Bettie Serveert: “De fun is terug”

Veteranen op 3VOOR12-podium Noorderslag

Atze de Vrieze ,

Bettie Serveert is terug. Niet alleen met een nieuw album - Pharmacy Of Love - maar ook met een nieuwe drummer - Joppe Molenaar van Voicst - en frisse moed. "Mensen zeggen: hij mept wel hard hè."

Veteranen op 3VOOR12-podium Noorderslag

“Ik hou me aan de geschreven regels”, zegt Carol van Dyk, zangeres van Bettie Serveert. “Zo stop ik altijd voor rood. Dat is maar goed ook, want ik ben zo kippig als wat. Ik heb zelfs een leesbril om de setlist mee te lezen, sinds mijn zestiende al. De ongeschreven regels daarentegen… Van jongs af aan zet ik overal vraagtekens bij. Dan zeiden mensen: zo hoort dat nu eenmaal. En dan vroeg ik: waar staat dat dan?” Komend jaar bestaat de Amsterdamse band Bettie Serveert twintig jaar. In januari verschijnt Pharmacy Of Love, het negende album. Geen ode aan de romantiek, eerder een eigenwijs onderzoek naar de liefde in brede zin. Over liefde voor jezelf, vriendschap en verliefdheid.

“Ik ben gefascineerd door de liefde. Waarom worden mensen verliefd op elkaar? Het is in feite niet meer dan een chemische reactie. Een nummer als Change4Me gaat over het feit dat vriendschappen vaak toleranter zijn dan relaties. Mensen eisen vaak van hun partner dat het een ander mens wordt.” “Ik zag laatst een programma: Help, Mijn Man Heeft Een Hobby”, zegt gitarist Peter Visser. “Die man had zijn hele huis vol met spullen van Kiss. Dat moest allemaal weg, anders maakte zij het uit. Afschuwelijk toch?”

Achttien jaar terug alweer verscheen Palomine, een klassieker in de Nederlandse popmuziek, die Bettie Serveert ook in Engeland en Amerika op de kaart zette. “Die eerste jaren waren hectisch”, zegt Van Dyk. “Dat was niet normaal. Wij waren zo groen, we waren niets gewend. Ik herinner me een van de laatste shows van de eerste tour, in CBGBs in New York, de kleedkamer was zo vol dat iedereen als sardientjes op elkaar gepakt stond. Ik zat er op dat moment helemaal doorheen. Laat me even rustig omkleden en inzingen, dit is onze kleedkamer! Op een gegeven moment heeft een vriendin me onder de tafel getrokken en me een biertje gegeven.”

Anno 2010 heeft de Bettie-familie een nieuw lid: drummer Joppe Molenaar, bekend uit Voicst. Van Dyk en Visser vormen met bassist Herman Bunskoeke de basis van de band, Molenaar zal de komende tour officieel lid zijn. Hij was er ook bij toen Bettie Serveert in de Ardennen aan Pharmacy Of Love werkte. Zijn stempel is duidelijk te horen. Pharmacy Of Love is Bettie’s hardste plaat in jaren. Een in de categorie 'niet te veel nadenken, gewoon spelen'. Molenaar lijkt zijn bandgenoten op te jutten met zijn drums.

“Je hebt drummers die achter de beat aan hangen, hij duwt de hele tijd”, legt Visser uit. “Dat is mooi, want dat heb ik van nature ook.” “Herman en ik hangen er juist graag lui achteraan”, zegt Van Dyk. “Dat geeft een grappige wisselwerking. Mensen die ons alleen van de laatste jaren kennen zeggen: hij mept wel hard hè. Degenen die ons van voor 2000 kennen, zien de overeenkomst met Berend Dubbe (de eerste Bettie Serveert-drummer, red.). Hun energie, de accenten. Berend drumde nog harder, die ging dwars door bekkens heen.”

De band maakte de afgelopen jaren gestaag nieuwe albums en groeide uit tot een onwrikbare ‘disfunctional family’, zoals Van Dyk het liefkozend omschrijft. “Peter en Herman zijn als het ware mijn broers”, zegt Van Dyk. Haar echte familie is net zo rusteloos als zij zelf. De familie van haar moeders kant ontvluchtte na de Tweede Wereldoorlog Indonesië en verspreidde zich over de wereld. Ze zijn stuk voor stuk eigenwijs, zegt ze. Haar vader, achter in de zeventig en vrijgezel, woont in zijn eentje op een boot in de haven van Vancouver Island.

“Af en toe heeft hij een vriendinnetje”, zegt Van Dyk. “Mijn vader is met pensioen en doet alleen waar hij zelf zin in heeft: hij is alleen maar bezig met schilderen en muziek. Vancouver Island is het enige regenwoud op het noordelijk halfrond. Er zijn daar dolfijnen, otters, zeeleeuwen, orka’s, het lijkt wel of je een sprookjeswereld binnen vaart. Natuurlijk zou ik daar voor tekenen. Ondertussen is hij beter met internet dan ik. ‘Carol, zet nou even Skype op je computer’, zegt hij dan. Hij houdt ook alles bij wat over Bettie Serveert op YouTube verschijnt. Op een dag verdwijnt dat, dat zou zonde zijn, zegt hij. ‘Weet je wat, ik rip het wel even en zet het voor je op een dvd’tje’.” 

“Mijn ouders zijn precies het tegenovergestelde”, zegt Visser. “Ze wonen nog steeds in het huis in het Achterhoekse dorp Lichtenvoorde waar ik opgroeide. Het enige verschil is dat de gemeente er een nieuw toilet in heeft gebouwd. Mijn vader wilde vroeger zanger worden. Hij houdt erg van operette, maar toen hij op zijn 28ste polio kreeg, nam zijn stemvolume af en kon hij niet meer zingen. Hij tekent wel, en precies zoals ik. Toen ik twaalf was wist ik al dat ik in de kunstgeschiedenis, de literatuur of de muziek terecht wilde komen. Voor de rest verloor ik elke interesse. Op mijn veertiende volgde ik een tekencursus bij een dame in het dorp, waar ik bloedfanatiek voor oefende. Tien, twaalf jaar later heeft mijn vader dezelfde cursus gedaan, bij dezelfde dame. We kregen dezelfde opdracht: teken een boom. Die vrouw keek ernaar, schrok en vroeg: is Peter Visser jouw zoon? Dat vond ik na al die jaren helemaal te gek om te horen.”

Het werd uiteindelijk toch de muziek. En na twintig jaar is het nog altijd de dagelijkse routine die het meest trekt, zegt Visser. Hoewel de hectiek een stuk minder is, touren blijft een intense bezigheid. “Alle mogelijke ruzies zijn in de beginjaren al uitgevochten. Ik hou ervan om op elkaars lip in een busje te zitten en elke dag ergens anders te spelen. Touren met de band is een gecontroleerde chaos.” “Welnee, het is juist heel gestructureerd”, zegt Visser, “Ons leven is erop ingericht. Als je naar de maatschappelijke norm kijkt zijn wij outsiders. Het is maar net hoe je wilt dat je leven eruit ziet. Ik wil het liefst op tour en elke avond ergens anders optreden. Carol en ik hebben alleen de band. Goedkope huur, geen auto, geen rijbewijs. Best risicovol, als Carol onder een tram loopt heb ik een probleem.”

Zo simpel is het. Het is gevaarlijk om te spreken van een tweede jeugd (de Betties waren per slot van rekening ook al dertig toen ze doorbraken), maar na twee zorgvuldig gepolijste albums heeft Bettie Serveert met het rauwe Pharmacy Of Love iets van de onbevangenheid uit de begindagen terug. Het album voelt alsof een groep vrienden elkaar na een paar jaar afleiding herontdekt. Peter Visser: “De fun is terug.”

Pharmacy Of Love verschijnt bij PIAS. Bettie Serveert speelt zaterdag 16 januari op het 3VOOR12-podium tijdens Noorderslag, daarna volgt een clubtour door het hele land. Het album staat tijdelijk op de Luisterpaal. Lees ook de Album van de Week recensie.