?” Vraagt een man in de wandelgangen van Ahoy’ vlak na de finale. Als ik verbaasd ja knik zegt hij zonder me aan te kijken: “Mooi, dan is het klaar met dat circus.” North Sea Jazz is een wereld op zich. Ik ondervind op de slotdag aan den lijve het gechargeerde beeld dat eerder door collega Fiona Fortuin werd geschetst. Het publiek dat vandaag onder andere getrakteerd wordt op Sonny Rollins, Ben Harper, Joss Stone en Rickie Lee Jones geniet op geheel eigen wijze van hun jazz. 

En dat genieten gebeurt bij voorkeur zittend. Terwijl er bij het Cubaans-Malineze Afro-Cubism toch genoeg reden is om in beweging te komen. De grote Amazon hal echter, is volgebouwd met stoelen waardoor dansen onmogelijk is. Alsof de muzikanten aan een voetbalwedstrijd gaan beginnen, zo staan ze op het toneel. In het rood de Cubanen, in het blauw met bruin de Malinezen die elkaar perfect in evenwicht houden. Virtuoos is het spel van Bassekou Kouyate op een zogenaamde Ngoni, een snaarinstrument met een kraakhelder geluid.

Een volgende legende is snel gevonden op het blokkenschema van vandaag. Verderop zit Quincy Jones klaar om vragen van het publiek te beantwoorden. Hij krijgt de Paul Acket Award (vernoemd naar de oprichter van het festival) uitgereikt vanwege zijn verdiensten op het gebied van jazz. Helaas staat de airco om onbegrijpelijke redenen vandaag uit in Ahoy’, waardoor het in de snikhete zaal niet langer dan tien minuten is uit te houden.

Ook de pas 23-jarige Joss Stone ziet haar publiek liever dansen. Maar haar “Fancy a dance?” wordt slechts met sporadisch heupwiegen beantwoord. Stone ziet er met haar lange krullen, neuspiercing en blote voeten uit als een hippie maar haar muziek is allesbehalve recalcitrant. Ze is gezegend met een dijk van een stem maar haar muziek is te braaf en wordt nergens echt spannend.

Op naar de Volga dan maar, waar Juha van ’t Zelfde van Viral Radio de programmering voor zijn rekening neemt. Wie experimentele jazz wil, wordt hier op zijn wenken bediend. Lothar Olmeier en Tom Arthurs alias Bown Britton Ohlmeier Arthurs zijn perfect gecast voor de nerderige performance die volgt. Volgens de introductie horen we eigenlijk een vierkoppige band. De twee afwezigen hebben de software geschreven die tijdens het optreden volkomen autonoom muzikale patronen laat horen. Arthurs en Ohlmeier spelen respectievelijk trompet en basklarinet en improviseren ter plekke. Maar improviseren is in de wereld van dit duo synoniem voor je trompet laten pruttelen en het geluid van een zwerm bijen reproduceren. Als Arthurs dan ook nog in een enge soort van trance lijkt te raken, laat ik de Volga voor wat het is.

Het is aan de klasse van Stevie Wonder te danken dat we na de wedstrijd toch met een glimlach de avond doorkomen. De organisatie blundert nog even door net voor het optreden op het megascherm boven het podium een reclamefilm te draaien waarin goedkope vluchten richting Spanje worden aangeboden. Maar net als de bezoekers heeft Wonder weinig tot geen boodschap aan voetbalemoties. “Repeat after me: we won’t cry no more, we won’t cry no more,” opent hij. En daarmee basta.

Al in zijn eerste nummer heeft hij de zaal te pakken en ligt hij met zijn draagbare synthesizer op de grond te spelen alsof zijn leven er van af hangt. Dat deze man muzikant is in al zijn vezels was bekend, maar het is indrukwekkend om er met je neus bovenop te mogen staan. Naast het publiek pakt Wonder ook zijn eigen achtergrondzangeres in. “Kom alsjeblieft bij me zitten,” zegt hij tegen de mooiste van het stel. En wanneer zij zich op zijn pianokruk zich stevig tegen hem aan drukt: “You’re so sweet, I can see you.” Het feit dat na al die jaren zijn stem soms wat onvast en af en toe zelfs vals is, compenseert hij moeiteloos met de energie die hij op het podium brengt. En jawel, er wordt zowaar gedanst en gelachen in de grootste zaal van Ahoy'. Stevie Wonder speelt de kater en de frustratie van dat ongepaste voetbal, op de valreep weg.