Aan het einde van het optreden in Ahoy afgelopen augustus gaat zanger Eddie Vedder zitten op een box. Hij strijkt zijn haren naar achteren, trekt aan zijn sigaret en kijkt het publiek in met een genoegzame blik. De rest van de band zoekt elkaar op, in een kleine cirkel spelen ze de laatste noten van Yellow Ledbetter.
Pearl Jam deed een korte tour door Europa, om zichzelf en het publiek warm te maken voor de release van alweer hun negende studioalbum, Backspacer. Pearl Jam is een live-band, altijd al geweest, met een enorme dosis energie. De beelden van Pearl Jam in de MTV Unplugged sessie zijn legendarisch en typerend. Jonkies zijn het dan nog. Tijdens Porch wiebelt Vedder op zijn kruk en valt er uiteindelijk van af, terwijl Jeff Ament met zijn bass op de bekkens van de toenmalige drummer Dave Abruzzese slaat. Daar stond een vrijgevochten band, terwijl ze op plaat een vrij zware, melancholische kant van zich lieten horen.
Sinds vandaag ligt Backspacer in de winkel, het album dat verwoordt waar Pearl Jam op dit moment staat. Op het kortste album in hun discografie- 11 nummers in 36 minuten- tonen de oude grunge rotten zich als een frisse, levendige en ook ontspannen band. Bij het luisteren van Backspacer zie je een jonge Eddie zo weer van zijn stoel aflazeren, of een Jeff springend in de lucht. De energie van toen zijn ze in al die jaren live niet verloren, ook niet op hun studioalbums. Maar Backspacer is nog meer dan zijn voorgangers een vertaling van het spelplezier.
Waar de voorgangers Riot Act en de laatste self-titled zeker sterke songs bevatten, hebben ze ook iets beklemmends en geforceerds. In 2000 komen bij een Pearl Jam concert op Roskilde negen mensen om het leven door verdrukking. Het duurt lang voordat de band er weer bovenop komt, de tijd die volgt heeft duidelijk ook muzikaal zijn weerslag. Maar nu is het moment daar voor de band dat ze niets in de weg staat, met een open, los en nog altijd oprecht geluid tot gevolg.
Backspacer, vernoemd naar de schildpad waar ze eerder dit jaar de Great Turtle Race mee wonnen, is het eerste album dat in eigen beheer uitgebracht wordt en waar ook Brendan O'Brien weer aan meewerkt. De vrijheid, het vertrouwen in elkaar en de producer en de teruggekeerde rust in de politiek en hun privéleven zijn elementen die een belangrijke rol in de muziek spelen. De druk van buiten af, zoals de politieke spanningen, is weg. Het enige dat nog telt is de muziek. En dat hoor je op Backspacer, die begint met de hattrick Gonna See My Friend, Got Some en The Fixer. Het zijn speelse, energieke nummers; opvallend zijn de plukkerige basslijnen van Jeff Ament op Gonna See My Friend, de ferme drums van Matt Cameron op het Devo-achtige Got Some en het optimisme dat zegeviert op The Fixer.
Maar er staan ook zeker nummers op die je net als op voorgangers je meteen naar de strot grijpen; het groeiende Unthought Known en afsluiter The End bijvoorbeeld. En met de koptelefoon op wordt het aandeel van Brendan O´Brien nog beter hoorbaar. Denk aan de warme pianopartijen, de strijkers en de handclaps. Het zijn kleine details die van Backspacer een echt studioalbum maken, maar tegelijkertijd dat onderschrijft waar de band nu voor staat: optimisme.
Zelfs de hoes maakt onderdeel uit van dit spel. Zo blijken de tekeningen op de cover te verwijzen naar oorspronkelijke foto- en filmbeelden, een mooie puzzel die door de fans nog altijd niet helemaal is opgelost. Het negende album is zo een typische Pearl Jam plaat geworden, zonder daarbij als zijn voorgangers te klinken. Dit is Pearl Jam als ze op hun vitale top staan.
Backspacer komt in Nederland uit op Universal, het album staat nu op de Luisterpaal.
3VOOR12 Bespreekt Album van de Week (38): Pearl Jam
Oude grunge rotten klinken als herboren op Backspacer
Sinds vandaag ligt Backspacer in de winkel, het album dat verwoordt waar Pearl Jam op dit moment staat. Op het kortste album in hun discografie- 11 nummers in 36 minuten- tonen de oude grunge rotten zich als een frisse, levendige en ook ontspannen band.