A Brand kreeg rock ’n roll met de paplepel ingegoten

"Er werd altijd gefeest en gedronken"

Atze de Vrieze ,

Drummer Frederik Heuvinck van de Belgische groep A Brand groeide op in een Vlaamse jazzclub. "Toen ik veertien was speelde ik in een bluesbandje met jongens van rond de twintig. Soms werd ik dan ’s ochtends vroeg aan de schoolpoort afgezet.”

"Er werd altijd gefeest en gedronken"

Download dit en andere 3VOOR12 interviews nu ook als podcast.

Grapje van de biograaf: vraag de heren van A Brand vooral wat zij van dEUS-hit The Architect vinden. En vraag ze ook of ze niet toevallig van plan zijn het nummer live te gaan spelen? Zanger Dag Taeldeman begreep al niet waar die roddel toch de hele tijd vandaan kwam. Toch lijkt dat nummer niet helemaal toevallig in de biografie terecht gekomen. Net als dEUS komt A Brand uit Vlaanderen. Aldaar groeide de band in drie albums uit tot een naam van formaat, een  graag geziene gast op de grote festivals. Met het derde album Judas hoopt A Brand ook in Nederland voet aan de grond te krijgen.

Nog een link met The Architect: de hoofdpersoon in dat nummer pleegt egocide. Hij zet zijn ego opzij voor het grote geheel. A Brand speelt met maar liefst drie gitaristen. En alle vijf de bandleden zingen. Geen band voor ego’s dus? “Natuurlijk zijn er ego’s”, zegt zanger/gitarist Dag Taeldeman. “Maar dat is geen probleem, want ik ben de baas. Nee, dat is niet waar. Of eigenlijk is het wel waar. Frederik, wij zijn samen de baas.” “Klopt”, zegt drummer Frederik Heuvinck. “Ik ben de financieel directeur, Dag is de artistiek directeur.”


Jullie zijn samen de band begonnen, toch?
DAG: “Klopt. Als we in de studio werken, hakken wij de knopen door. Iedereen mag uiteraard zijn zegje doen, maar je kunt niet met vijf man beslissingen nemen.”
FREDERIK: “Dat gaat verbazingwekkend organisch tegenwoordig. Als iemand’s stem bij een nummer past, wordt daar niet eens meer over gediscussieerd.”

Je bent opgegroeid in Landegem, een typisch Vlaams dorpje. Hoe was het daar?
DAG: “Fantastisch. Het was niet zo idyllisch als de Efteling. Het was niet zo dat we daar allemaal in paddenstoelen rood met witte stippen woonden. Nee, het was gewoon een leuk klein dorp op tien kilometer van Gent. Dat was voor ons de stad. Als kind is het heerlijk om op het platteland op te groeien.”

Waar kom jij vandaan, Frederik?
FREDERIK: “Ik kom uit Dendermonde, middenin de driehoek Antwerpen, Brussel, Gent. Mijn vader had daar een jazz festival en een club. Ik kwam daar ook al snel in aanraking met muziek. Ik herinner me mijn eerste drumstel, zo’n plastieken ding dat ik van Sinterklaas had gekregen. Ik was een jaar of zeven. Als er artiesten bij ons in de club speelden die weinig geld hadden, mochten ze altijd bij ons slapen. Dan werd er natuurlijk gefeest en gedronken. Ik herinner me dat ik in bed lag en mijn vader mijn kamer binnen kwam. Hij had al goed gedronken en riep: Frederik, de beste drummer van de wereld is hier en hij gaat een drumsolo spelen op uw drumstel! Die gast begint met zijn echte stokken op mijn drumstel te spelen. Het was volledig aan stukken. Hij voelde zich zo schuldig dat hij me een paar echte trommels heeft gegeven. Zo heb ik mijn eerste drumstel gekregen.”

Welke drummer was het?
FREDERIK: “Dat weet ik niet meer. Ik heb daar veel groepen gezien. Ik sta op de foto met Ray Charles, met Fats Domino. Zelfs Charlie Watts is daar geweest.”

Kreeg je dan ook op je zevende je eerste pint?
FREDERIK: “Dat moet rond mijn twaalfde geweest zijn. Ik ben ook heel vroeg begonnen met spelen. Toen ik veertien was speelde ik in een bluesbandje met jongens van rond de twintig. Soms werd ik dan ’s ochtends vroeg aan de schoolpoort afgezet.”

Als je veertien bent, doe je het nog niet eens voor de meisjes.
FREDERIK: “Ik had al snel een vast lief, en achteraf besef ik me hoe dat kwam. Naar schoolfuiven ging ik eigenlijk nooit. Als ik om vier uur aan kwam, waren alle meisjes al uitgedeeld en zat ik als twaalfjarig gastje met de vrouwen van dertig aan de toog. Ik heb dat later wel ingehaald."

Dag, ben je religieus opgevoed?
DAG: “Nee, maar ik begrijp je vraag. Er komen nogal wat religieuze termen voor in de plaat. Daar is niet over nagedacht. Zo’n term als Judas, die begrijpt iedereen, of je nu gelovig bent of niet."

Het zijn niet alleen toevallige beelden, je zet je ook af tegen georganiseerde religie.
DAG: “Ik herinner me dat ik op de lagere school eens in de twee weken naar de kerk moest. Daar moest je dan een uur stil zitten. Ik had altijd enorm de neiging om door de kerk te gaan roepen. Nooit gedaan, uiteraard. Ik heb niets tegen het geloof. Dat is iets heel menselijks. Maar van mensen die het geloof misbruiken kan ik heel kwaad worden. En er wordt ongelofelijk veel misbruik gemaakt van het geloof.”

Een ander belangrijk thema is de dood. Wat gebeurt er eigenlijk als je dood bent?
DAG: “Ik zou graag geloven dat er iets is, maar volgens mij houdt het dan op. Oorspronkelijk gingen veel nummers die we schreven over de dood. De meesten zijn niet op de plaat terecht gekomen. Er gingen veel mensen dood die dicht bij ons staan, en hoewel we niet zozeer over hen wilden schrijven, sijpelden toch steeds dingen door. Maar we wilden geen plaat over de dood maken.”

Op een van de nummers op de plaat, Where’s Your Heart, zing je dat iemand niet dood mag gaan. Is dat quasi luchtig bedoeld?
DAG: “Nee, absoluut niet. Het gaat over iemand die je graag ziet, waarvan je niet wilt dat hij sterft. Ik ga niet zeggen over wie het gaat, het is ook niet belangrijk. Ik kan je wel vertellen dat ik het in één keer ingespeeld heb. Er zit zelfs een akkoord in dat niet helemaal klopt, maar dat voor mij precies goed was. Ik legde de telefoon neer, heb de cassetterecorder ingedrukt en ben gaan spelen.”

Judas van A Brand verschijnt bij Bang!/PIAS. A Brand speelt 16 april in Paradiso, 18 april in Rotown en 20 april in Doornroosje. Bekijk hier het optreden van A Brand in 3VOOR12RADIO LIVE.