3VOOR12 Bespreekt Album van de Week (week 14): The Veils

Finn Andrews leer je pas echt kennen op Sun Gangs

Fiona Fortuin ,

Finn Andrews is jong, maar hoor je de The Veils frontman zingen, dan lijkt hij in het bezit te zijn van een oude, gekwelde ziel. Iemand die intens leeft, in woede kan uitbarsten, maar ook kan murmelen als een kind. Op het nieuwe album Sun Gangs komen die verschillende kanten van Andrews bij elkaar.

Finn Andrews leer je pas echt kennen op Sun Gangs

Je kunt hem een arrogante lul vinden, The Veils frontman Finn Andrews, zeker toen hij in 2004 besloot zijn bandleden te ontslaan. Toch is het waarschijnlijk zijn sociale onbeholpenheid waardoor hij die indruk wekt. Je kunt hem een aansteller vinden, zeker na het luisteren van het debuut The Runaway Found, maar dan is het waarschijnlijk zijn ziel in de muziek die je dwars zit.

Het kind van XTC toetsenist Barry Andrews is jong, maar hoor je hem zingen, dan lijkt hij in het bezit te zijn van een oude, gekwelde ziel. Iemand die intens leeft, in woede kan uitbarsten, maar ook kan murmelen als een kind. Op het nieuwe album Sun Gangs komen die verschillende kanten van Andrews bij elkaar.

Met het debuut The Runaway Found toont Andrews zich als een sterk, maar zwaarmoedige songschrijver. Op Nux Vomica uit 2006 laat de frontman zich vooral van een rockkant horen. Maar het is pas met Sun Gangs dat hij zich van alle kanten laat zien. Je krijgt het idee hem in zijn totaliteit te leren kennen.

Het blijft geen makkelijke jongen, dat bewijst hij nog maar eens met het epische, groots gebrachte Larkspur, waar hij klinkt als de gedemoniseerde jonge broer van Nick Cave. Maar daarna laat hij meteen zijn zachtere kant horen met Being Again. En met een pianoballad als Sun Gangs gaf Andrews nog niet eerder zichzelf zo’n lange adempauze. Hij sluipt bij je naar binnen op The Letter, neemt met Killed by the Boom plaats op zijn preekstoel en wiegt je in slaap met It Hits Deep.

Sun Gangs is ook een rijker gearrangeerd album dan zijn voorgangers. Strijkers, akoestische gitaar, piano en ook achtergrondzang maken de zware brokken dragelijker, als Atlas die een extra schouder krijgt aangeboden. Is dat echt Andrews die je hoort in The House She Lived In? Het is een liefdeslied, op piano en viool. En Sacecrow is het meest intieme moment dat je met hem zult delen.

Maar ook zijn er momenten die aan de oude Andrews doen denken, de tijd dat hij nog geloofde er alleen voor te staan. Op titeltrack Sun Gangs wordt Andrews (‘Where I am going you can’t save me’) alleen begeleid door piano, waarna langzaam gitaren als een nachtelijke mist opstijgen. Op Killed by the Boom stuwen gruizige, piepende gitaren hem naar het moment waarop hij zingt: ‘o no what a tragedy say, what you want about him, I’ll say Goddamn.’

Finn Andrews laat weten het moeilijk te vinden om met de buitenwereld te communiceren. Praat liever niet, zit liever in zijn eentje thuis. Hij waarschuwt zelfs journalisten dat hij maar een onzekere jongen is die je niet al te lastige vragen moet stellen. Logisch dus eigenlijk dat je het in eerste instantie op aanstelleritis of misplaatste arrogantie gooit. Maar als je eenmaal door hebt hoe hij precies in elkaar steekt, kun je hem daar alleen nog maar om bewonderen. Gelukkig is daar nu Sun Gangs.

Sun Gang verschijnt op Rough Trade/Konkurrent en is NU te beluisteren op de Luisterpaal.