Hij won de rechtszaak tegen Mininova, hij kreeg gelijk in de zaak tegen The Pirate Bay. Achterhoedegevechten, zeggen sommigen, maar volgens directeur Tim Kuik van de Stichting Brein begint jarenlang geduldig werken zijn vruchten af te werpen. De piraterijbestrijder creëerde in ruim tien jaar tijd een juridisch raamwerk dat het volgens hem mogelijk maakt om er bovenop te zitten. Voor- en tegenstanders van het controversiële orgaan zijn het er over eens dat 2009 juridisch en publicitair een cruciaal jaar is voor Brein. “We hebben vijf jaar geleden een plan gemaakt. We zijn nu waar we willen zijn.”
Kunnen we na de zaken tegen The Pirate Bay en Mininova voorzichtig concluderen dat het piratenschip zinkende is?
“Dat weet ik niet. Sites als The Pirate Bay en Mininova hebben heel groot kunnen groeien, omdat de regelgeving op internet nog heel onduidelijk was. Het duurde lang voordat die duidelijkheid er kwam. Dat wil zeggen: wij vonden het al die tijd al duidelijk, die sites niet. Nu is het mogelijk om sites veel sneller aan te pakken, waardoor ze nooit meer zo groot kunnen worden. Er zal een versplintering optreden, in plaats van één grote krijg je vermoedelijk vijftig of vijfhonderd kleine. Dat maakt het lastig ze aan te pakken, maar het kan.”
Hoeveel van die kleine sites rollen jullie per jaar op?
“Tussen de 300 en 400. Dat zijn er meer dan vijf jaar geleden, maar we zien wel een kentering. Nederland was een vrijhaven, alles kon, alles mocht. Dat is afgelopen. Veel sites vertrekken nu naar het buitenland.”
Wat is de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen tien jaar?
“We hebben stapsgewijs aan moeten tonen dat p2p diensten wel degelijk aansprakelijk zijn voor schending van het auteursrecht. In eerste instantie hebben we er jaren over gedaan om hosting providers zover te krijgen ons de NAW-gegevens van de bewuste sites te geven. Dat hebben we inmiddels via de rechter afgedwongen. Afspraken maken met providers kost veel tijd. Ze willen wel praten, maar ze hebben geen haast. Ze vinden het lastig, het kost geld. Vervolgens nemen we contact op met zo’n site. Doorgaans krijgen we in eerste instantie een digitale middelvinger. The Pirate Bay was daar sterk in. Koop maar een honkbalknuppel en steek die in je achterste, dat werk. Die sites riepen in eerste instantie heel stoer dat ze geen inbreuk maken. Ze verveelvoudigen niet en ze maken niets openbaar, ze tonen alleen wat er al is. Niet de dienst, maar de gebruiker zou de piraat zijn. Wij slagen er steeds beter in de rechter te overtuigen dat diensten als Mininova wel degelijk aansprakelijk zijn.”
Straks heeft Brein zijn juridische raamwerk af, en dan komen er Piratenpartijen die de wetten willen veranderen.
“Daar maak ik me geen zorgen over. We hebben nu eenmaal regels met elkaar afgesproken en die handhaven wij. De Nederlandse Auteurswet is een juweel van een wet. Hij is namelijk techniek onafhankelijk. Jij kunt bepalen wat je met je materiaal wilt doen. Het maakt ons vervolgens niet uit of je het gratis weggeeft, voor weinig of voor veel, dat is jouw beslissing.”
Veel mensen vinden de Auteurswet niet flexibel genoeg.
"Dat ligt zeker niet aan de Auteurswet, hooguit aan de toepassing.
Bedenk wel dat ook zoiets als Creative Commons, een model waarin niet-commercieel gebruik gratis wordt toegestaan, niet zou kunnen zonder de Auteurswet."
Is Buma/Stemra dan wel flexibel genoeg?
"Daar zul je met hen over moeten praten. Buma/Stemra werkt voor alle componisten en tekstschrijvers. Dat proberen ze zo goedkoop mogelijk te doen, en uitzonderingen maken dingen duurder. Het beleid van Buma/Stemra wordt overigens bepaald in overleg met de leden. Als de leden het anders willen dan zal het gebeuren.
Er is een grijs gebied tussen piraterij en legaal gebruik. Men noemt dat tegenwoordig remix. In de documentaire RIP: Remix Manifesto wordt het voorbeeld genoemd van Girl Talk, die zo veel samples gebruikt dat zijn muziek niet uit te brengen is. De redenering is vervolgens: cultuur moet kunnen voortbouwen op wat al gemaakt is. Wat vindt u van die gedachte?
“Daar ben ik het mee eens. Brein gaat daar ook niet over. Het interessante aan die documentaire is: de maker signaleert een probleem, maar het is heel theoretisch. Hij roept meerdere keren dat hij door het gebruik van Girl Talk’s muziek in problemen kan komen, maar in feite is dat niet gebeurd. Aan het einde van de film wordt zelfs duidelijk dat hij zijn baan op heeft kunnen zeggen. Hij verdient er kennelijk geld mee. Kennelijk zijn de rechthebbenden niet achter hem aan gegaan, en als ik rechthebbende was, zou ik dat ook niet doen. Ik heb het gevoel dat dit moet kunnen. Ik ben voor een licht auteursrecht, al hecht ik aan een exclusief verbodsrecht voor de maker.”
Dat klinkt genuanceerd, maar u staat op internet bekend als een hardliner, een nazi. Nu George W. Bush het Witte Huis verlaten heeft, bent u volgens sommigen de slechtste mens op aarde.
“Is dat zo? Volgens anderen ben ik de beste. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. De vraag is wie precies de mensen zijn die kritiek op mij hebben. Mijn ervaring is dat het in de blogosphere gaat om een kleine groep usual suspects, hardliners. Het gevaar van het internet is dat je denkt dat het democratisch is, terwijl het feitelijk de dictatuur van de grote schreeuwers is.”
Is het leuk om piraterijbestrijder te zijn?
“Ja. Ik sta er in ieder geval volledig achter. Ik uit mijn mening en doe dat niet anoniem. Dan ben je heel erg herkenbaar en vindbaar. Veel geschreeuw komt af van mensen die anoniem blijven. Die anonimiteit zorgt er ook voor dat zo’n mening snel ontaardt. Het gaat mij om oplossingen en maatschappelijke haalbaarheid. Ik denk wel dat de maatschappij maakbaar is, en dat doe je via regelgeving. Als er geen regelgeving is, wordt het echt een geweldige puinhoop. Dat zie je in landen waar de handhaving wegvalt. Daar wordt het museum met nationaal erfgoed door de eigen burgers leeg geroofd. Precies dat gebeurt op internet.”
Was het slim om in Elsevier op te scheppen over de laptop van die hacker die u in bezit had?
“Nee, dat was niet slim. Het zat zo: kort daarvoor was er een briefje naar het AD gegaan dat ik vermoord zou worden op die en die dag, op dat en dat uur. Het was duidelijk de bedoeling om dat in de krant te krijgen. Ik heb aan het AD gevraagd om dat niet te plaatsen. Dat deden ze wel, dus het werd wijd verspreid. Toen had ik een beetje een 'fuck you' moment. Die journalist van Elsevier belde voor een artikel over gadgets. Toen liet ik mij ontvallen dat ik een laptop heb, die ooit van een hacker geweest is. Hij vond dat natuurlijk mooi om op te schrijven. Geen Stijl riep mij vervolgens uit tot laptopdief, maar ik had het apparaat legaal in mijn bezit. Wij hadden bericht van het OM gekregen dat een bepaalde zaak afgerond was. De laptop werd formeel toegewezen aan onze cliënt, die in Amerika woont. Die klant vond het wat overdreven om het apparaat naar Amerika te laten sturen en schonk het ding aan ons. Het was dus eigenlijk een provocatie van mij om dat te zeggen. Tegelijkertijd is het natuurlijk zo dat als je illegaal bezig bent, je spullen in beslag genomen en vernietigd of verbeurd kunnen worden.”
Is dat leuk, provoceren?
“Nee, eigenlijk niet. Het gaat er mij meer om te laten zien dat het standpunt dat wij innemen eigenlijk heel redelijk en verdedigbaar is.”
Is piraterij helemaal uit te roeien?
“Nee, er blijft altijd een harde kern gebruikers. Maar als filesharing ondergronds gaat, zal het vanzelf kleiner worden. Voor de ‘normale’ consument zal het minder aantrekkelijk worden. De komende jaren zul je een opkomst zien van piraterij van ebooks. Ook daar gaan we structureel mee bezig. Die ebooks worden verspreid via dezelfde kanalen als muziek en film, kanalen die we steeds beter onder controle hebben. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat je illegale handel in een fysieke markt terug kan brengen tot zo’n 10%. Door de snelheid van het internet zal dat aandeel daar vermoedelijk hoger liggen, maar als we het terug kunnen brengen tot 25%, zijn we thuis. Daarbij staat of valt dat de industrie goede legale alternatieven biedt. Dat kunnen downloadplatforms zijn, streamingdiensten of ad supported diensten. Als de industrie daar niet aan werkt, heeft wat wij doen geen zin. Gelukkig gebeurt er op dit moment heel veel.”
Veel mensen zeggen: de artiest verdient een vergoeding voor zijn werk, maar de muziekindustrie heeft dit over zichzelf afgeroepen door jarenlang de klant en de artiest uit te buiten.
“Hunter S. Thompson zei ooit: ‘The music business is a cruel and shallow money trench, a long plastic hallway where thieves and pimps run free, and good men die like dogs. There's also a negative side.’ Precies hetzelfde kun je zeggen over de internetindustrie. Die uitspraak gaat over commercie. Welk standpunt je ook inneemt, er zijn gemakkelijk hoogte- en dieptepunten aan te wijzen. Maar in de meeste gevallen denk ik dat creatieve mensen hun zakelijke partners nodig hebben om hun werk zo goed mogelijk te exploiteren.”
Bestaat Brein over tien jaar nog?
“Dat denk ik wel. Het ultieme doel is natuurlijk onszelf overbodig te maken. In 1982 richtten we in Engeland de Federation Against Copyright Theft (FACT) op. Sollicitanten vroegen: als we over twee jaar dit probleem opgelost hebben, wat hebben jullie me dan te bieden? FACT bestaat nog steeds.”
Tim Kuik (Brein): “Piraterij is niet helemaal uit te roeien”
Piratenbestrijder vindt Auteurswet een juweel van een wet
Hij won de rechtszaak tegen Mininova, hij kreeg gelijk in de zaak tegen The Pirate Bay. Achterhoedegevechten, zeggen sommigen, maar volgens directeur Tim Kuik van de Stichting Brein begint jarenlang geduldig werken zijn vruchten af te werpen. “We hebben vijf jaar geleden een plan gemaakt. We zijn nu waar we willen zijn.”