Geluidsoverlast bij concerten: hoe erg is het nu echt?

Professionals en deskundigen relativeren geluidsoverlast

Casper Sikkema ,

Afgelopen weekend op London Calling was het weer raak. Wie de folky liedjes van Stornoway wilde horen, moest flink vooraan staan. Op het balkon werd de muziek totaal overstemd door een zee van geroezemoes. De irritatie over massaal pratende mensen bij concerten lijkt toe te nemen. Maar hoe erg is het nu echt?

Professionals en deskundigen relativeren geluidsoverlast

Bezorgde opiniestukken in de krant, artikelen in verschillende media en zelfs een heuse T-shirtactie: er is de laatste tijd steeds meer aandacht voor concerten die lijden onder een luid converserend publiek. Maar hoe groot is het probleem eigenlijk?

Volgens professionals en deskundigen hebben het vroegtijdige afgebroken Tindersticks-optreden en ook het geluidsoverlast op London Calling afgelopen weekend een duidelijk aanwijsbare oorzaak. Ben Kamsma van London Calling: “Zo’n incident als bij Tindersticks was gewoon te voorspellen. Je moet als boeker zo weinig mogelijk gokken. Een band moet de grote zaal aankunnen. Stornoway stond afgelopen weekend in de grote zaal door afzeggingen een aantal wijzigingen in het schema. Dat mislukte, maar ik heb ook zoveel stille concerten gehoord. Over het algemeen is het gewoon aan de artiest zelf om een aandacht en stil publiek af te dwingen.”

Berend Schans, directeur van de Vereniging Nederlands Podia en Festivals (VNPF) vraagt zich ook af hoe groot het probleem eigenlijk is. “Zij die zich irriteren zijn vaak de mensen die het hardste roepen. Ik begrijp dat het mensen stoort als er wordt gepraat bij een ‘stil’ concert, maar laten we vooral niet te krampachtig doen. In dat opzicht viert het individualisme, ook in de concertbeleving, hoogtij. Mensen willen tijdens een concert een zo optimaal mogelijke luisterervaring voor zichzelf. De hoorbare aanwezigheid van anderen moet daarom ook  tot het minimale worden teruggebracht. Helaas voor die mensen komen er niet alleen Kafka-lezers in coltrui naar concerten, maar ook mensen die met vrienden gewoon een gezellig avond willen hebben.” 

Volgens Tom ter Bogt, popprofessor van de Universiteit Utrecht, is live-muziek voor een groot gedeelte van de bezoekers sinds jaar en dag vooral een sociale gebeurtenis. “Weinig mensen gaan alleen naar een concert en ook bij festivals gaan mensen vooral in groepen. Het idee dat je naar een concert gaat om daar stil te zitten en heel aandachtig te luisteren naar wat er gebeurt, is eigenlijk een 19e-eeuws idee. Daarvoor was dat niet normaal, daarna ook niet. Eigenlijk is een situatie waarbij het publiek voor de gezelligheid een optreden bezoekt heel erg back to basic.”
 
Professionals benadrukken dat, naast de kwaliteit van een artiest om de aandacht vast te houden, ook omstandigheden een niet te onderschatten factor zijn. Johan Gijsen, programmeur van Tivoli, vertelt dat hij maandelijks muisstille concerten ziet. “Een paar zalen hebben het door de afmetingen en indeling lastiger, dan een kleine overzichtelijke zaal als De Helling. Paradiso en Tivoli Oudegracht zijn voor kwetsbare concerten sowieso lastige zalen. Ze zijn groot en mensen voelen zich op verschillende plekken vrijer om te praten.” Volgens Gijsen speelt ook de toegenomen aantal bezoekers bij livemuziek mee in de beleving van de harde kern liefhebbers. “De doelgroep die onze zaal bezoekt is flink gegroeid. Daarmee krijgen we ook mensen binnen die een artiest via een hitje op de radio kennen. Zonder te generaliseren is de kans  groter dat ze zo’n concert als een echt avondje uit zien en er dus ook gemakkelijker doorheen praten.”
 
Harry Hamelink van Motel Mozaique beaamt dat een groot deel van het probleem organisatorisch te voorkomen is. In de tien jaar dat het Rotterdamse festival bestaat heeft Hamelink slechts een keer een vervelend incident meegemaakt. “Dat was met Johann Johannsson. Door een onvoorziene samenloop van omstandigheden moesten we hem van de Stadsschouwburg naar Watt verplaatsen. Dat mislukte en dat was erg jammer.” Als organisatie kan je volgens Hamelink door slim te programmeren voor een groot gedeelte voorkomen dat de ‘verkeerde’ mensen bij een ingetogen optreden staan. “Wij kijken altijd goed of de choreografie klopt. Dat betekent dat we goed nadenken over welke optredens een bepaalde bezoeker wil zien. Daar proberen we het programma op af te stemmen.” 

Volgens veel professionals en deskundigen valt het over het algemeen dus best mee met de overlast. Popzalen anticiperen bij kwetsbare concerten al door stilte-vragende posters met op te hangen en flyers uit te delen. Tivoli spreekt bij extreme gevallen via de security te luidruchtige mensen aan, Rotown heeft op zaterdagavonden nooit een akoestisch optreden en Paradiso vraagt soms via het powerpointscherm om stilte en respect voor de artiest. Volgens Ben Kamsma moet je meer ook niet willen. “Ik vind zelfs te ver gaan om mensen te waarschuwen. We moeten niet te bevoogdend worden.” Johan Gijsen denkt dat de discussie die is ontstaan al een gedeelte van de oplossing is. “Daarmee kweek je bewustwording.”