“We hebben nog gekeken op internet. Er was geen band met de naam Girls. Dat had eigenlijk een teken voor ons moeten zijn,” lacht bassist Chet ‘JR’ White. De band Girls uit San Francisco heeft de meest onmogelijke naam die je in het internettijdperk kunt bedenken, en niet eens met opzet. Zeker in combinatie met hun albumtitel – simpelweg Album. Toch is het duo (live een kwartet) erin geslaagd de aandacht te trekken. Wie de bandnaam intikt op de Amerikaanse versie van Google, komt meteen op de goede pagina terecht. “Zo zie je maar”, zegt frontman Christopher Owens. “Goede muziek komt vanzelf boven drijven.”
Ze hebben een bijzondere plaat gemaakt, die twee. Al hoor je dat misschien niet op het eerste gehoor. De twaalf songs op Album rammelen als een oude bakfiets en Owens, het brein van de band, zwalkt en kreunt als een vermoeide junk. Ja, er is een hoop drugs voorbij gekomen tijdens het vol spelen van de plaat, dat geven ze eerlijk toe. Al gingen ze daar niet per se beter van spelen, het maakte het wel gemakkelijker om kwetsbare, open teksten te schrijven. Ondanks, of eigenlijk juist dankzij de chaos en ontbinding is Album een oprechte plaat van een muzikant met het hart op de tong.
Zijn maat JR oogt volwassener en rustiger. Ze ontmoetten elkaar zoals zo veel jonge Amerikanen elkaar ontmoetten, in hun tienerjaren in een grote stad vol vreemdelingen. “Je loopt elkaar een paar keer tegen het lijf op feestjes en komt er langzamerhand achter dat je dezelfde smaak hebt. Vervolgens hebben we jaren samen in bands gespeeld.” JR zorgde voor de praktische vertaling van Owens creativiteitsdrang. Al verliep de opname van Album bepaald niet professioneel. Dat de songs ongepolijst en bij vlagen schetsmatig klinken is geen keuze. “We hadden alleen een oude acht sporen recorder,” zegt JR. “Met goede microfoons, maar we hadden niet genoeg kabels om tegelijk op te nemen en te luisteren. Na elke take moesten we alles ompluggen. Er waren niet eens stoelen om op te zitten. Het was een geweldige tijd, maar het had zo veel efficiënter gekund.” De liedjes op Album vormen samen een geheel, en toch klinken ze heel verschillend. Flarden shoegaze, ouderwetse rock ’n roll, indiepop uit de jaren tachtig, Beach Boys-achtige harmonieën. “Een goede song werkt altijd, hoe hij ook klinkt,” vult Owen aan. “Ik schrijf een liedje, en daarna bepalen we samen hoe het moet klinken.”
De intensiteit van de band heeft alles te maken met Owens achtergrond. Hij bracht zijn jeugd door in een Children Of God gemeenschap, een hechte groep gelovigen, door velen een sekte genoemd. De beweging ontstond eind jaren zestig en vertoont overeenkomsten met de hippiebeweging. Muziek, drugs en openlijke seks spelen een cruciale rol. “Het is een groep mensen die heel sterk overtuigd is van waar ze in geloven,” zegt Owens. “Ze scheidden zich af van de maatschappij en vormden hun eigen kleine wereld. Het ging mis toen ze kinderen kregen en die wilden vertellen hoe de wereld in elkaar zit. Ze bepaalden strikt hoe de opvoeding van een kind eruit moest zien, wat goed is en wat slecht. In feite ontnemen ze daarmee mensen hun vrijheid, hun recht om zelf te bepalen wat ze vinden. Dat is niet minder dan kwaadaardig. Mijn jeugd was afschuwelijker dan ik ooit aan iemand uit kan leggen.”
Op zijn zestiende ontvluchtte Owens die beklemmende omgeving. Hij begon met niets, zwierf door Europa, werkte een tijd lang dag en nacht in een supermarkt om rond te komen. De wereld was in alle opzichten vreemd voor hem. Het mooiste moet nog komen: op een bepaald moment nam een vermogende Texaan genaamd Stanley Marsh II hem onder zijn hoede. Als in een Charles Dickens roman, vindt Owens zelf. “Het was niet gemakkelijk, maar als ik terugkijk ben ik trots,” zegt hij. “Op een gegeven moment begon je bij kinderen om je heen te zien wie zich zou verzetten en wie het accepteerde. Ik ben blij dat ik voor mezelf opgekomen ben. Nu kijk ik vooral naar de positieve kanten. Het heeft een hoop goeds voor me gedaan. Ik heb erdoor ingezien hoe mensen elkaar kunnen beïnvloeden. Ik heb geleerd over innerlijke kracht, over geduld. Ik kan het me in zeker niet veroorloven om bitter te worden.”
Toch is Album doordrenkt met pijn en verlangen. Alleen al het openingsvers van Hellhole Ratrace: ‘I'm sick and tired of the way that i feel / I'm sick of dreaming and its never for real / I'm all alone with my deep thoughts / I'm all alone with my heartache and my good intentions.’ Openingstrack Lust For Life luistert als een wanhopige laatste poging iets moois van het leven te maken. De kracht is: je hoort dat Owens zelf in die strohalm gelooft. Album gaat dan ook niet over zijn uitzichtloze jeugd, maar over het nu. Veel van zijn songs gaan doodeenvoudig over gebroken harten. "Natuurlijk geloof ik in ware liefde!” zegt Owens. “Ik ben een romanticus! Als je dat een keer ervaren hebt, zul je er de rest van je leven naar op zoek blijven. Het is nooit de bedoeling geweest om te schrijven over wat ik allemaal meegemaakt heb toen ik jong was. Dat heb ik achter me gelaten. Ik probeer juist zo min mogelijk na te denken wat ik doe. Mijn muziek is puur gevoel. Daarom geloof ik ook zo sterk in de liefde.”
Girls: “Mijn jeugd was afschuwelijker dan ik uit kan leggen”
Christopher Owens gelooft in ware liefde
Girls heeft een bijzondere plaat gemaakt. De twaalf songs op Album rammelen als een oude bakfiets en Owens, het brein van de band, zwalkt en kreunt als een vermoeide junk. De intensiteit heeft alles te maken met Owens achtergrond. Hij bracht zijn jeugd door in een Children Of God gemeenschap. "Mijn jeugd was afschuwelijker dan ik ooit aan iemand uit kan leggen.”