Album van de Week: Shackleton

Fabric 55 luistert als een spannende tocht door een electronisch oerwoud

Sander Kerkhof ,

Op Fabric 55 showcased Shackleton vooral de uptempo kant van zijn muzikale spectrum, ooit door een Britse recensent al eens treffend omschreven als ‘rave voor kadavers’. Een tachtig minuten durende koortsdroom die je onrustig van de ene kant van de dansvloer naar de andere laat zweven.

Fabric 55 luistert als een spannende tocht door een electronisch oerwoud

“Everybody starts from point 1”. De herhaalde sample wordt langzaam een mantra. Het nummer Deadman zit net over de helft van de tachtig minuten durende Fabric 55 mix en voelt, net als een groot gedeelte van het album, aan als een schier ondoordringbaar electronisch oerwoud, een waar je gewapend met een flinke dosis zelfvertrouwen en een vers geslepen kapmes doorheen moet, en blijft oppassen dat er niet ineens een sissende slang tussen de draden boven je hoofd hangt. Onheilspellende geluiden in de verte, een borrelende kookpot, rare digitale vogels: Fabric 55 is een vloeiende aaneenschakeling van broeiende ritmes, rivieren van reverb en echoënde stemmen uit het verleden.

Sam Shackleton woont tegenwoordig in Berlijn, maar komt oorspronkelijk uit Lancashire, Engeland. Zijn mix is nummer 55 in een inmiddels legendarische cd-serie van de Londense club Fabric. Na Omar S. en Ricardo Villalobos is hij pas de derde die alleen maar eigen nummers gebruikt. Een praktische reden, volgens Shackleton, zo zei hij onlangs in een interview op Kindamuzik. Bij zijn optredens gebruikt hij ook alleen maar eigen materiaal, hij heeft geen behoefte om andermans muziek te presenteren. “Niet omdat ik er niet van houd, maar omdat ik weet wat ik wil maken en hoe ik het moet brengen. Ik voel mezelf geen dj en kom ook niet uit die cultuur."

Fabric 55 is de studioweerslag van een live optreden in Fabric van afgelopen zomer. Hier showcased Shackleton vooral de uptempo kant van zijn spectrum, ooit door een Britse recensent al eens treffend omschreven als ‘rave-muziek voor kadavers’. Onuitgebracht materiaal dus, gecombineerd met eerdere releases op Perlon, Hotflush en natuurlijk zijn (inmiddels overleden) eigen label Skull Disco.

Shackleton groeide de afgelopen jaren uit tot een van de belangrijkste vernieuwers in het steeds grijzer wordende gebied tussen dubstep en techno. Een die volledig in zijn eigen universum bleef en zich weinig tot nooit uitliet over zijn muziek. Daar is nu, met de release van Fabric 55 wat verandering in gekomen. Waarom hij 2008 stopte met zijn label Skull Disco bijvoorbeeld. Naar nu blijkt,  omdat het label te ‘belangrijk’ werd in de scene. Opnieuw op Kindamuzik: "Ze zagen Skull Disco als een platenlabel dat de lijntjes verbond tussen techno en dupstep. Maar zo had ik het nooit bedoeld." Shackleton verhuisde naar Berlijn, bracht vorig jaar een album uit op Perlon en startte een nieuw label met de prachtige naam Woe To The Septic Heart.

Zijn muziek wordt vaak omschreven als ‘donker’,  maar daar kan de Brit niet zo veel mee. De termen roepen volgens hem wellicht accociaties op met machismo en agressie. Op Kindamuzik: “Het is wellicht niet zo super glossy als veel andere moderne muziek, maar ik zou toch graag willen dat mensen mijn muziek als warm en zelfs feestelijk zien in plaats van donker."

Prima, maar deze kerst dansen we wel degelijk op het besneeuwde graf met Shackleton. De Britse producer flirt in zijn titels graag met de dood, hel en verdoemenis. Zo ook in deze Fabric 55 mix. Massacre, Deadman, Blood Rhythm, Death Is Not Final. Die laatste track, oorspronkelijk van het het geweldige dubbel-album Soundboys Gravestone Gets Desecrated By Vandals uit 2008, is hier terug in een snel opgevoerde en op hol geslagen versie. De dubby, halftempovibe van het origineel is nu meer percussieve techno geworden. De spaarzame tekst in het nummer is van Vengeance Tenfold - een vriend waarmee Shackleton tien jaar geleden muziek maakte in het Londense punkcircuit. Het programmeren van de beats van de track kostte hem trouwens twee maanden, zo vertelt de Brit in een geweldig interview met Resident Advisor.

Om de muziek van Shackleton hap-slik-weg luisterbaar of makkelijk dansbaar de noemen gaat dus wat ver. Er zitten constant disruptieve en dissonante elementen in. In Man On A String trommelt Shackleton er lustig op los op botten en pannen, Gregoriaans gezang kleurt Moon Over Joseph’s Burial. In Bottles gaat de reverb op de clap vol open als een deur die openslaat en de ijzige kou naar binnen laat glijden. Als je door je wimpers luistert naar Negative Thoughts, kun je zelfs een op hol geslagen Afrikaanse percussieband horen. De combinatie van synth stabs, pulserende bassen, Afrikaanse percussie, tamboerijn: als het maar niet standaard klinkt.

Hij is een beetje allergisch voor de kick-snare, die vindt hij te dictatoriaal. Shackleton wil muziek maken die ‘vloeibaarder’ is dan dat. Percussie met een minder harde aanslag en een lagere frequentie zijn makkelijker om een groove mee te vinden. Het pulserende ritme sijpelt langzaam het lichaam binnen en brengt een onrustig, maar toch warm en aards gevoel teweeg. Een koortsdroom die je onrustig van de ene kant van de dansvloer naar de andere laat zweven.

Fabric 55 is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.