Afgelopen jaar was auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra veel in het nieuws met hun nieuwe internetlicentiemodel. Die zaak deed veel stof opwaaien, maar achter de schermen speelde een nog veel omvangrijker zaak. Buma voerde een strijd met zijn Britse grote broer, de Performing Right Society (PRS). De Nederlandse organisatie sloot een aantal pan-Europese deals met muziekplatforms op internet, waaronder de Amerikaanse site Beatport. De Britten vroegen de rechter daar een stokje voor te steken. Deze week gaf het Gerechtshof in Amsterdam PRS in hoger beroep gelijk. "Teleurstellend", zegt Antoinette de Ridder van Buma/Stemra. "Wij dachten op een gezonde manier de concurrentie aan te gaan met buitenlandse rechtenorganisaties, maar door deze uitspraak worden we teruggeworpen."
Een belangrijke uitspraak, denkt entertainmentadvocaat Margriet Koedooder. “Met zijn werkwijze probeerde Buma vooruit te lopen op andere rechtenorganisatoren. Buma probeert te overleven door de concurrentie aan te gaan met andere rechtenorganisaties. Voor de opkomst van het internet was de markt redelijk overzichtelijk. Buma maakte deals met organisaties in Nederland, bijvoorbeeld radiostations. Die mogen vervolgens het wereldrepertoire gebruiken. Buma zorgt vervolgens dat het geld bij de rechthebbenden terecht komt. Het internet bracht beweging in dit al sinds 1936 bestaande systeem. Immers, dankzij het internet ontstond er bij betalingsplichtigen (gebruikers van muziek) behoefte aan een one-stop shop voor het verkrijgen van een licentie ook buiten de grenzen van het land waar de gebruiker was gevestigd.”
Met andere woorden: de gang van zaken op internet is precies omgekeerd aan die daarbuiten. Buma mag voor internetgebruik licenties sluiten voor het repertoire dat het zelf vertegenwoordigt (voornamelijk Nederlandse muziek), en dat mag wél voor de hele wereld. Dat heeft als gevolg dat internetbedrijven als Beatport nu deals moeten maken met de afzonderlijke rechtenorganisaties in ieder land van de Europese Unie. Dat waren er al 22, het zijn er nu nog meer. “De grote publishers kiezen ervoor hun digitale rechten weg te halen en er een nieuwe organisatie voor op te richten. Elke publisher zijn eigen loket. De rechthebbende beslist nu wie zijn rechten op internet vertegenwoordigt.”
Het heeft bovendien tot gevolg dat de grote rechtenorganisaties (in Europa vooral Engeland, Frankrijk en Duitsland) die samenwerken met de majors nog machtiger zullen worden. “De Europese Commissie moedigt de concurrentie tussen rechtenorganisaties aan”, legt Koedooder uit. “Een dergelijke concurrentie zou goed moeten zijn voor met name de betalingplichtigen. Van die zienswijze hoopte Buma gebruik te kunnen maken, maar van de rechter mag dat dus niet. Als dit zo door gaat zal het in de praktijk eerder toe gaan naar een soort van monopolie-situatie in Europa, waarin slechts een aantal grote auteursrechtorganisaties de dienst uitmaken. Dat is slechts nieuws voor de auteursrechthebbenden in de kleinere landen, zoals Nederland.”
Buma/Stemra legt zich niet bij de uitspraak neer en zal terug naar Europa moeten. In eerste instantie om het met de andere rechtenorganisaties eens te worden over de werkwijze, vervolgens om de Europese Commissie daarvan te overtuigen. "Maar je zult begrijpen dat dergelijke gesprekken niet gemakkelijk verlopen als een aantal grote organisaties er belang bij hebben dat alles blijft zoals het is."
Zie ook dit oudere filmpje van journalist Vincent Everts op Blip.TV, waarin juridisch directeur Cees van Rij van Buma/Stemra de kern van de zaak uiteen zet. Op haar blog gaat Margriet Koedooder dieper in op de juridische aspecten van de zaak.
Buma verliest zaak van Britse grote broer PRS
Auteursrechtenorganisatie mag geen pan-Europese licenties sluiten op internet
Buma/Stemra mag geen pan-Europese licenties sluiten met online muziekdiensten als Beatport. Dat heeft het Gerechtshof in Amsterdam bepaald in een zaak tegen de Britse auteursrechtenorganisatie PRS.