Plasterk wil geen popmuziekbeleid voeren

Toekomst MusicXport gegarandeerd, minister wil kleinere podia

Tijdens het Algemeen Overleg Popmuziek, vanmiddag in de Tweede Kamer, maakte OCW-minister Plasterk duidelijk dat hij geen popmuziekbeleid wil voeren. Teleurstellend voor Arda Gerkens (SP) die juist dát wilde bewerkstelligen. Toch is Gerkens blij met de drie toezeggingen die Plasterk wél deed.

Toekomst MusicXport gegarandeerd, minister wil kleinere podia

Popmuziek het kabinetsbeleid inpraten. Dat was, kort gezegd, het doel waarmee Arda Gerkens (SP) vanmiddag het Algemeen Overleg Popmuziek inging. Het overleg stond gepland om Plasterk aan de tand te voelen over het cultuurbeleid van de komende jaren, en dan in het bijzonder de rol van de popmuziek daarin. Van Gerkens´ doel kwam weinig terecht; OCW minister Plasterk zei zelfs niet de ambitie te hebben popmuziekbeleid te maken. Toch sleepte Gerkens drie belangrijke toezegging uit het overleg, waarin de emoties volgens voorzitter Van de Camp “prettig betrokken” waren.

De belangrijkste toezegging die Plasterk vanmiddag deed, was MusicXport beloven dat ze weer subsidie kunnen krijgen. Onlangs stopte de subsidie voor dit initiatief, dat voor veel artiesten de eerste stappen op de buitenlandse podia mogelijk maakte. Plasterk zegt hierover: “Ik ben bereid te praten over een vervolg. Ze [MusicXport, red.] moeten natuurlijk wel met een goed en strategisch plan komen.”

Ook op het gebied van poppodia doet Plasterk een belangrijke toezegging. Als Vroonhoven-Kok zegt dat teveel gemeenten te grote podia willen bouwen, is hij het eens. Hij belooft dit punt mee te nemen in zijn overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. “Iedere gemeente wil natuurlijk wel een mooi groot podium, maar dat is lang niet altijd wenselijk. Het kan best wat kleiner,” aldus Plasterk.

Ten derde belooft Plasterk werk te maken van de frustratie die er in de popsector leeft over de “soms onmogelijke regels,” zoals Gerkens ze noemt. Plasterk geeft wel toe dat hij weinig meer kan doen dan dit neerleggen bij het Ministerie van BZK, dat zich bezighoudt met het terugdringen van de bureaucratie. Scepsis heerst in de reacties; Gerkens heeft het gevoel van het kastje naar de muur gestuurd te worden.

Tijdens het overleg ging meerdere malen de vraag over tafel of het wel nuttig was om dit overleg juist nu te houden. Op dit moment wordt immers het cultuursubsidie-stelsel volledig gereorganiseerd en is het wachten op het rapport van de adviescommissie van het nieuwe fonds NFPK. Zij buigen zich op dit moment over een structuur voor het fonds. In het rapport zal een eerste suggestie gedaan worden over het hoe het subsidiestelsel er vanaf 1 januari 2009 uit moet gaan zien.

In de discussie over het popbeleid zijn er twee kampen. Aan de ene kant Gerkens, Vroonhoven-Kok (CDA) en Koşer Kaya (D66), aan de andere kant Plasterk en Ten Broeke (VVD). Het eerste kamp is fel op de belangen van de popmuziek en laat geen mogelijkheid onbenut om de noodzaak van subsidie en beleid aan te stippen. Het tweede kamp twijfelt.

Halverwege het overleg, wanneer Plasterk duidelijk maakt geen popmuziekbeleid te willen voeren, is de teleurstelling bij Gerkens en Vroonhove-Kok zichtbaar. Volgens Plasterk is er met de diversiteit in de popmuziek niets mis. “Kijk maar naar Idols,” licht de minister toe. Later zegt Gerkens hierover: “Het is jammer dat hij niet ziet dat Idols niet representatief is voor de Nederlandse popmuziek. Daar zit het misschien goed met de diversiteit, maar dat is voor de rest van de popmuziek lang niet altijd zo.”