3VOOR12 bespreekt Album van de Week (29): Danger Mouse & Sparklehorse

Dark Night Of The Soul klinkt met terugwerkende kracht als Sparklehorse-tribute

Atze de Vrieze ,

Mark Linkous beroofde zich eerder dit jaar helaas van het leven. Het na veel gesteggel alsnog in de winkels verschijnen van zijn project met producer Danger Mouse en filmmaker David Lynch moeten we dan maar beschouwen als een postuum eerbetoon. Met hoogtepunten in de meest melancholische songs.

Dark Night Of The Soul klinkt met terugwerkende kracht als Sparklehorse-tribute

Je kunt er moeilijk omheen. Op de tweede pagina van het Dark Night Of The Soul-boekwerkje ligt een pistool op een donkere vloer. Een lichtvlek wijst vanuit de loop richting een stapeltje kleren, dat al haast in het donker verdwijnt. De foto is ongetwijfeld vorig jaar al gemaakt door filmmaker David Lynch, maar het tekent de grimmige schaduw die over het project hangt, sinds Mark Linkous alias Sparklehorse zich in maart van het leven beroofde. Hoe wrang ook, dat zou best eens het zetje geweest kunnen zijn waardoor het project met Lynch en producer Danger Mouse (met een flinke lijst toonaangevende gasten) nu alsnog in de winkels ligt.

Dat ging een jaar geleden namelijk mis. Vanwege een conflict waarover de details nooit naar buiten gekomen zijn weigerde platenmaatschappij EMI het album uit te brengen. Danger Mouse bracht uiteindelijk een limited edition uit met daarin een cd-r, waar mensen zelf de gelekte muziek op konden branden. Er kwamen heel wat spierballen aan te pas, en dat voor een plaat die elke vorm van machismo ontbeert. Net als op zijn recente Broken Bells toont Danger Mouse zich juist een meester in het gelaagd arrangeren van introverte muziek. Hij slaagt erin een klein beetje lucht te blazen in de trage, vaak intense songs. Een voorzichtig gedoseerde Wurlitzer en een soort xylofoon op Revenge, heel licht overstuurde drums in Just War, elektronische noise in Insane Lullaby, die een boeiend contrast vormt met de strijkers en de zoete stem van Shins-voorman James Mercer.

Mercer is niet de enige die zijn stem leende aan de plaat. Sterker nog: Danger Mouse en Mark Linkous richtten zich in eerste instantie op de muziek, de vocale invulling lieten ze aan een keurkorps van onder meer Wayne Coyne (Flaming Lips), Gruff Rhys (Super Furry Animals), en Suzanne Vega. De meeste vocalisten voegen zich naar de trage, gebroken manier van zingen die we kennen van Sparklehorse, op de felle bijdragen van Black Francis en Iggy Pop en een poppy liedje door Julian Casablancas van The Strokes na. Het zijn vreemde eenden in de bijt, op een plaat die zijn hoogtepunten kent met melancholische songs, bijvoorbeeld de twee bijdragen van David Lynch zelf. Bijzonder moment is ook het naargeestige nummer met Vic Chesnutt, de Amerikaanse singer-songwriter die in december net als Linkous een eind aan zijn leven maakte. Op Grim Augury (grimmig voorteken) omschrijft hij een nachtmerrie over een familiediner dat eindigt in een bloedbad, begeleid door jazz-drums en onheilspellende synthesizers. 

Onheil was er genoeg in het werk van Sparklehorse zelf, een man die de donkere kant van de ziel maar al te goed kende. Al klinkt hij voorzichtig optimistisch in het enige nummer dat hij zelf zingt, duet Daddy’s Gone met Nina Persson (The Cardigans). “I woke up and all my yesterdays were gone”, klinkt het in een liedje waarin een vader voor het slapengaan afscheid neemt van zijn kind. De volgende ochtend zal hij vroeg weg zijn om de kost te verdienen. Het is zo’n song die ineens in een ander licht komt te staan dan een jaar geleden, maar dat geldt natuurlijk voor deze hele plaat. Want dat Dark Night Of The Soul een jaar geleden al klonk als een Sparklehorse-tribute, was inderdaad een grimmig voorteken.

Dark Night Of The Soul van Danger Mouse & Sparklehorse verschijnt op EMI en is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.