Als dance-programmeur van Doornroosje in Nijmegen is Darko Esser verantwoordelijk voor een van de meest avontuurlijke muziekbolwerken in het oosten van ons land. Als DJ is hij een graag geziene gast op festivals in heel Nederland. Tussendoor runt hij ook nog zijn eigen label, Wolfskuil, vernoemd naar een wijk in Nijmegen. Kennelijk heeft hij ook tijd gevonden voor een eigen album: Balans. “Tegenstellingen vormen de rode draad. Euforie en diepe dalen.”
Je bent al lang bezig met draaien en produceren. Waarom nu pas een album?
“Ik kon er heel lang moeilijk afstand van nemen. Niemand mocht het horen, zelfs mijn vriendin niet, omdat ik het niet goed genoeg vond. Ik legde de lat dan ook erg hoog.”
Door je werk hoor je ongelofelijk veel muziek van anderen. Is dat lastig bij het maken van je eigen muziek?
“In principe niet. Ik vind het vooral inspirerend. Ik probeer mezelf te verrassen en alles te laten gaan zoals het gaat. Je moet durven fouten te maken. Soms draai je aan een verkeerde knop, en dan ontstaat per ongeluk een te gek geluid. Ik heb in een van de tracks een arpeggio zitten per ongeluk het verkeerde ritme heeft, waardoor hij steeds verspringt. Ergens anders heb ik bij het verslepen een paar noten op de verkeerde plek zitten, maar dat leverde juist iets moois op. Dat vind ik ook zo mooi aan de ouderwetse techno van producers als Robert Hood. Het mag uit de bocht vliegen. Als je op vreemde momenten verrassende geluiden gebruikt, vinden mensen dat juist tof.”
Ben je op zoek naar sounds? Naar een bepaald gevoel?
“Ik ben een melodieënman. Ik kom oorspronkelijk uit de rockhoek. Vanaf mijn vijftiende ging ik naar concerten. Ik zag er honderden per jaar, in elk mogelijk genre. Overal wilde ik bij zijn. Langzaam maar zeker raakte ik verzeild in de elektronica. Op een gegeven moment begon ik recensies over The Black Dog en Mouse On Mars te schrijven in de VERA-krant. Door die muziek raakte ik gefascineerd door de combinatie van een melodie met een bepaald geluid. Als je een melodie met geluid x speelt klinkt hij vrolijk, gebruik je geluid y, dan klinkt hij ineens droevig.”
Wat zegt zo'n album over jou als persoon? Het is een zachtaardig album.
“Het is een heel persoonlijk ding geworden. Sommige tracks zijn gemaakt in moeilijke tijden. De titeltrack bijvoorbeeld, en Laku Noc. Die laatste is voor mijn moeder, die niet meer leeft. Het betekent 'weltrusten' in het Joegoslavisch.”
Heb je veel met je Joegoslavische achtergrond? Je bent in Nederland geboren toch?
“Jazeker. Vroeger gingen we elke zomervakantie twee maanden naar ons eigen zomerhuisje aan de Kroatische kust, in de buurt van Sibenek. Dat waren mooie tijden. Dan trokken we rond, het land in. Toen die oorlog begon was dat afgelopen. Ik wilde er na afloop ook niet heen. De stad was plat gebombardeerd, en ik had geen behoefte om dat te zien. De sfeer was ook heel anders geworden. Vroeger maakte het nooit uit wie je was, in het dorp waar wij kwamen was nooit iets aan de hand. Ik ben half Servisch en half Kroatisch. En westers natuurlijk, dat was nog het ergste.”
Als een Kroatisch voetbalteam hier op bezoek komt, denken we: laten ze zich in hemelsnaam rustig houden. Herken je daar iets van in jezelf?
“Het is een opvliegend volk ja, mensen met het hart op de tong. Dat heeft twee kanten: als mensen ergens passie voor hebben, druipt het er ook meteen vanaf. Dat temperament zit er bij mij wel in. Ik kan soms te veel zeggen in een ruzie, maar over het algemeen overheerst mijn beheerste Nederlandse kant.”
Je hoort de invloed van je grote held Laurent Garnier, van Engelse elektronica, maar ook van Duitsland. Trekt dat land je aan?
“Duitsland trekt zeker. Ik ga regelmatig naar Keulen. Duitsland heeft een ongelofelijke traditie wat betreft experimentele elektronische muziek. In Nederland is dance populairder, maar daar zit het meer in de volksaard. Het is gestileerder, meer onderhuids, maar wel heel emotioneel. Een label als Dial, met Efdemin en Lawrence, behoort wat mij betreft tot de allerbesten. Ik hou van die belofte die nooit wordt ingelost.”
Je werkt veel met Benny Rodrigues, die niet alleen in de underground draait, maar ook een graag geziene gast is op grote commerciële feesten.
“Van alle dj's op die feesten draait Benny het meest ontoegankelijk, maar hij verpakt dat door veel met zijn effectbak te spelen. Op housefeesten zijn climaxen heel belangrijk, om de drie minuten moet er een komen. Technisch is Benny een van de besten. In de loop der jaren in hij een van mijn beste vrienden geworden. De eerste keer dat ik hem in Doornroosje boekte was hij een jaar of 17, 18. Ik vond het meteen een bijzondere jongen. Een jaar of vijf geleden draaiden we samen in Leeuwarden. Er was bijna niemand, dus we besloten samen te draaien, zodat we in elk geval zelf lol hadden. Dat klikte verbazingwekkend goed. We houden rekening met elkaar. Ook buiten het draaien zien we elkaar regelmatig. Wij raken nooit uitgepraat. Over het eten van gisteren, over de beste platen van het moment, of de diepte in, op alle lagen klopt het.”
Is hij ook de eerste die je je album hebt laten horen?
“Een van de eersten. Eerst mijn ex-vriendin, met wie ik nog steeds een goede band heb. Mijn vader. En dan Benny en Laurent Garnier, Nuno Dos Santos, Warren Fellow. De mensen van de inner circle.”
Kan je vader iets zinnigs over je muziek zeggen?
“Ja en nee. Toen ik hem de track Teardrops liet horen kreeg hij echt tranen in zijn ogen. Zo had ik hem nooit eerder gezien. Die track gaat over verlies. Hij is mijn moeder kwijt geraakt. Ze hielden ongelofelijk veel van elkaar, als twee zwanen. Ook toen zij heel ziek was heeft hij altijd voor haar gezorgd, ook toen het heel zwaar was. Dat heb ik geprobeerd vast te leggen in die track.”
Wat had je moeder voor ziekte?
“Dat weten ze niet zo goed, een vorm van dementie en verlamming. Er zijn zoveel aandoeningen waar geen naam voor bestaat, maar het was wel al snel duidelijk dat het op zou houden. Op een gegeven moment wist ze niet meer welke dag het was, en op het laatst herkende ze ons niet meer. Alleen mijn vader nog. Er kwam ook geen woord meer uit. In drie weken in het ziekenhuis heeft ze misschien drie woorden gesproken. Heel typisch bij demente mensen is dat ze op een gegeven moment ook vergeten te slikken. Zo kreeg mijn moeder een propje in haar longen, waardoor ze longontsteking kreeg. Het leek haast wel alsof ze het erom deed, alsof ze er klaar mee was. We waren op dat moment aan het praten over euthanasie, de moeilijkste beslissing die je kunt nemen. Het voelde echt alsof ze ons dat heeft willen besparen. Ze was 56 jaar toen ze overleed. Het heeft 12 jaar geduurd.”
Er zit een sample in die Teardrops-track. “I used to blame everything and everyone for all the pain and suffering that happened to me. I was asking the wrong questions. You have to ask the right questions.”
“Dat is een fragment uit American History X, waarin een zwarte rector nazi Edward Norton opzoekt in de gevangenis. Dat vond ik heel herkenbaar. Ik vond het ongelofelijk moeilijk om met die woede en bitterheid om te gaan, maar op een gegeven moment moet je je erbij neerleggen. Op sommige vragen krijg je geen antwoord. Erover praten lukte niet, muziek maken wel.”
Hoe zit het dan met die Balans? Je hebt niet alleen een track die Pechvogel heet, maar ook een Bofkont.
“Een Goodbye en een The Return. Tegenover Laku Noc staat Dobro Jutro, 'goedemorgen'. Ik koester de negatieve dingen ook. Daardoor kan ik veel beter genieten van de mooie dingen. Die zijn er genoeg, op mijn werk, leuke vriendinnetjes. Ik heb door mijn moeder in elk geval mijn angst voor de dood verloren. Als je eenmaal zo'n diep dal achter de rug hebt, is een toffe tijd extra tof.”
Het album Balans van Darko Esser verschijnt op zijn eigen Wolfskuil Records. Het is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.
Darko Esser: "Erover praten lukte niet, muziek maken wel"
Nijmeegse producer komt met melancholisch debuutalbum
Als dance-programmeur van Doornroosje in Nijmegen is Darko Esser verantwoordelijk voor een van de meest avontuurlijke muziekbolwerken in het oosten van ons land. Als DJ is hij een graag geziene gast op festivals in heel Nederland. Kennelijk heeft hij ook tijd gevonden voor een eigen album: Balans. “Tegenstellingen vormen de rode draad. Euforie en diepe dalen.”