“Meerderheid Kamer steunt wet tegen woekerprijzen”

Wel twijfels over steun Eerste Kamer

Fiona Fortuin ,

Dinsdagavond 9 februari is de secondary ticketing initiatiefwet van SP lid Arda Gerkens en CDA’ er Nicolien van Vroonhoven besproken in de Tweede Kamer. Er waren veel vragen en kritische kanttekeningen, vertelt Gerkens. Toch denkt ze op de steun van de meerderheid te kunnen rekenen.

Wel twijfels over steun Eerste Kamer

Dinsdagavond 9 februari is de secondary ticketing initiatiefwet van SP lid Arda Gerkens en CDA’ er Nicolien van Vroonhoven besproken in de Tweede Kamer. Met deze wet hopen zij de woekerprijzen bij de doorverkoop van tickets een halt toe te roepen. Er waren veel vragen en kritische kanttekeningen, vertelt Gerkens. Maar de SP’er denkt toch een meerderheid achter haar wetsvoorstel te hebben staan. “Ik heb goede hoop.” De komende tijd zal Gerkens de vragen beantwoorden. Afhankelijk van de agenda van de Tweede Kamer zullen deze opnieuw worden besproken, waarna de wet in stemming wordt gebracht.

Gerkens over de verschillende partijen: “De PvdA had veel vragen, maar onderschrijft het probleem met de doorverkoop van tickets. De PVV is ook positief, maar is kritisch over de handhaving. Christen Unie en VVD zijn tegen. Zo ziet de VVD wel het probleem in, maar de partij wil niet dat de overheid in de markt ingrijpt.”

Gerkens denkt met haar antwoorden de twijfels weg te kunnen halen. “Ik zal ook aanvullende gegevens verzamelen en die toevoegen om het probleem van secondary ticketing nog beter te onderbouwen. Het percentage van het aantal doorverkochte kaarten is bekend (SP houdt percentage aan van 15-20%), maar bij hoeveel concerten secondary ticketing gaande is, is nog niet in cijfers uitgedrukt. We willen aantonen dat de doorverkoop van tickets tegen hele hoge prijzen een structureel probleem is en niet alleen plaatsvindt wanneer Madonna een keertje naar Nederland komt.”

Over de steun van de Tweede Kamer is Gerkens dus optimistisch, maar ze twijfelt of ze haar wet ook door de Eerste Kamer krijgt. “Ik heb begrepen dat daar twijfels bestaan over de noodzaak van de wet. Toch denk ik ook hen te kunnen overtuigen.”