Metropolis 2010 toont opnieuw neusje voor nieuw talent

Jack Parow het populairst, The Strange Boys sluiten af

Atze de Vrieze ,

Metropolis heeft zich de laatste jaren duidelijk herpakt als interessant festival voor het spotten van nieuw talent. 2010 was een goede editie, met de Zuid-Afrikaanse komische rapper Jack Parow, het explosieve Japandroids en de lome garagerock van The Strange Boys als hoogtepunten.

Jack Parow het populairst, The Strange Boys sluiten af

Metropolis is het raarste festival van Nederland. Je komt op de eerste zondag van juli in het Rotterdamse Zuiderpark de meest vreemde mengelmoes van mensen tegen. Hippe tieners en oude rockers. Surinamers met gehoorzame vechthonden. Halfnaakte gespierde Rotterdammers met de naam van hun stad trots net boven de rand van hun broek gegraveerd. Hun vriendinnen met rokjes zo kort dat je eenvoudig kan zien dat er niets onder zit. Dat is op zichzelf nog niet zo vreemd, het is de aard van een gratis festival: iedereen gaat er heen. Het vreemde is dat je geen grote publiekstrekkers voor je kiezen krijgt. Metropolis is een festival zonder echte headliner, maar met alleen maar nieuwe namen.

Bekijk ook het uitgebreide fotoverslag van Metropolis 2010.

Metropolis heeft zich de laatste jaren duidelijk herpakt als interessant festival voor het spotten van nieuw talent. Ook dit jaar stonden er weer veel buzz-bands, met name Amerikaanse indiebands waar iets om te doen is. The Strange Boys bijvoorbeeld, het lome jonge broertje van Black Lips. Jong zijn ze inderdaad, en ze zien er zelfs nog jonger uit dan ze zijn. Je zou het geloven als iemand beweerde dat de gitarist 14 is. Hun garagerock en rhythm & blues rammelt ouderwets, maar met de jengelende zanger en een saxofoniste (in lekker afzichtelijke broek met palmbomenprint) in de gelederen heeft The Strange Boys toch iets eigens. En dan heeft de band ook een paar goede songs op zak.

Er was meer hip en nieuw: eerder op de dag maakten we al kennis met Japandroids, een garagerockduo uit Canada dat op het podium iets minder eigenzinnig blijkt dan op plaat, maar wel de meest opwindende band van het festival is. Explosief en direct. Opwindender ook dan de progressieve metalband Baroness, die wel goed en strak speelt, maar net wat te moeilijk lijkt om Metropolis in te pakken. De ritmisch georiënteerde indie van Here We Go Magic en de elektronische eenmanspop van James Yuill doen het opvallend aardig in de tent, al hebben ze allebei hun uitstraling niet mee (Here We Go Magic: bassiste trekt meer blikken dan zanger. James Yuill: erg hoog nerdgehalte). Dat heeft Chief beter voor elkaar, een band met twee langharige frontmannen die zo tussen de palmen van Los Angeles vandaan geplukt lijken. Hun gitaarpopliedjes met een beetje sixties folkrock zijn lichtvoetig, maar heeft genoeg om het lijf om interessant te blijven. Gaan we zeker meer van horen.

Het festival draait zeker niet alleen om gitaarmuziek. Wie wil kan van begin tot eind een hiphopprogramma doorlopen, te beginnen bij Fresku, het Eindhovense talent van TopNotch. Ook vandaag bewijst hij zichzelf als de meest kwetsbare rapper van Nederland, met tracks over vaderschap, over zijn moeilijke jeugd en over twijfel. Geen muziek om op springen, realiseert Fresku zich zelf ook, maar dat doen de fans vooraan voorzichtig toch. Fresku heeft moeite om de dag te openen en oogt daardoor wat onzeker. Het optreden is charmant, maar ook af en toe wat klungelig. Gastzangeres Nina bijvoorbeeld lijkt wel voor het eerst op een podium te staan en moet alle moeite doen om over het bandje heen te komen. Fresku zelf heeft een flow waar je van moet houden, een beetje houterig en met een snik, maar wel heel oprecht. Met Kutkop, Nieuwe Dag (zonder Winne) en afsluiter Twijfel heeft Fresku wel degelijk een paar sterke songs in huis. Tijdens het laatste nummer duikt de rapper het publiek in, wat hem uiteraard een vinkje achter zijn naam oplevert voor het eerste hoogtepunt van de dag.

Een heel wat zelfverzekerder hiphopmachine zijn inmiddels Hef & Önder, die onder de naam Bangbros een slim pact hebben gesloten. Hef met de lome lage flow, Önder de rauwe hypeman, een ideale combi. Hun stoere-mannen-raps over geld, whiskey en verfijnde vrouwen hebben wel behoefte aan beetje gezond lichamelijk contact met de fans. Oftewel: de afstand naar de lome zonnebaders vooraan is een beetje groot. Daar heeft Jack Parow een stuk minder last van. De Zuid-Afrikaan is de populairste man op het veld vandaag. Dat komt natuurlijk deels door zijn surfplankpetje, dat zelfs al wat navolging krijgt. Een jongen zet zijn kartonnen bierdrager op zijn hoofd. Parow heeft een internethit te pakken met Cooler As Ekke, inderdaad een grappig, catchy liedje met een frisse beat. Hij heeft er meer. Dans, Dans, Dans bijvoorbeeld. Je kunt je wel afvragen die ietwat vettige, ongeschoren Afrikaan met zijn pofonderbroek niet meer cabaretier is dan rapper, en hoe lang zijn act leuk blijft. De fans vooraan twijfelen daar niet aan, en zelf lijkt hij het in elk geval serieus aan te willen pakken. Halverwege de set komt er zelfs een band bij, al is de rock cross-over die daar uitkomt niet bepaald een verbetering en de veertig minuten bevatten nog redelijk wat vullertjes. 

Qua komisch talent moet Parow de strijd aan met Adam Green, die uitblinkt in dansjes en grappen. Zo haalt hij na een paar nummers nonchalant zijn banaan uit zijn strakke broek, om hem vervolgens in één hap op te eten. Meisjes giechelen als Green zingt over cigarettes full of coke, en na afloop beweert  hij pas twee keer in zijn leven drugs gebruikt te hebben. Het merkwaardige is dat deze rare zwabberaar toch wel ergens weet te ontroeren, zelfs met een liedje over Jessica Simpson. "Jessica, Jessica, where has your love gone, it's not in your music, so where has it gone?"

Dan is er nog een derde categorie acts, die op elk buitenfestival te zien is: exotica. Orchestre Poly-Rythmo de Cotonou uit Benin speelde eerder al op het Incubate Festival in Tilburg en is dus een potentiële cross-over act naar het alternatieve publiek. De West-Afrikanen maakten jarenlang afgezonderd van toonaangevende pers hun kruisbestuiving tussen Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse muziek. Dat doen ze goed blijkt vandaag, maar niet zo bijzonder als op papier en bovendien wat statisch. 

Dat laatste geldt ook voor de Syrische zanger Omar Souleyman, maar hij zorgt met wat simpele handgebaren toch voor een van de hoogtepunten van de dag. Met zijn getrimde snorretje, zonnebril en hoofddoek ziet Omar eruit als een sjeik die alle alarmbellen doet rinkelen als hij op een voetbaltribune gesignaleerd wordt. Hij ijsbeert kalmpjes heen en weer terwijl zijn toetsenist Arabische muziek op een soort reggaeton-achtige ritmes maakt, gesteund door een virtuoos op de elektrische sas. Alleen de oudere Arabier op de eerste rij weet waarschijnlijk precies waar Omar over zingt, de rest maakt het niet uit. Alle songs klinken op het eerste gehoor hetzelfde, maar wie goed oplet merkt dat het steeds sneller en sneller gaat. Omar Souleyman, hij heeft alles om een stevige culthit te worden, voor zover hij dat niet al is. Het was een mooie zondag in het Zuiderpark in Rotterdam, en niet alleen voor mensen die kwamen om languit in het gras te liggen.

Op 3VOOR12TV vind je opnames van het Metropolis (back) stage podium, met Jack Parow, Baroness, Hef & Onder, The Mad Trist, James Yuill en Japandroids.