“Rwina roept een Marokkaan als iets niet gaat zoals het hoort te gaan: ‘Ah, rwina’.” Rwina labeleigenaar Chafik Chennouf lacht er bij. Zijn label lijkt misschien een grap, maar zorgde de afgelopen twee jaar wel voor elektronica-releases die internationaal werden opgepikt en gelauwerd. Zo tekende hij de Amerikaanse dubstep producer Starkey, en bracht er drie vinylreleases mee uit vóór zijn doorbraak bij Planet Mu. Binnenkort maakt Starkey de officiële remix van de nieuwe Kanye West. Chafik tekende Eprom vóór Warp , Schot Taz Buckfaster en Brits SRC eerder dan Numbers en heeft nog releases van Terror Danjah, Swindle en Rachet op de plank liggen.
Chafik’s artiestennaam is er eveneens een met een knipoog. Akkachar betekent in het Berbers zoiets als ‘grote linke kale’. “Het was de bijnaam van mijn opa. Hij werd officieel zo genoemd en kwam pas achter de betekenis toen hij werk zocht. Nu moet ik zeggen dat hij ook een grote gevaarlijke man was, en kaal. Wanneer ik bij mijn familie in Rabat ben, gaan ze elke keer weer stuk om die naam. Dan zien ze een filmpje van mij op Youtube en geloven ze bijna niet dat ik onder die naam optreed.” In het dagelijks leven is Chafik gezinstherapeut, in de avonduren en weekenden zit hij in zijn studio of achter de computer in Amsterdam Osdorp. Hij heeft niet de wens te leven van de muziek, maar kickt stiekem behoorlijk op de internationale erkenning.
Hoe komt een Drentse Marokkaan in de dubstep en aanverwante muziek terecht? “Ik was een hiphopjochie; ging helemaal los op Bone Thugs-N-Harmony en N.W.A.. Ik heb nog gespijbeld tijdens een sportdag omdat Straight Outta Compton uit kwam. Ik samplede de laatste seconden van hiphopplaten, waar niet gerapt werd. Daar rapte ik overheen. Ik heb ooit nog het voorprogramma van die r&b groep Sat-R-Day gedaan. Op een gegeven moment kwam er een Koerdische jongen naast me wonen die gek was op hardcore en techno. Hij stak me aan en ik ging de jaren erna regelmatig met de bus naar Groningen om vinyl te halen. Tussen 1999 en 2005 heb ik enkel techno gekocht. Ik heb een gigantische vinylcollectie.”
In de jaren erna begon Chafik steeds meer dubstepplaten door zijn techno te draaien. Hij raakte door de vreemde beats en duistere klanken bevangen door het Engelse Scorn, een zijproject van twee ex-Napalm Death leden. “Mensen konden mijn platenkeuze vaak niet hebben, maar ik doe het nog steeds hoor. Nu gooi ik soms juist techno-achtige platen door mijn set.” Chafik benadrukt dat Rwina geen dubsteplabel is. “Mensen denken dan meteen aan die pure wobbleplaten, maar ik breng andere dingen uit. Ik beschrijf het zelf als hypercolorbeats; je doet je ogen dicht en ziet een hypersonic-wereld vol kleur en vormen. Het moet edgy zijn. Ik wil niet de Ali B van de dubstep worden.” Toch is de labeleigenaar blij met de interesse van de hiphopwereld voor dubstepinvloeden. “Natuurlijk zou ik geen nee zeggen tegen een verzoek om beats voor iemand te maken. Maar je moet wel heel goed zijn, wil je nog een stempel op het product drukken. Uiteindelijk gaan zij aan de haal met je beat.”
Chafik heeft de toekomst voor Rwina al behoorlijk uitgestippeld. De releases voor de rest van dit jaar zijn af en die voor het begin van 2011 hoeven enkel nog gemasterd te worden. De oudere platen verkopen nog steeds goed. “De eerste Rwina release van Starkey is enorm goed verkocht op vinyl. Nog meer dan er hier van zijn album bij Planet Mu is verkocht. In het begin had ik een hekel aan digitaal. Dan ging ik illegale downloadsites mailen dat ik de rechthebbende was van de mp3’s. Inmiddels merk ik hoeveel profijt je er van kan hebben. Door downloads verdien je uiteindelijk méér aan de muziek en kent men je op de meest vreemde plekken. Mijn labelshowcase in Bristol is nog niet zo raar, maar boekingen in Estland, Malta of Duitsland had ik niet direct verwacht.” Eén ding staat voor Chafik vast: er komen geen volledige albums uit op Rwina. “Ik geloof niet in albums. Niet in dít genre. Alle albums die ik hoor, voelen als bij elkaar geraapte tracks. Ook die van Starkey hoor, dat heb ik ook eerlijk tegen hem gezegd. EP’s met een track of drie vind ik wel tof. Dit najaar komt er van mijzelf een EP uit via Subway.”
Akkachar: “Ik wil niet de Ali B van de dubstep worden”
“In het begin had ik een hekel aan digitaal, nu zie ik de voordelen van illegale downloads”
“Rwina roept een Marokkaan als iets niet gaat zoals het hoort te gaan: ‘Ah, rwina’.” Rwina labeleigenaar Chafik Chennouf lacht er bij. Zijn label lijkt misschien een grap, maar zorgde de afgelopen twee jaar wel voor elektronica-releases die internationaal werden opgepikt en gelauwerd. “Ik wil niet de Ali B van de dubstep worden.”