3VOOR12 bespreekt Album van de Week (47): Grampall Jookabox

Ropechain is een eigenwijze mengelmoes van stijlen

Atze de Vrieze ,

Folk, hiphop, elektronica, eigenwijze indiepop, soul, Grampall Jookabox gooit heel wat in de shuffle op zijn album Ropechain. Wonderwel onstaat er een coherent en aanstekekelijk geheel, dat verkozen is tot Album van de Week.

Ropechain is een eigenwijze mengelmoes van stijlen

Het was niet zijn grootvader die David Adamson op het juiste muzikale spoor zette, en het was ook geen jukebox die zorgde voor de muzikale impulsen. De jonge David Adamson krijgt op zekere dag van zijn oom een viersporenrecorder, die het startkapitaal blijkt voor een eigenzinnig talent. Ropechain is het tweede album dat Adamson uitbrengt onder de naam Grampall Jookabox. Het is een bijzonder, origineel en ongrijpbaar album. Een beetje vreemd ook, maar vooral heel erg aanstekelijk. Ropechain is Album van de Week.

Met zijn tweede album debuteert Grampall Jookabox op het Asthmatic Kitty label, bekend van acts als My Brightest Diamond, Castanets en vooral Sufjan Stevens. Stuk voor stuk zijn ze stevig verankerd in Midwest VS, maar ze kijken ook verder dan de grenzen van hun genre. Grampall Jookabox doet dat extremer dan zijn labelgenoten. Sterker nog: Ropechain is een collage van genres die over het algemeen weinig met elkaar te maken hebben: folk, hiphop, indiepop, elektronica.

Die vreemde mengelmoes hebben we eerder gehoord. Juist, Beck. De vergelijking is gerechtvaardigd, met name met Beck’s caleidoscopische Odelay-album uit 1996. Ook op Ropechain hoor je olijke vocale samples en eigenzinnige popsongs, maar het resultaat past precies bij het geluid van nu. In albumopener Black Girls bijvoorbeeld hoor je de meerstemmige kampvuurfolk Fleet Foxes met de ritmische tegendraadsheid van The Dodos, met daar overheen de praatzang/rap van Adamson. De stemsample waar de track op drijft, is onwaarschijnlijk catchy.

Het album vervolgt met Let’s Go Mad Together, met een dreigend orgeltje, stuwende drums, zwalkende gitaar en onvaste zang. Het merkwaardige tussendoortje Ghost heeft wederom een stemsample als hook. Dit keer is het een vervormd stukje blues, dat niet zou misstaan bij een van de Wu Tang leden. Het weirde I Will Save Young Michael (inderdaad, Jackson) klinkt alsof het opgenomen is in het hutje waar Bon Iver zich afzonderde van de wereld, maar dan met andere apparatuur in de koffer. Het wrange We Might Be Fucked toont het merkwaardige gevoel voor humor van Adamson, Strike Me Down zijn psychedelische kant. Slotnummer I’m Absolutely Freaked Out heeft het apocalyptische gospelgeluid van Tv On The Radio op een paranoïde dag. Niet alle songs zijn goed, maar er is wel continu iets dat de aandacht trekt.

Genoeg te ontdekken op dit Ropechain dus. Maar de belangrijkste constatering is wel dat Grampall Jookabox uit de kakofonie van geluiden een coherent en zeer luisterbaar geheel heeft gemaakt. Als een doos vol puzzelstukjes die in eerste instantie lijkte bestaan uit vier verschillende puzzels, maar die wonder boven wonder toch tot het laatste stukje blijkt te passen.

Ropechain van Grampall Jookabox verschijnt op Asthmatic Kitty/Konkurrent. Het album is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal.