Stuart Murdoch op zoek naar de perfecte romance

“Ik ben een ramp om mee samen te wonen”

Atze de Vrieze ,

Belle & Sebastian frontman Stuart Murdoch heeft een nieuw project: God Help The Girl. De film moet nog gemaakt worden, maar de soundtrack is er al. "Ik heb iets met openingsscènes van films. De meeste films beginnen heerlijk kalm. Geen haast, want je moet nog negentig minuten. Dat is een soort meditatie voor me.”

“Ik ben een ramp om mee samen te wonen”

Het is de warmste dag van het jaar tot nu toe, maar Stuart Murdoch zit in de schaduw. De frontman van Belle and Sebastian heeft aan de vroege zonnestralen al een rode neus overgehouden en zit nu met zijn zwarte hoed op achter het raam met een glas whiskey. Opvallend, want de Schot is allergisch voor alcohol. “Dat klopt”, zegt hij, terwijl hij zijn door eczeem aangetaste handen laat zien. “Maar het is een lange dag vandaag, dus ik kan best een borrel gebruiken.”

Gelukkig, ondanks zijn reputatie is Stuart Murdoch geen mietje. Een van de leukste scènes uit popmuziekcomedy High Fidelity: de baldadige schreeuwlelijk Barry komt de platenzaak binnengevlogen, waar zijn collega Dick, bleke Moby look-a-like en indiesnob een rustig maandagochtendplaatje op heeft gezet. “What the fuck is this?!” “It's the new Belle and Sebastian.” “It sucks ass!” Barry knalt op hoog volume een cassettebandje met Katrina & the Wave-hit Walking On Sunshine aan.

Dat beeld, van Belle & Sebastian als ultieme doetjesband met een hoog kluizenaarsgehalte, stamt vooral uit de beginjaren van de groep. De band uit Glasgow maakte fluisterzachte indiepop, die door fans omarmd werd. In die beginjaren trad de band niet of nauwelijks op, en ook interviews waren er nauwelijks. Dat had deels te maken met het zwakke gestel van Stuart Murdoch, die zeven jaar thuis zat met energiesyndroom ME. In de loop der jaren werden de popsongs voller en rijker gearrangeerd, zij het nog steeds mooi en warm.

Anno 2009 is Murdoch energieker dan ooit. En hij heeft een nieuwe plaat uit: God Help The Girl, de soundtrack van een film waarvoor hij het screenplay nog aan het maken is. God Help The Girl is het verhaal van een intelligente maar labiele jonge vrouw genaamd Eve, die zo ambitieus is dat ze op een gegeven moment niet meer weet wat wel en niet belangrijk is in het leven. Een dokter moet haar streng toespreken en inprenten dat “een vrouw van boeken alleen niet leven kan”. Murdoch schreef de liedjes en rekruteerde de zangeressen die de hoofdrollen vertolken. En hij maakte de arrangementen, die klinken als de Belle & Sebastian-versie van Phil Spectors Wall Of Sound.

Realiseerde je je – toen je begon als muzikant - dat er diep van binnen een Phil Spector schuilde?
“Toen ik begon dacht ik niet eens verder te komen dan één plaat. Maar het was een aangename verrassing. Toen ik de titelsong maakte, realiseerde ik me dat ik vanuit het perspectief van een vrouw schreef. Ik besloot er een project van te maken, en de rest van de liedjes kwam als vanzelf.”

Het gebruik van strijkers leidde tot nogal wat discussies in Belle and Sebastian toen jullie The Life Pursuit maakten. Jij wilde ze, maar ze kwamen er uiteindelijk niet.
“Het viel mee met die debatten. Ergens tijdens Dear Catastrophe Waitress merkte ik dat mijn bandgenoten klaar waren met de grote arrangementen, dat ze weer gewoon als band met elkaar wilden spelen. Ik vond het geen probleem om daaraan toe te geven, want ik kon me storten op God Help The Girl en me onderdompelen in mijn fantasiewereld.”

Ben je goed met vrouwen?
“Voor een eerlijk antwoord op die vraag zou je een aantal vrouwen uit mijn verleden op moeten zoeken. Ze zouden waarschijnlijk zeggen dat ik een totale nachtmerrie ben. Zo gaat dat met mensen die je de rug toegekeerd hebt. Achteraf denken ze: wat een ramp was die kerel, dat ik het zo lang met hem volgehouden heb. De enige die een ander antwoord kan geven is mijn vrouw, maar die zegt waarschijnlijk ook dat ik een complete ramp ben.”

Waarom?
“Ik ben een taaie om mee samen te leven. Mijn vrouw beschuldigt me van Woody Allen trekjes, en daar heeft ze wel gelijk in. Alleen: Woody Allen woonde altijd aan de overkant van het park bij zijn vrouw, dat staat de mijne niet toe. Ik ben nogal egocentrisch. Als ik me niet goed voel, kruip ik het liefst in mijn schulp. Mijn vrouw wil juist dat ik haar opzoek op dat soort momenten. Luister, zeg ik dan, ik probeer je juist een hoop gezeik te besparen.”

Waar vind je die rust?
“Ik heb niet veel nodig. Een warme kamer, mijn Mac en een koptelefoon. Muziek, en film. Ik heb iets met openingsscènes van films. Zelfs als een film vreselijk eindigt, of ik het einde niet eens haal, kan ik het begin geweldig vinden. De meeste films beginnen heerlijk kalm. Geen haast, want je moet nog negentig minuten. De credits, de muziek, de manier waarop je ineens in een andere plaats belandt, dat is een soort meditatie voor me.”

Niet bij 007.
“Daar zat ik precies aan te denken toen ik dit vertelde. Films als James Bond en Star Wars beginnen altijd met een enorm gevecht. Dat is niks voor mij. De laatste paar 007 films waren oké, maar in de jaren negentig vond ik ze saai en voorspelbaar. Hoe kun je je inleven in een man die altijd wint?”

Bekijk je een hoop films om tot ultieme openingsscène te komen voor je eigen film?
“Nu ik zelf aan het schrijven ben niet meer, maar ik heb veel films gezien. Ik hou van een bepaald type Britse film uit de jaren zestig, films als Billy Liar. Ze zijn zwart-wit, je ziet de titel, er komt een trein een buitenwijk binnen rijden. Vervolgens zie je een prachtig meisje dat met haar handtas staat te zwaaien. Je bent benieuwd wat er wat met haar gaat gebeuren, maar tegelijk maakt het je ook niks uit omdat de muziek zo mooi is.”

Zijn dat dezelfde films waarin grauwe Britse steden er ineens prachtig uit zien?
“De romantiek van industriële viezigheid, dat vind ik prachtig ja. Ik romantiseer de tijd dat Glasgow een drukke industriestad was. Het was er druk en om de fabrieken heen ontstonden hele leefgemeenschappen. Als de industrie verdwijnt, verdwijnt logischerwijs ook de bedrijvigheid. Ik wandel nog dagelijks door Glasgow, op zoek naar het spook van die maatschappij. Het belangrijkste mannelijke karakter in mijn film, James, houdt zich daar ook mee bezig. Hij is geobsedeerd door geschiedenis en vertelt iedereen vol vuur over het Glasgow van weleer. Hij denkt zelf dat iedereen dat heel geïnteresseerd is, maar dat is natuurlijk niet zo.”

Je kruipt in de huid van vrouwen. Vinden vrouwen dat de vrouwelijke karakters echt lijken?
“Nou, daar lopen de meningen over uiteen. Mijn vrouw vindt van wel. Maar ja, zij is mijn vrouw. De dames die op het album zingen vinden het ook mooi. Ik weet zeker dat Catherine het geweldig vindt als ik liedjes voor haar schrijf. Maar we hebben in Engeland ook een paar slechte recensies gekregen. Ik zei tegen mijn vrouw: misschien zou het anders zijn als er meer vrouwelijke recensenten waren. 'Zeker', zegt ze. 'Vrouwen gaan dit album geweldig vinden.' Nog dezelfde dag verschenen er twee recensies van vrouwen, en ze waren allebei negatief!

Je hebt iets met een bepaald type vrouwen. Ze duiken op in het artwork van Belle and Sebastian, en nu ook weer in dit project. Wat zie je in ze?
“Ik weet niet, het zou best eens kunnen stammen uit de tijd dat ik ziek was. Zeven jaar lang ben ik nauwelijks buiten de deur geweest. Ik had nauwelijks contact met mensen, laat staan met vrouwen. Dat was op een leeftijd – tussen mijn 18e en mijn 25e – dat iedere normale jongen het leven in volle glorie ondergaat. Ik kon het me alleen voorstellen. In die tijd is een beeld in mijn hoofd ontstaan van de perfecte romance. Dat beeld heeft me niet meer losgelaten. Misschien dat mijn karakters daardoor een soort indie superhelden geworden zijn.”

Stuart Murdochs project God Help The Girl verschijnt bij Rough Trade/Konkurrent. Het album is tijdelijk de beluisteren op de Luisterpaal.