Zou er ooit nog een radicale muzikale revolutie komen? Een nieuw genre dat schijnbaar uit het niets ontstaat, dat breekt met de vorige generatie, zowel muzikaal als qua levensopvatting. Je weet het natuurlijk niet, maar de kans lijkt klein dat het dit jaar gebeurt. De vier vriendelijke jongens van Vampire Weekend zullen in elk geval zeker niet vooraan staan op de barricades, met fakkels en bakstenen. Jongens ja, want waar veel Amerikaanse bands tegenwoordig met weelderige baarden rondlopen, hebben deze vier frisse, jonge gezichten. Het nieuwe album heet Contra, maar dat is geen politiek statement. Tegen hun ouders hoeven ze zich niet af te zetten. In tegendeel: ze koesteren hun cultureel erfgoed en buigen voor elk briljant muzikaal idee, of dat nou van Joe Strummer komt of van Kanye West. En precies daarvan hebben ze hun kracht gemaakt.
De vier heren van Vampire Weekend zien eruit als de slimste jongetjes van de klas, en dat zijn ze ook. Toen twee jaar terug het debuutalbum van Vampire Weekend uit kwam, vlogen de vergelijkingen en genre-cross-overs je om de oren. Afrikaanse muziek, The Ramones, Peter Gabriel, Paul Simon, The Clash, Talking Heads. Hun teksten gingen over literatuur, kunst, zelfs over taal. Dat klinkt als het recept voor een topzwaar pretentieus kunstwerk, maar het wonder van Vampire Weekend was dat alles juist vederlicht, transparant en vriendelijk klonk. Zeer doordracht en eigenzinnig, maar ook pure pop met gouden hooks.
De band heeft die balans behouden, zelfs uitgediept. Contra kent nog meer exotische geluiden (niet voor niets opent de plaat met het Spaanse drankje Horchata), die dit jaar meer uit Zuid-Amerika komen dan uit Afrika. De legendarische afrobeatdrummer Tony Allen liet zich in 2007 op Lowlands tegen 3VOOR12 ontvallen dat het wel leek of elke band tegenwoordig met dezelfde drummer speelde. De manier waarop Vampire Weekend speelt met invloeden moet goed zijn voor een vaderlijk knikje van de meesterdrummer: geen opportunistisch gedweep met spiritualiteit uit weer een ander continent, maar goed luisteren en simpelweg open staan voor nieuwe ritmes en andere geluiden.
Holiday bijvoorbeeld is geïnspireerd op Californische ska-punkbands. Dat hoor je, maar een ska-punknummer is het niet. White Sky, het beste nummer van de plaat, combineert de digitale sound van dancehall met een Afrikaanse schwung, zonder een van beide te laten overheersen. In het hypersnelle California English horen we heel even de autotune, de stemvervormer die de Amerikaanse hiphop de afgelopen jaren dicteerde. De groei zit hem vooral in de arrangementen van Rostam Batmanglij, die het gemiddelde aantal ideetjes per song flink opschroeft zonder het geluid te overvoeren. Wel strijkers dus, maar alleen als ze op hun plaats zijn. Met Taxi Cab en slotsong I Think UR A Contra heeft Vampire Weekend twee zeer geslaagde down tempo songs aan het oeuvre toegevoegd. Kortom: Contra is zo'n zeldzaam album dat bij de eerste luisterbeurt pakt, maar waarin je iedere luisterbeurt nog iets nieuws ontdekt.
Ooit komt er misschien wel een generatie muzikanten die zich afzet tegen bands als Vampire Weekend. Tegen hun zorgvuldig geconstrueerde, directe popsongs. Tegen de vriendelijk nerdy uitstraling, hun grappige maar weinig uitgesproken karakters. Tegen hun poëtische maar weinig concrete teksten. Voorlopig is de band een van de trotse vaandeldragers van de Amerikaanse popmuziek.
Contra van Vampire Weekend verschijnt op XL/V2. Het album is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (2): Vampire Weekend
New Yorkers staan op Contra open voor muzikale ideeën
Het tweede album van Vampire Weekend heet Contra. Dat is geen politiek statement, en ook geen teken van een stijlbreuk ten opzichte van het debuut. In tegendeel: de formule - slimme, eigenzinnige ideeën verwerken tot compacte popsongs - is alleen maar verder uitgediept.