Er is een verschil tussen een goed en een interessant album. Neem Neon Bible, het tweede album van de Canadese band Arcade Fire. De zware, beladen opvolger van het bejubelde debuut, met teksten over grootse thema’s als religie en media. Een flinke kluif waar eindeloos aan te interpreteren viel, maar uiteindelijk geen blijver. Dat zal anders zijn met The Suburbs, en dat komt vooral doordat Win Butler het dit keer dichter bij huis houdt. Letterlijk: hij neemt ons in een magistrale roadtrip mee langs het tuinpad van zijn vader.
The Suburbs is een stuk lichter dan Neon Bible, benadert bij vlagen de euforie van Funeral, maar is vooral doordrenkt met nostalgie. Dat tuinpad van Win Butler lag, uiteraard, in de buitenwijk van een grote stad. Een relatief veilige omgeving, maar niet bepaald mooi of bijzonder. Het is het decor van eerste liefdes en dromen over de toekomst. Hij keek er hele zomervakanties doelloos uit het raam, wachtend op iets dat hij omschrijft als de ‘suburban war’, een soort alles veranderende persoonlijke revolutie. In andere woorden: pak de autosleutels van je moeder en vertrek. Het liefst natuurlijk met de enige kameraad die dat plan ook ziet zitten.
Natuurlijk deed Butler dat op een goede dag, maar om nu te zeggen dat het tintelende gevoel van verwachting ingelost werd: nee. De moderne man (die in de rij staat voor zijn Grote Kans) en de moderne jeugd (die je dwingt hun spel mee te spelen) zijn in Butlers teksten schrikbeelden. In We Used To Wait mijmert hij over de tijd dat we nog geduldig wachten tot een brief door de postbode bezorgd werd. Tegenwoordig, zo zingt hij, schreeuwt men zonder geduld: “Sing the chorus again!”
The Suburbs is een verhaal in 16 delen, dat ook zo benaderd moet worden. Om zo’n verhaal spannend te houden moet je kunnen doseren, en die vaardigheid toont Arcade Fire op The Suburbs voorbeeldig. Het album begint met het relatief gewone titelnummer, dat eindigt met een wegstervende viool. Maar voor het geluid echt gedoofd is, wordt het opgepikt als begin van Ready To Start, een song met een synthesizer hook en een fenomenale opbouw. Tot drie keer toe blijft het refrein uit, maar volgt op het couplet alleen een bruggetje. Zo voelt het althans, en het blijkt uiteindelijk ook zo te zijn, waardoor het ‘now I’m ready to start’ uiteindelijk aankomt als een mokerslag.
Na het weer relatief gewone Modern Man volgt het stuwende Rococo, en dan als klap op de vuurpijl Empty Rooms, waar eindelijk voor het eerst de stem van Régine Chassagne ingezet wordt, in combinatie met wervelende strijkers. Gitaren zijn er in overvloed, maar ze zijn vaak opvallend ver weg geplaatst in de mix, waardoor percussie, strijkers en bas vaak de leiding nemen. Muzikaal gezien valt alleen het middenstuk (vooral Half Light I en II) wat tegen, maar ook de tweede helft van het album heeft veel moois te bieden. In Suburban War roept Butler uit dat zijn oude vrienden hem nu niet meer kennen, Month Of May is een punkerig niemendalletje dat binnen de context van de plaat juist lucht biedt, waardoor het ontroerende Wasted Hours (over verveling en ambitie) beter aankomt.
Het album sluit met een weemoedige reprise van The Suburbs, die het album in een notendop samenvat. “If I could have it back, all the time that we wasted”, klinkt het. En vervolgens: “I’d only waste it again.”
The Suburbs van Arcade Fire verschijnt bij Universal.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (31): Arcade Fire
The Suburbs is een magistrale roadtrip langs het tuinpad van Win Butlers vader
Win Butler neemt ons in een magistrale roadtrip mee langs het tuinpad van zijn vader. The Suburbs is een stuk lichter dan Neon Bible, benadert bij vlagen de euforie van Funeral, maar is vooral doordrenkt met nostalgie.