Prinsjesdag: Popnota definitief ten grave gedragen

Sector moet op zoek naar nieuwe kansen

De politiek heeft zich de afgelopen twee jaar meer met popmuziek bezig gehouden dan ooit daarvoor. Aangezwengeld door een initiatiefnota over popmuziek van de SP was pop begin 2006 een respectabel onderwerp dat de aandacht had van de Tweede Kamer. Maar met de nieuwe miljoenennota van dinsdag is definitief een nieuwe periode aangebroken: eentje zonder popmuziek op de agenda.

Sector moet op zoek naar nieuwe kansen

Van de 2,5 miljard euro die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op Prinsjesdag erbij kreeg, gaat vooralsnog geen stuiver specifiek naar de stimulering van de popmuziek in ons land. Sterker nog, na een grondige renovatie en sanering van het hele cultuursubsidiesysteem wil minister Plasterk van OCenW nog maar één ding: rust in de tent. Daarmee is de popnota die SP-er Arda Gerkens begin 2006 op de agenda kreeg, definitief ten grave gedragen. Of zoals Gerkens het zelf zegt: "Het momentum is voorbij."

Prinsjesdag markeert de officiële start van Plasterks nieuwe cultuurplan, waar hij het afgelopen jaar aan werkte. Het plan in het kort: een fusie van alle ondersteunende muziekinstellingen tot een groot Muziek Centrum Nederland (MCN) en het samenvoegen van de vele subsidiefondsen in de culturele sector tot een groot Nationaal Fonds voor de Podiumkunsten (NFPK). Daarnaast neemt de minister een aantal grotere organisaties en evenementen op in zijn eigen begroting onder het kopje ‘basisinfrastructuur’. In dat verhaal, zo redeneert Plasterk, is helemaal geen plaats voor apart popbeleid. Het hele traject was nu juist bedoeld om van de uitzonderingsituaties verlost te worden.

De vraag rijst waar het is misgegaan. De verwachtingen waren hooggespannen in 2006. "Het moment is nu!" riep Gerkens in januari van dat jaar nog uit na de lancering van haar nota Oorstrelend En Hartveroverend. Het document omvatte onder meer concrete plannen voor een structureel popfonds en realistische ideeën over stimulering van de popmuziek als exportproduct.

Maar Den Haag pareerde het plan nog geen drie weken later vakkundig. Bij de bespreking werd de nota overladen met lof, maar verbond toenmalig staatssecretaris van OCenW Medy van der Laan er geen enkele conclusie aan. Wel kwam ze zelf met een nieuw videoclipfonds op de proppen. Gerkens was verbaasd, maar zag wel nog kansen: "Dit zijn de eerste dominostenen die vallen. Pop staat echt op de agenda en zal daar dankzij de gemaakte afspraken ook nog even blijven."

Maar pop kwam daarna op een heel andere manier op de agenda. Verontwaardiging over de geldverslindende nieuwbouwgolf van popzalen en problemen rondom strengere drugscontroles bij dancefeesten zorgden voor een andere toonzetting.

De definitieve doodsteek voor de popnota komt in maart 2008. Tweede Kamer, minister en vertegenwoordigers van de popsector bespreken de belangrijkste lopende zaken. Daar zegt Plasterk het voor het eerst hardop: "Ik wil geen apart beleid voor popmuziek." Gerkens' kansen vervliegen: "Als er geen meerderheid bestaat in de Tweede Kamer, is het spel snel gespeeld."

Toch zit de sector niet in zak en as. Peter Smidt van Buma Cultuur vindt het jammer, maar accepteert de situatie: "De nota was goed, het draagvlak was er lange tijd, de sector steunde het plan. Ik weet niet wat we anders hadden kunnen doen." Arjen Davidse, hoofd van de popafdeling bij het MCN en als adjunct directeur van het Nationaal Popinstituut eerder nauw betrokken bij de lobby rondom de popnota, is zelfs optimistisch: "Ik zie de toekomst een stuk minder somber in dan een jaar geleden. Tuurlijk, die nota heeft niet opgeleverd wat we ervan hadden gehoopt. Maar het was niet voor niets. Het tijdelijke clipfonds dat we in onze schoot geworpen kregen, blijft bestaan. Dat beschouw ik als pure winst van het hele traject." Daarnaast is Davidse blij verrast met de kracht van het nieuwe grote muziekinstituut: "Het valt me op dat het MCN mag aanschuiven bij alle gesprekken waar het NPI vroeger pas achteraf te horen kreeg wat er was besloten. Ook dat biedt mogelijkheden."

Gerkens ziet voorlopig geen kans haar popnota nieuw leven in te blazen: "Daar hebben we toch echt een SP-minister op OCenW voor nodig. We richten ons nu meer op de amateurkunst en de mogelijkheden om talent bij de bron aan te pakken. Goed muziekonderwijs, muziekscholen, meer oefenruimtes, het zijn allemaal ideeën waar we nu meer kansen zien en die de popmuziek op een andere manier ook stimuleren." Met de aankondiging van het ministerie juist op dit vlak 50 miljoen extra te investeren, zou daar wel eens een nieuw momentum kunnen liggen.