Gespot bij het concert van Prince in Werchter: een shirt met de tekst ‘Terrorism is so 9/11’. Laten we wel zijn, bijna tien jaar na 2001 zijn aanslagen voor de meesten van ons weer stilaan een ver-van-ons-bed-show geworden. Maar vertel dat M.I.A. maar eens. Een jaar geleden confronteerde ze haar Twitter-volgers nog met gemartelde en opgehangen kinderen in het Sri-Lankaanse conflict. Drie maanden geleden shockeerde ze de wereld met een compromisloze video bij haar nieuwe nummer Born Free, waarin roodharigen als terroristen opgejaagd en afgemaakt worden. Nu is ze terug met haar derde album /\/\ /\ Y /\ (ofwel: Maya), haar meest grillige album tot nu toe. Een broeierig paranoïde pamflet.
Er zijn mensen die M.I.A. beschuldigen van opportunistisch politiek geschreeuw. Wie aan /\/\ /\ Y /\ begint, kan om die stelling moeilijk heen. We zijn amper een minuut bezig of de link tussen Google en de overheid is al gelegd. “Headphones connected to the iPhone, iPhone connected to the internet, connected to the Google, connected to the government.” De hoes van /\/\ /\ Y /\ is volgeplakt met YouTube tijdsbalkjes. Het internet, voor M.I.A. is het kennelijk een vloek, maar zonder twijfel ook een zegen.
Die paranoia wordt niet tot in de puntjes uitgewerkt en de wat huilerige track Story To Be Told (“all I really wanted was my…”) laten de kwetsbaarheid van M.I.A.’s argumentatie zien, maar het is ook mogelijk om daar juist voor te vallen. Meer dan ooit is M.I.A. een wild om zich heen slaande artiest in een gefragmenteerde, digitale wereld. Met nog altijd een militaristisch tintje. In haar eigen woorden: ‘I fight the ones who fight me’. Dat rauwe en ongecontroleerde komt ook terug in de beats, die soms onaf klinken en minder compact dan ze zouden kunnen zijn, maar wel explosief en onberekenbaar. Wie dacht dat M.I.A. na haar onverwachte superhit Paper Planes vol voor het hitsucces zou gaan, heeft het mis.
In opener Steppin Up klinkt een drilboor, in clubtrack Teqkilla opzwepende tribal beats met samples van ijsklontjes in glazen en gierende sub-bassen, M.I.A.’s stem meer dan ooit gevangen in galm. Dat laatste gebeurt ook op Born Free, de track die het album vooruit snelde. Met een onontkoombaar sample van Suicide’s Ghost Rider, aangezet met overweldigende punkdrums. Het klinkt anders dan alles wat M.I.A. tot nu toe maakte, maar het behoort wel tot haar beste liedjes. Ook in Meds And Feds scheuren de gitaren, een track die doet denken aan M.I.A.’s protegés Sleigh Bells. Liefdesliedje It Takes A Muscle (een cover van de Nederlandse artiest Spectral Display) is dan weer een ontspannen reggae tune, maar wel met alle mogelijke vervorming van instrumenten en vocalen.
Eén slimme hittrack staat er op /\/\ /\ Y /\, het sterke popliedje XXXO, door dubstep-dj Rusko handig voorzien van een commercieel productiesausje. De langzamere songs op het album (met name It Iz What It Iz en Space) maken minder indruk, wellicht met uitzondering van de trage marsritmes en onzuivere vocalen van Tell Me Why. We zullen later op /\/\ /\ Y /\ wellicht niet terugkijken als het grote meesterwerk van M.I.A. Daarvoor is het te ongrijpbaar en te gefragmenteerd. Maar het is wel een fascinerende plaat met een aantal heel sterke tracks.
/\/\ /\ Y /\ van M.I.A. verschijnt op N.E.E.T./XL/V2 en is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (28): M.I.A.
/\/\ /\ Y /\ is een grillig paranoïde pamflet
M.I.A. is terug met haar derde album /\/\ /\ Y /\ (ofwel: Maya), een grillige, onberekenbare plaat. Alles behalve een goedkope gang naar de hitparade na het succes van Paper Planes.