Pinkpop: Kom Van Dat Podium Af!

Vier bands die niet meer zelf konden of wilden stoppen

Atze de Vrieze ,

Veertig jaar Pinkpop heeft heel wat hoogtepunten opgeleverd. Misschien wel het meest memorabel zijn optredens waarbij de band niet op eigen kracht het podium af kon of wilde.

Vier bands die niet meer zelf konden of wilden stoppen

Veertig jaar Pinkpop heeft heel wat hoogtepunten opgeleverd. Nieuwe bands braken door, oude helden maakten het nog een keer waar of vielen voor eens en voor altijd door de mand. Maar de meest memorabele momenten zijn toch de shows waarbij iets uitzonderlijks gebeurt. Een zanger die uit een camera-kraan naar beneden springt, een frontman die het podium opkomt met een springstok en tijdens het eerste nummer aan een striptease begint. Misschien wel het meest memorabel zijn optredens waarbij de band niet op eigen kracht het podium af kon of wilde. 

The Cult - 1992
Eén brok arrogantie. Het valt meteen op als je de beelden terug ziet. The Cult is in 1992 een grote band, met grote poses, een groots geluid en een grote mond. Lou Reed was die dag headliner, maar The Cult moest en zou afsluiten. De band begint te laat wegens gedoe bij de soundcheck en weigert vervolgens om elf uur van het podium te komen. 'Ik ben nog razend,' zegt Pinkpop-baas Jan Smeets als hij terugdenkt hoe hij ze er persoonlijk af moest trekken. 'Ik riskeerde op dat moment mijn vergunning, maar die jongens hadden hun neus zo vol poeder zitten dat ze geen idee hadden waar ze waren. Ian Astbury begon vervolgens een hele tirade, fuck dit, fuck dat, God weet wie er allemaal aan moest geloven. Ik stond op het punt een microfoon naar zijn hoofd te gooien. Uiteindelijk heb ik hem op de grond gegooid. De 450 gulden schade heb ik netjes betaald.' Mooiste beeld uit de Pinkpopuitzending van 1992: presentator Mart Smeets voelt zich aangesproken door de arrogante woorden van Ian Astbury. 'Fuck the sixties,' roept de Cult-zanger tijdens het optreden. 'The revolution is going on here.' Mart Smeets sluit de uitzending af met een vaderlijk: 'Ik denk er het mijne van.'

Thelonious Monster - 1993
Meestal zijn interviewtjes op festivals niet meer dan leuke sfeermomenten. Zo niet het korte gesprek dat VPRO-presentator Bram van Splunteren had met zanger Bob Forrest van Thelonious Monster, een redelijk gemiddelde band uit Los Angeles, die vroeg op de dag mag optreden. Kort daarvoor was Forrest helemaal tot in de nok van het podium geklommen. Wie dacht dat de sprong van de camerakraan door Pearl Jam-zanger Eddie Vedder een jaar eerder link was, moet bij Thelonious Monster een hartverzakking gekregen hebben. Een val van zeker vijftien meter hoogte, was vermoedelijk fataal geweest. Aan Van Splunteren vertelde Forrest na afloop over zijn fascinatie met echte rocksterren, die zichzelf kapot spoten met heroïne en bereid waren te sterven voor de rock 'n roll. Leuk om te weten: Bob Forrest werkt inmiddels al jaren in een afkickkliniek, als hoofd van de afdeling 'chemische afhankelijkheid'.

Shane MacGowan & the Popes - 1995
Toen de Ierse zanger Shane MacGowan in 1995 op Pinkpop stond, had hij er al heel wat roemruchte jaren op zitten. Bij zijn oorspronkelijke band - folkpunkers The Pogues - had hij zich al onmogelijk gemaakt door zijn uitbundige drank- en drugsgebruik. De sporen daarvan zijn onmiskenbaar: MacGowan's mond is een groot zwart gat, zijn huid is bleek. Het optreden op die bewuste maandagmiddag gaat de boeken in als een van de meest meelijwekkende momenten uit de Pinkpopgeschiedenis. Het is dat hij zo trilt, maar verder staat MacGowan als versteend aan mijn microfoonstandaard geklemd, een stompje sigaret stevig in zijn vuist geklemd. Van optreden komt niet veel terecht: als hij niet wezenloos door zijn zonnebril staat te staren, komt er een soort gorgelend gemurmel uit zijn mond. Een paar nummers voor het einde wordt MacGowan onder zachte dwang door zijn manager van het podium gehaald. Meest ontroerend zijn de radeloze blikken van de bandgenoten, die de hele tijd al extra hun best staan te doen om hun zatte baas te compenseren. Als hun frontman eenmaal van het podium is, spelen ze uit beleefdheid nog twee nummers zonder hem. Een daarvan wordt, toepasselijk, aangekondigd als Fall From Grace.

Solomon Burke - 2003
De comeback van de 63-jarige soul- en gospelzanger Solomon Burke aan het begin van deze eeuw kwam volkomen uit het niets. Jaren had de veteraan al geen hits meer gehad. Hij kende successen in de jaren vijftig, zestig en zeventig, maar bracht zijn dagen inmiddels door als predikant in zijn eigen kerk en als vader van minstens 21 kinderen. Tot producer Joe Henry hem bij de hand nam en grote namen als Tom Waits en Elvis Costello hem exclusieve liedjes leveren. Burke groeide in korte tijd uit tot een fenomeen, vooral in Nederland. Niet alleen door zijn geweldige stem, maar ook door zijn imposante verschijning. Burke is zo dik dat hij door zijn zoon het podium op en af begeleid moet worden. Hij maakt er zijn handelsmerk van: midden op dat podium staat een gouden zetel waar Burke een uur lang niet meer vanaf komt. Hooguit om rozen uit te delen aan de dames. De soulzanger is een vreemde eend in de bijt op rockfestival Pinkpop, maar windt het festival met zijn charme eenvoudig om zijn vinger.