SENA ligt op ramkoers met een groot aantal dance-organisaties. De rechtenorganisatie wil dat 1,5 tot 3% van de ticketomzet van grote dansfeesten afgedragen wordt voor naburige rechten. De Belangenvereniging Dance (BVD), die een aantal grote dance-organisatoren vertegenwoordigt, is al vier jaar in onderhandeling met SENA, maar de gesprekken zijn op een dood spoor beland: SENA daagt nu alle leden van de BVD voor de rechter. Het gaat om onder meer Monumental Productions (Awakenings), Extrema, Chemistry en FCA (Free Your Mind, Rockit).
“Het is een principiële discussie”, zegt Dirk Visser, advocaat van SENA. “We hebben het niet over downloadende pubers of controversiële embedtarieven, het gaat hier om commerciële exploitatie van muziek. Ik vind het redelijk dat dergelijke organisaties een bepaald percentage van hun omzet afdragen aan de rechthebbenden. Dance-organisaties hebben nooit een betalingsdiscipline gehad en zich altijd opgesteld als vrijbuiters die niets met de auteurswet te maken hebben. Voor mijn gevoel kun je dance-organisaties vergelijken met omroepen en tv-stations als MTV en TMF. Natuurlijk is er ook het visuele aspect en een entertainmentwaarde, maar er is continu muziek te horen.”
De BVD wil met het oog op de rechtszaak niet uitgebreid ingaan op de zaak. Wel plaatste de vereniging een oproep op haar site aan organisaties die niet aangesloten zijn. “Vanuit de BVD zien ze de rechtsgang met vertrouwen tegemoet. Er is hen echter ter ore gekomen dat SENA ook organisaties die niet lid zijn van de BVD onder druk zet om akkoord te gaan met de regeling om 3% van de totale kaartverkoop bij hen in te leveren.” De BVD roept die organisaties op om contact met hen op te nemen en “geen gehoor te geven aan de voorstellen/dreigementen vanuit de SENA totdat de rechtbank een bindende uitspraak heeft gedaan.”
In het bericht van de BVD is sprake van een bedrag van 10 cent per bezoeker dat clubs en discotheken afdragen aan SENA. De BVD vindt dat dance-festivals onder dezelfde regeling moeten vallen. Bij een evenement in de Gashouder (vaste locatie van bv Awakenings), met een capaciteit van 3500 personen, zou dat neerkomen op 350 euro. Volgens Mariëlle Kuijt van de SENA klopt dat niet. Clubs rekenen volgens haar af per vierkante meter. Een folder op de website van SENA ondersteunt die lezing. Clubs betalen voor ‘amusementsmuziek’ 521,60 euro per 100 m2. Daarvoor mogen ze jaarlijks 30 evenementen organiseren. Voor elke 50 komt er vervolgens 260,81 euro bij. Met deze rekensom zou een avond in de Gashouder (2500 m2) een rekening opleveren van 13.040,50 euro. De werkelijkheid ligt vermoedelijk wat gecompliceerder, want deze berekening gaat voorbij aan het feit dat een 'normale' club voor dat bedrag 30 events zou mogen organiseren.
Volgens SENA zou een afrekening per m2 juist ongunstig zijn voor grote dansfeesten, omdat dit geen rekening houdt met de bezoekersaantallen. Een afdracht van 3% van de kaartomzet in bovengenoemde voorbeeld zou neerkomen op zo’n 4.000 euro per evenement. “Wij beschouwen eenmalige dance-evenementen als een totaal andere openbaarmaking dan clubavonden of cafés”, zegt Mariëlle Kuijt. “Het is niet wekelijks, de sfeer is anders, het economische plaatje erachter is anders, de toegangsprijzen zijn anders. Het maakt nogal wat uit of je naar een festival gaat waar je 50 euro betaalt of een clubavond die 10 euro kost.” Meerdere keren per jaar op dezelfde locatie events hebben kwalificeert een organisatie niet als clubexploitant, zo stelt. SENA.
Kuijt wijst erop dat de grote dance-organisaties een vergelijkbare deal hebben met Buma/Stemra, aan wie ongeveer 5% van de omzet afgedragen wordt. SENA wil net als Buma/Stemra gebruik maken van de fingerprintingtechniek, die het mogelijk maakt precies te registreren welke muziek gedraaid wordt. “Op dit moment is er helemaal geen deal tussen de SENA en deze grote dance-feesten. Dat is treurig. Uiteindelijk gaat het ons allebei om de muziek.”
Volgens Kuijt stelt de BVD zich erg stug op in de onderhandelingen. De auteursrechtenorganisatie spreekt naar eigen zeggen ook met twee andere grote partijen, die niet aangesloten zijn bij de BVD, ID&T/Q Dance en UDC (o.a. Dance Valley). Met hen verlopen de gesprekken volgens Kuijt een stuk voorspoediger. “We zijn bezig met het concretiseren en finetunen van de bestaande afspraak en verwachten er binnenkort uit te komen. Ook met de leden van de BVD gaan we het liefst gewoon weer in gesprek. Maar zolang deze dance organisaties zich verschuilen achter de BVD, zit er niets anders op.” De zaak tussen SENA en de BVD-leden dient vermoedelijk in maart. Een precieze datum is nog niet bekend.