The Bony King of Nowhere krijgt complimenten van Devendra Banhart

“Ik zie het leven als een stoelendans”

Fiona Fortuin ,

Drie jaar nadat Bram Vanparys een demo afleverde bij een café in zijn stad Gent, bracht hij begin 2009 onder de naam The Bony King of Nowhere zijn debuut uit: Alas My Love. Dit jaar staat hij op Eurosonic. Niet alleen, solo heeft hij maar even volgehouden, maar met band. Geformeerd nadat hij eerst urenlang met ze heeft gebabbeld. “Ik wil overeenkomsten met ze hebben.”

“Ik zie het leven als een stoelendans”

In het begin speelde de jonge Belg Bram Vanparys (23) solo, maar hij kwam al snel tot de conclusie dat hij een band om zich heen fijner vindt. “Het is hetzelfde wanneer je alleen op reis gaat. Je ziet super mooie dingen, maar alles wordt nog mooier wanneer je dat met iemand kunt delen.”  Zijn band heeft hij vernoemd naar de ondertitel van Radioheads nummer There There; The Bony King of Nowhere. Zijn stem wordt veel met die van Thom Yorke vergeleken.

Drie jaar geleden gaf Vanparys een demo af bij een Gents café. Wie weet zat er wel een optreden in. Het werd meer dan dat. Het cd’tje reikte zelfs tot aan Engeland waar Kieran Hebden (Four Tet) zijn nummers gebruikte voor een film en Devendra Banhart zond hem vanuit Amerika de complimenten. Toch duurde het drie jaar voordat zijn debuutalbum verscheen, Alas My Love. 

Behalve zijn stem zijn er meer overeenkomsten tussen Radiohead en The Bony King of Nowhere. De videoclip van There There vertelt het sprookje van Thom Yorke in een donker bos, net als de folkliedjes van Vanparys die ook als een sprookje luisteren. Zoals Maria, een nummer over een stervende man die zweeft tussen leven en dood. Hij ziet de heilige Maria, zij vertelt hem dat het tijd is om met haar mee naar de hemel te gaan. En soms zit het in kleine spelingen, zoals de eerste zin van Losing Gravity: ‘Since the earth has left my feet, I lost the touch of gravity’.

De overeenkomst tussen de clip van There There en je muziek, dat kan geen toeval zijn.
“Het was vooral de naam die me aansprak. Maar toeval is het misschien toch niet. Ik geloof dat sommige dingen voorbestemd zijn. Van oorsprong is The Boney King of Nowhere (met een e ertussen) een kinderprogramma uit de jaren zeventig, over een klein meisje met een winkeltje vol gevonden voorwerpen. Op een dag vindt ze een kussen, die ze repareert en in de etalage legt. Het blijkt van de potige King of Nowhere te zijn. Die gebruikte hem voor zijn marmeren troon, die anders te hard en te koud voor hem is. Hij was verschrikkelijk in de war nadat hij zijn kussen kwijt was geraakt.”

Wat vind je van dat verhaal?

“Grappig, maar er is geen verband met mijn muziek. Hoewel, The Boney King of Nowhere, ik vind hem een beetje een Don Quichot. Een mager manneke, naïef. Hij ziet ook de wereld groter en mooier dan hij is. Ik zie de wereld ook als iets ongelooflijk moois, terwijl dat niet helemaal zo is. Mensen sterven, worden vermoord. Regelmatig raak ik teleurgesteld, in dingen en mensen, maar van nature ben ik nog altijd positief ingesteld. Ik zie het leven als een stoelendans. Als je niet op tijd bent en er geen stoel meer over is, dan val je af. Als kind kun je het zo jammer vinden dat je afvalt, omdat het net zo’n leuk spel is. Dat heb ik ook met het leven. Als ik nu zou moeten stoppen, dan zou ik dat heel erg vinden. Niet dat ik bang voor de dood ben, maar ik zou nog heel graag meer willen doen. Ik doe daarom zoveel mogelijk dingen die ik mooi vind.”

Mensen met zo’n instelling willen nog wel eens gehaast leven. Ze willen veel in een korte tijd. Die indruk wek je niet. Je doet drie jaar over je album.
“Het klinkt misschien cliché, maar het moest gewoon goed genoeg zijn voor een eerste plaat. En ik had niet genoeg nummers. En ik heb ook geen haast. Ik ga er vanuit dat ik tachtig word. Ik heb de tijd.”

Wat is het dan waardoor je teleurgesteld raakt?
“Veel mensen zijn verzuurd, of conservatief en onverdraagzaam. Dat maakt me pessimistisch. Het zijn kleine dingen, zoals iemand die vuil op straat gooit. In zo’n mooie stad als Gent, ik snap niet dat zoiets je kan doen.”

Als je dat ziet gebeuren, zeg je er dan ook wat van?
“Ik durf daar wel wat van te zeggen, maar dat is soms nog pijnlijker. Iemand reageerde daar wel eens op met ‘je bent toch niet van de politie’. Dan denk ik: allee, waarom moet je zo gemeen antwoorden? We zijn alle twee toch gewoon mensen? In de winter van 2008 heb ik een vrij moeilijke periode meegemaakt. Ik ben toen zo vaak teleurgesteld geweest, dat ik zwartgallig begon te denken. Toen woonde ik alleen, zonder mijn vriendin en veel van die kleine dingen stapelden zich op. Ik ben daar wel weer uitgekomen, dat gebeurde vanzelf.”

Inmiddels woon je samen met je vriendin en speelt ze ook bij je in de band.
“Dat is praktisch. Ze speelt toetsen en ze weet volledig wie ik ben. Als ik een nieuw nummer aanbreng, snapt ze onmiddellijk wat ik bedoel. Sneller dan de andere bandleden.”

Waarom vind je het belangrijk dat je bandleden je goed kennen? Voordat je met je producer Koen Gisen de studio inging, trokken jullie ook een paar dagen samen op om elkaar te leren kennen.
“Mijn muziek leunt dicht tegen mijn persoon aan. Als je weet wie iemand is, kun je ook weten hoe de muziek van iemand klinkt, of moet klinken. Met mijn producer Koen heb ik lange gesprekken gehad over het leven en we zijn een dag gaan fietsen. Dat heb ik nodig voordat ik iemand vertrouw. Bij de band geldt hetzelfde. Met elke muzikant heb ik zeker wel een dag gebabbeld. Ik wil overeenkomsten met ze hebben.” 

Wat vind je belangrijk dat bandleden van jou weten?
“Wat mijn visie van de toekomst en van mijn muziek is. Mijn ambitie en het feit dat ik alles wil opgeven voor de muziek. En dat ik eerlijk ben. Niemand in mijn groep is een goede muzikant, behalve de bassist, die is toevallig erg goed. Maar de rest is beperkt in zijn kunnen.”

Weten je bandleden dat je zo over ze denkt?
“Ja. Maar mijn mening is ook dat dat er niet toe doet. Het is meer de magie tussen mensen. En die is er tussen ons.”

The Bony King of Nowhere speelt vrijdag 15 januari op Eurosonic in Het Paleis, om 21.50.