Foto's onderaan.
Zondagmiddag 26 oktober. Snow Patrol-zanger Gary Lightbody legt het in de aankomsthal van het vliegveld in Belfast nog maar eens uit aan een Canadese journalist. Niet hij zelf is beroemd, maar zijn liedjes. Een mooier bewijs voor zijn stelling is er niet: een paar meter verderop staan mensen naast de bagagebanden. Hun aandacht wordt getrokken door die rare groep die ineens door een zijdeur de hal binnenkomt, begeleid door een aantal fotografen. Maar je ziet ze loeren: wie is hier nou de ster?
Lightbody zou je er met zijn onopvallende groene jas inderdaad niet uitpikken. En die andere vier al net zo min. Hooguit gitarist en tweede man in de band Nathan Connolly, met zijn getrimde baardje. Toch is Snow Patrol een grote band. Wat heet: met het derde album A Final Straw brak de band door en van het vorige album Eyes Open gingen maar liefst vijf miljoen exemplaren over de toonbank. Hun ballade Chasing Cars belandde in de populaire serie Grey’s Anatomy, wat de bekendheid geen kwaad deed. Het gezelschap bestaat, naast de vijf leden van de band, uit een vliegtuig vol journalisten en prijswinnaars. Om het vijfde album A Hundred Million Suns en de begeleidende single Take Back The City te vieren, doet Snow Patrol in twee dagen vier shows in Dublin, Belfast, Edinburgh en Londen.
The Empire Laughs Back
De stad waar in die single over wordt gezongen is Belfast. De band ontstond weliswaar in Schotland, maar drie van de vijf leden groeiden op in de Noord-Ierse hoofdstad. De tweede show van deze minitour is dus een heuse homecoming. Met zijn smoezelige paarse gordijntjes, de Titanic-parafernalia en het grote tv-scherm met voetbal heeft de pub onder concertzaal The Empire Music Hall in Belfast karakter. De huiswijn is er Jägermeister, op de tafeltjes ligt een flyer van de comedy avond: The Empire Laughs Back. Het personeel achter de bar heeft vandaag speciale Snow Patrol shirts aan. “Dit is niet onze stamkroeg”, zegt gitarist Nathan Connolly vanachter zijn pint Guinness. “Maar ik heb hier heel vaak gespeeld, met verschillende bands. Er is nog een keer een gitaar van me gestolen. Misschien is de dader vanavond zo goed hem terug te geven.”
De club past in het beeld dat Gary Lightbody schetst van zijn stad. Het weer buiten is druilerig en de straat is grauw, maar binnen is onmiskenbaar leven. “Er spelen hier alleen maar coverbands!”, lacht manager Peter Mersch. “The Real Hot Chili Peppers, Dirty DC. Zullen we jullie vanavond maar omdopen tot Cold Patrol?” The Empire is inderdaad geen hippe tent, maar dat maakt deze show voor de bezoekers natuurlijk specialer. Vorig jaar nog speelde Snow Patrol voor 25.000 mensen in Bangor, een voorstadje van Belfast waar Gary Lightbody en drummer Jonny Quinn opgroeiden. Vanavond past er niet meer dan 500 man in.
Bobby Sands
Gitarist Nathan Connolly groeide op in het hart van Belfast. “Gary’s tekst gaat over het terugvinden van de liefde voor de stad”, vertelt hij. “Bij mij is de liefde nooit verdwenen. Ik ben een echte Belfast Boy. Wat dat precies inhoudt weet ik niet, maar ik ben het. Ik hou van de stad, van de mensen, van de humor.” Volgens Lightbody is de stad nog nooit in zo’n goede staat geweest, en Connolly kan dat alleen maar beamen. “Tegenwoordig woon ik in Londen. Als ik hier een paar maanden niet geweest ben, is de stad volledig veranderd. Overal schieten de pubs en restaurants als paddenstoelen uit de grond. Belfast moet enorm trots op zichzelf zijn.”
De stormachtige ontwikkeling van de stad heeft alles te maken met de rust die sinds een paar jaar heerst rond de Noord-Ierse kwestie. Connolly werd geboren in 1981, het meest gewelddadige jaar uit de geschiedenis van de stad. Onder leiding van de legendarische Bobby Sands ging een groep gevangen IRA-leden in hongerstaking. Sands werd tijdens de hongerstaking verkozen tot parlementslid en bij zijn dood in mei 1981 begraven als een held. “Ik was natuurlijk te jong om daar iets van mee te krijgen”, zegt Connolly. “Maar ook later heb ik weinig van de conflicten gemerkt. Mijn ouders hebben me goed afgeschermd. Je zag natuurlijk wel dingen op tv, maar ik heb niet meer geweld gezien dan ieder normaal mens op een zaterdagavond.”
Liefdesliedje
Tot nu toe was er ook nog nooit iets van die achtergrond terug te zien in de muziek van Snow Patrol. Muzikaal sluit de band aan bij de grootse popsongs van bands als Coldplay en Keane. Het meest blinkt Snow Patrol uit in sfeervolle ballades over de liefde. Tekstschrijver Gary Lightbody is een onverbeterlijke romanticus die zijn toehoorders warme gevoelens weet te bezorgen. Op A Hundred Million Suns is dat niet anders. Lightbody staat er bovendien om bekend zijn privéleven zoveel mogelijk af te schermen, en ook Connolly praat gemakkelijker over zijn band met producer Jacknife Lee dan over zijn achtergrond. “We hebben ons bewust nooit uitgesproken over de politieke spanningen in Noord-Ierland”, zegt Connolly. “Het ligt nogal gevoelig, en bovendien moet je echt weten waar je het over hebt. Take Back The City is ook geen politiek statement.”
Dat is het inderdaad niet. Take Back The City is net als bijna het hele Snow Patrol oeuvre een liefdesliedje. En zo wordt het ook opgevat door de mensen die zich erdoor aangesproken moeten voelen. De show in Belfast is een succes. Links vooraan staat een vrouw van een jaar of 35 intens te genieten. Vorig jaar, bij de grote show in Bangor, stond ze ook al vooraan. “Gary’s moeder woont achter mij”, vertelt ze trots. Haar favoriete liedje is Chasing Cars. Dat nummer staat uiteraard bij alle vier de shows op de setlist, maar ook nieuwe nummers als ‘Crack the Shutters‘, ‘If There’s A Rocket, Tie Me To It’ en ‘The Golden Floor’, die met een karakteristieke mix van subtiliteit en grote gebaren gebracht worden.
Are You Ready To Rock?
De vijf bandleden staan twee dagen lang geduldig de meegereisde journalisten te woord, lachen vriendelijk als dat van hen gevraagd wordt en tonen twee dagen lang geen spoor van irritatie. Ook niet als de vlucht naar Londen de volgende dag twee uur vertraging oploopt en de maaltijd er bij inschiet. Misschien ligt de sleutel tot het karakter van de band wel in de stad van herkomst, maar anders dan je zou verwachten. “Ik ben heel liberaal opgevoed”, vertelt Connolly. “Mijn ouders leerden me anderen te respecteren, vooral hun geloof. We zijn ons heel bewust mensen niet te beledigen.” Dat geldt voor alle vijf de bandleden. Snow Patrol is een vriendelijke, beschaafde band met het hart op de juiste plek. Alleen al daarom is het grappig als de piloot van het vliegtuig voor vertrek naar Edinburgh een paar woorden tot zijn gasten richt: “This is your captain speaking. Are you ready to rock?!”
Zondagmiddag 26 oktober. Snow Patrol-zanger Gary Lightbody legt het in de aankomsthal van het vliegveld in Belfast nog maar eens uit aan een Canadese journalist. Niet hij zelf is beroemd, maar zijn liedjes. Een mooier bewijs voor zijn stelling is er niet: een paar meter verderop staan mensen naast de bagagebanden. Hun aandacht wordt getrokken door die rare groep die ineens door een zijdeur de hal binnenkomt, begeleid door een aantal fotografen. Maar je ziet ze loeren: wie is hier nou de ster?
Lightbody zou je er met zijn onopvallende groene jas inderdaad niet uitpikken. En die andere vier al net zo min. Hooguit gitarist en tweede man in de band Nathan Connolly, met zijn getrimde baardje. Toch is Snow Patrol een grote band. Wat heet: met het derde album A Final Straw brak de band door en van het vorige album Eyes Open gingen maar liefst vijf miljoen exemplaren over de toonbank. Hun ballade Chasing Cars belandde in de populaire serie Grey’s Anatomy, wat de bekendheid geen kwaad deed. Het gezelschap bestaat, naast de vijf leden van de band, uit een vliegtuig vol journalisten en prijswinnaars. Om het vijfde album A Hundred Million Suns en de begeleidende single Take Back The City te vieren, doet Snow Patrol in twee dagen vier shows in Dublin, Belfast, Edinburgh en Londen.
The Empire Laughs Back
De stad waar in die single over wordt gezongen is Belfast. De band ontstond weliswaar in Schotland, maar drie van de vijf leden groeiden op in de Noord-Ierse hoofdstad. De tweede show van deze minitour is dus een heuse homecoming. Met zijn smoezelige paarse gordijntjes, de Titanic-parafernalia en het grote tv-scherm met voetbal heeft de pub onder concertzaal The Empire Music Hall in Belfast karakter. De huiswijn is er Jägermeister, op de tafeltjes ligt een flyer van de comedy avond: The Empire Laughs Back. Het personeel achter de bar heeft vandaag speciale Snow Patrol shirts aan. “Dit is niet onze stamkroeg”, zegt gitarist Nathan Connolly vanachter zijn pint Guinness. “Maar ik heb hier heel vaak gespeeld, met verschillende bands. Er is nog een keer een gitaar van me gestolen. Misschien is de dader vanavond zo goed hem terug te geven.”
De club past in het beeld dat Gary Lightbody schetst van zijn stad. Het weer buiten is druilerig en de straat is grauw, maar binnen is onmiskenbaar leven. “Er spelen hier alleen maar coverbands!”, lacht manager Peter Mersch. “The Real Hot Chili Peppers, Dirty DC. Zullen we jullie vanavond maar omdopen tot Cold Patrol?” The Empire is inderdaad geen hippe tent, maar dat maakt deze show voor de bezoekers natuurlijk specialer. Vorig jaar nog speelde Snow Patrol voor 25.000 mensen in Bangor, een voorstadje van Belfast waar Gary Lightbody en drummer Jonny Quinn opgroeiden. Vanavond past er niet meer dan 500 man in.
Bobby Sands
Gitarist Nathan Connolly groeide op in het hart van Belfast. “Gary’s tekst gaat over het terugvinden van de liefde voor de stad”, vertelt hij. “Bij mij is de liefde nooit verdwenen. Ik ben een echte Belfast Boy. Wat dat precies inhoudt weet ik niet, maar ik ben het. Ik hou van de stad, van de mensen, van de humor.” Volgens Lightbody is de stad nog nooit in zo’n goede staat geweest, en Connolly kan dat alleen maar beamen. “Tegenwoordig woon ik in Londen. Als ik hier een paar maanden niet geweest ben, is de stad volledig veranderd. Overal schieten de pubs en restaurants als paddenstoelen uit de grond. Belfast moet enorm trots op zichzelf zijn.”
De stormachtige ontwikkeling van de stad heeft alles te maken met de rust die sinds een paar jaar heerst rond de Noord-Ierse kwestie. Connolly werd geboren in 1981, het meest gewelddadige jaar uit de geschiedenis van de stad. Onder leiding van de legendarische Bobby Sands ging een groep gevangen IRA-leden in hongerstaking. Sands werd tijdens de hongerstaking verkozen tot parlementslid en bij zijn dood in mei 1981 begraven als een held. “Ik was natuurlijk te jong om daar iets van mee te krijgen”, zegt Connolly. “Maar ook later heb ik weinig van de conflicten gemerkt. Mijn ouders hebben me goed afgeschermd. Je zag natuurlijk wel dingen op tv, maar ik heb niet meer geweld gezien dan ieder normaal mens op een zaterdagavond.”
Liefdesliedje
Tot nu toe was er ook nog nooit iets van die achtergrond terug te zien in de muziek van Snow Patrol. Muzikaal sluit de band aan bij de grootse popsongs van bands als Coldplay en Keane. Het meest blinkt Snow Patrol uit in sfeervolle ballades over de liefde. Tekstschrijver Gary Lightbody is een onverbeterlijke romanticus die zijn toehoorders warme gevoelens weet te bezorgen. Op A Hundred Million Suns is dat niet anders. Lightbody staat er bovendien om bekend zijn privéleven zoveel mogelijk af te schermen, en ook Connolly praat gemakkelijker over zijn band met producer Jacknife Lee dan over zijn achtergrond. “We hebben ons bewust nooit uitgesproken over de politieke spanningen in Noord-Ierland”, zegt Connolly. “Het ligt nogal gevoelig, en bovendien moet je echt weten waar je het over hebt. Take Back The City is ook geen politiek statement.”
Dat is het inderdaad niet. Take Back The City is net als bijna het hele Snow Patrol oeuvre een liefdesliedje. En zo wordt het ook opgevat door de mensen die zich erdoor aangesproken moeten voelen. De show in Belfast is een succes. Links vooraan staat een vrouw van een jaar of 35 intens te genieten. Vorig jaar, bij de grote show in Bangor, stond ze ook al vooraan. “Gary’s moeder woont achter mij”, vertelt ze trots. Haar favoriete liedje is Chasing Cars. Dat nummer staat uiteraard bij alle vier de shows op de setlist, maar ook nieuwe nummers als ‘Crack the Shutters‘, ‘If There’s A Rocket, Tie Me To It’ en ‘The Golden Floor’, die met een karakteristieke mix van subtiliteit en grote gebaren gebracht worden.
Are You Ready To Rock?
De vijf bandleden staan twee dagen lang geduldig de meegereisde journalisten te woord, lachen vriendelijk als dat van hen gevraagd wordt en tonen twee dagen lang geen spoor van irritatie. Ook niet als de vlucht naar Londen de volgende dag twee uur vertraging oploopt en de maaltijd er bij inschiet. Misschien ligt de sleutel tot het karakter van de band wel in de stad van herkomst, maar anders dan je zou verwachten. “Ik ben heel liberaal opgevoed”, vertelt Connolly. “Mijn ouders leerden me anderen te respecteren, vooral hun geloof. We zijn ons heel bewust mensen niet te beledigen.” Dat geldt voor alle vijf de bandleden. Snow Patrol is een vriendelijke, beschaafde band met het hart op de juiste plek. Alleen al daarom is het grappig als de piloot van het vliegtuig voor vertrek naar Edinburgh een paar woorden tot zijn gasten richt: “This is your captain speaking. Are you ready to rock?!”
A Hundred Million Suns van Snow Patrol verschijnt op Fiction/Universal. Meer over Snow Patrol's Take Back The Cities tour in VPRO Gids 48. Beluister het interview van Atze de Vrieze met gitarist Nathan Connolly hier.