In januari 2009 won Robyn een Zweedse Grammi. In haar dankwoord droeg ze de prijs op aan Madonna. Op Body Talk verzamelt de platinablonde Scandinavische zangeres in één jaar een dozijn hits waar de queen of pop tegenwoordig een moord voor zou doen.
Robin Miriam Carlsson (1979) was eind jaren negentig hard op weg het Zweedse antwoord op de Britney’s en Christina's van de toenmalige wereld te worden. Met het TLC-achtige Show Me Love scoorde ze in 1997 (op haar zestiende) tot in de Verenigde Staten een hit. Toch koos ze er voor om een andere weg in te slaan. Ze trok zich terug uit de schijnwerpers en begon haar eigen label Konichiwa Records. En met succes. In 2005 keerde ze terug, geheel op eigen kracht met Robyn, haar vierde album.
Vier jaar later volgt Body Talk, het eindresultaat van een project dat de Robyn fans in 2010 bezig hield. Carlsson wilde na zo’n lange periode van afwezigheid niet wachten om nieuw opgenomen materiaal naar buiten te brengen. Body Talk Pt.1 en 2 kwamen snel nadat ze gemaakt waren uit. Beide als mini albums met ieder acht nummers. De songs waren afgelopen jaar al geschreven, ze moest alleen nog de tijd vinden om ze op te nemen. Het oorspronkelijke plan, om dit jaar ook nog een derde mini uit te brengen, werd bijgesteld. Body Talk Pt. 3 is Body Talk, HET ALBUM geworden. Met vijf nummers van de twee voorgangers en een evenredig derde deel aan nieuw materiaal.
Body Talk gaat over het lichaam, over emancipatie, sensualiteit, zelfverzekerdheid en kwetsbaarheid, zei Robyn onlangs in een interview met de VPRO Gids. Eerste bewijsstuk is Fembot, gepromoveerd van Pt.1 naar openingstrack en een Black Eyed Peas hit met een echt hart in plaats van dat van een opblaaspop.
In Dancing On My Own, een single van deel 1, staat ze in een hoekje van de club te loeren naar de dansvloer waar haar ex-vriendje staat te zoenen met zijn nieuwe vlam. Herkenbare situaties in herkenbare vorm, maar toch op geheel eigen manier in een strak popjasje gegoten. Robyn, opnieuw in de VPRO-Gids: “Dat is het mooie van popmuziek: je kan nog zo slim en intellectueel bezig zijn, maar als je geen mooie vorm en een klassieke popsong hebt, wordt het heel moeilijk communiceren.’
De kristalheldere, dance-gerichte productie is veelal van Zweedse makelij. Klas Åhlund, producer van de albums van Caesars (Palace) en lid van Teddybears STHLM (wie herinnert zich niet de hit Cobrastyle uit 2004). Ze werken al samen op Robyn’s album uit 2005. Åhlund schreef (soms samen met Robyn zelf) elf van de zestien songs. Zijn nummers hebben een hoog ‘waar heb ik dat al eens eerder gehoord’-gehalte en bestaan vaak uit een herkenbaar synthlijntje, eighties sounds en een killer refrein, waar perfecte Robyn’s vocalen worden gedubbeld.
De sterkste songs van de eerste twee delen zijn natuurlijk aanwezig. Opvallend genoeg zijn alle ballads geskipt. Op Body Talk 1. tapte Robyn uit verschillende vaatjes. Zoals in None Of Dem, waar ze samen met Royksopp meer de dromerige M.I.A. kant op ging. En Dancehall Queen, ontstaan na een discussie met Diplo over Ace Of Base, klinkt precies zoals je van een samenwerking zou hopen. Pt. 2 was steviger, Body Talk voor op de electrodansvloer. Hang With Me ademt de mid-jaren tachtig sfeer van Miami Vice en de Pet Shop Boys. Een onverwachte samenwerking met Snoop Dogg in U Should Know Better verleidt hiphop-fan Robyn tot uitspraken als “Even the Vatican knows not to fuck with me.”
Hoe verhouden de vijf nieuwe nummers zich tot het vuurwerk van de eerste twee cd's? Indestructable, eerder akoestisch met stemmige violen, keert hier terug als stemmig synth-arpeggio + handklap dansvloermonster, compleet met wat een Wendy Carlos solo had kunnen zijn. Max Martin, de Zweedse pophitdoktor bij uitstek, met wie Robyn samenwerkte op Show Me Love, is terug voor het wat licht aandoende Time Machine. Call Your Girlfriend, waarin feeks Robyn haar (soon to be?) nieuwe liefde opdraagt om zijn vriendin te bellen om het uit te maken, is venijnig, licht vertwijfeld en volwaardige pop ineen. Geen groot kwaliteitsverschil hier dus met de voorgangers.
Robyn houdt van de de relatie tussen technologie en menselijkheid en is gefascineerd door robots. Zo veel was al duidelijk door Robotboy op haar vorige album en werd nog eens versterkt door samenwerking met Röyksopp op hun single The Girl And The Robot. In de combinatie met het thema eenzaamheid, de 80’s invloeden, een koele Zweedse tante zou dat een kille plaat kunnen opleveren, maar dat is Body Talk zeker niet. ‘Fembots have feelings too’, zingt ze in de openingstrack. Te poppy voor de serieuze muziekliefhebber, te slim voor de popfans. Ze is eigenlijk wel tevreden met die status als buitenstaander. Robyn is baas in eigen dancepopbubbel.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (49): Robyn
Op Body Talk is Robyn baas in eigen dancepopbubbel
In januari 2009 won Robyn een Zweedse Grammi. In haar dankwoord droeg ze de prijs op aan Madonna. Op Body Talk verzamelt de platinablonde Scandinavische zangeres in één jaar een dozijn hits waar de queen of pop tegenwoordig een moord voor zou doen.