Tim Knol: "Ik ben altijd bezig met weggaan"

Jonge zanger leeft in een roes

Atze de Vrieze ,

Hij wordt een wonderkind genoemd. En een oude ziel in een jong lichaam. De 20-jarige zanger Tim Knol uit Hoorn bracht eerder deze maand zijn titelloze debuutalbum uit bij Excelsior. Het album werd overladen met goede recensies en kwam binnen op nummer 12 in de album top 100. “Na de Volkskrant-recensie ben ik even een paar dagen in de war geweest.”

Jonge zanger leeft in een roes

Hij wordt een wonderkind genoemd. En een oude ziel in een jong lichaam. De 20-jarige zanger Tim Knol uit Hoorn bracht eerder deze maand zijn titelloze debuutalbum uit bij Excelsior. Het album werd overladen met goede recensies en kwam binnen op nummer 12 in de album top 100. In de eerste twee weken gingen er al meer exemplaren over de toonbank (tussen de 2000 en 3000) dan de zanger zelf überhaupt gehoopt had. Na een uitverkochte show in de kleine zaal boekte Paradiso de zanger meteen terug voor een show in de grote zaal, in mei. “Na de Volkskrant-recensie ben ik even een paar dagen in de war geweest”, zegt Knol. “Je maakt de muziek die je zelf mooi vindt, zonder erbij stil te staan dat mensen het daadwerkelijk mooi kunnen vinden. Zelf kan ik absoluut niet meer beoordelen hoe goed die plaat nu eigenlijk is.”

Wonderkind en oude ziel. Die termen komen vooral voort uit het feit dat Knol muziek maakt die niet bij zijn leeftijd past. Hip en jong is het in elk geval zeker niet. Zijn grootste helden? Neil Young, Bob Dylan. Hedendaags? De Amerikaanse band Beach House. En natuurlijk Anne Soldaat, de Daryll-Ann-gitarist die sinds kort in zijn band speelt. "Ik luister naar allerlei soorten muziek", zegt Knol. "Op een dag wil ik een soulplaat maken." Maar de belangrijkste persoon in zijn muzikale leven op dit moment - Tim Knol laat er geen twijfel over bestaan - is Matthijs van Duijvenbode, voormalig toetsenist van Johan. Het afgelopen jaar ontstond het schrijfduo Knol-Duijf. “Er is simpelweg een klik”, zegt Knol. “We zitten in zo’n schrijfroes dat we meteen maar aan het volgende album begonnen zijn. Duijf is ook mijn regelneef. Hij zorgt dat we bij De Wereld Draait Door konden spelen. Ik heb zo iemand echt nodig, want zelf ben ik een grote chaoot.”

Natuurlijk heeft Knol zo iemand nodig. Want wie met hem praat, merkt dat hij helemaal geen oude ziel is. Hij is precies zo oud als hij is. Net van de middelbare school, waar hij na vijf minuten in een boek lezen liever zijn gitaar pakte. Van jongs af aan zong hij al. “Toen ik acht was zong ik Het Kleine Café Aan de Haven voor een soort oma van me. Laatst moest ik een oude opname van mezelf meenemen naar het programma Kunststof. Toen stuitte ik op een oude demo van toen ik 14 was. ‘My drinking days are over’, zong ik. ‘No more nights at the carrousel’. Ik had natuurlijk geen idee waar ik het over had. Toch heb ik, door maar gewoon te doen wat in me op kwam, enorm veel geleerd. Ik weet wat het is om op een podium te staan.”

Dat leerde Knol vooral met zijn band Be Right Back, die pas recent moest wijken voor zijn solocarrière. Het nummer Sounds Familiar vat de breuk samen met de zin 'Good things don't last, they have to make way'. "Duijf schreef het liedje, maar het gaat over mijn band. Ik moest kiezen wat ik wilde, twee dingen tegelijk doen kan ik niet. Daar is aardig wat jaloezie en gezeik bij komen kijken. Dat snap ik wel. Het ging goed met de band." Dat Knol zijn band verliet staat niet op zichzelf. Zijn titelloze debuut is te beluisteren als een klassiek proces van volwassenwording. Niet voor niets is het steeds terugkerende woord op de plaat 'leave'. "Ik ben wel altijd bezig met weggaan. In twee jaar tijd ben ik drie keer verhuisd", zegt Knol. "Van Hoorn naar Utrecht, vervolgens naar Amsterdam en terug naar Hoorn. Ik woon nu in de haven, maar binnenkort vertrek ik opnieuw naar Amsterdam. Daar hoop ik wel een paar jaar te blijven."

Het nummer Music In My Room gaat strikt genomen over een vriend die op 17-jarige leeftijd overleed aan een spierziekte, maar het kan volgens Knol ook gezien worden als een song over het huis uit gaan. "Ik schreef het nummer voor de ouders van die jongen, maar alleen de rolstoel die erin voorkomt wijst daar concreet op. Ik ben het huis uit gegaan omdat ik ruimte nodig had. Thuis maakte ik er een rommeltje van. Pas toen ik vertrok, realiseerde ik me hoe dankbaar ik mijn ouders ben. Ze hebben me altijd vrij gelaten in wat ik doe."

Uiteindelijk eert Tim Knol zijn roots nog het meest door op de hoes van zijn debuutalbum een familiewapen te plaatsen. "Ik heb nagedacht over een pseudoniem, maar zoiets briljants als Lucky Fonz III kon ik niet verzinnen. Dus is het maar gewoon Tim Knol gebleven. Dat familiewapen bestaat overigens min of meer echt. Er staat een knol in, en een klavertje drie. Daar heb ik een klavertje vier van gemaakt, omdat ik zo veel geluk heb de laatste tijd. Dat paard heb ik er zelf bij bedacht. Tja, als je zo'n naam hebt, dan moet je daar grapjes over maken."

Het titelloze debuutalbum van Tim Knol verschijnt op Excelsior/V2.