“Lazarus was de eerste officieel gedocumenteerde zombie”, zegt Nick Cave (50) met een grijns. “Als klein jongetje raakte ik altijd erg in de war van dat bijbelverhaal. We zaten met onze benen over elkaar op de zondagdagschool. De juffrouw las graag voor uit het Nieuwe Testament, liefst over de wonderen van Christus. Ze straalde een soort trots uit over het feit dat Christus die man uit de dood had opgewekt, maar ik maakte me alleen maar zorgen om die man die nu maar ronddwaalde. Hoe vond Lazarus het zelf eigenlijk om opgewekt te worden?”
Dit gedachte-experiment vormt de basis voor het titelnummer van Nick Cave’s nieuwe album DIG LAZARUS DIG!!! Zijn veertiende alweer met The Bad Seeds, koud een jaar na zijn uitstapje als Grinderman. Aan dat project heeft hij een prominente snor overgehouden, die net zo zwart geverfd is als zijn pak en haar. Nick Cave is een man van details. Zijn zwarte haar en snor staan in schril contrast met zijn felblauwe ogen. In deze outfit gaat hij naar eigen zeggen ook elke dag naar kantoor om songs te schrijven. Vier jaar al woont de Australische zanger in het Engelse Brighton, zo’n tachtig kilometer ten zuiden van Londen. Twee dagen lang geeft hij tekst en uitleg aan de pers in The Hove Club, een ouderwetse herensociëteit op steenworp afstand van de zee.
Cave plaatst zijn Lazarus niet zomaar terug op aarde, maar midden in het heidense New York van de jaren zeventig. De arme ziel wordt binnen de kortste keren knettergek van het wilde en chaotische leven en wil maar één ding: terug naar zijn laatste rustplaats. De Bad Seeds zingen hem smalend toe terwijl hij zijn eigen graf graaft. Cave heeft de truc vaker toegepast: hij pakt een bekend verhaal, liefst van mythische proporties, en zet het naar zijn hand. Vaak bestaat zijn eigen bijdrage uit een dosis bloed, cynisme of vuile taal. Hij deed het in The Lyre of Orpheus, hij deed het in The Good Son (over de brave broer van de verloren zoon uit de bijbel). Op zijn succesalbum Murder Ballads deed hij het met Stagger Lee, de beruchte crimineel waarover Amerikaanse songschrijvers al bijna een eeuw lang zingen. “Dat soort karakters liggen in ons collectieve bewustzijn”, legt Cave uit. “Zodra je hun naam noemt, komt er een palet aan beelden en associaties bij mensen boven. Ik vind het leuk om daarmee te spelen.”
Is het vreemd dat Lazarus niet kan wachten tot hij weer onder de zoden ligt? Eigenlijk niet. Er hangt een onheilspellende nevel over de wereld van Nick Cave. “Het album is bevolkt met mensen die maar wat in het rond drijven”, vindt Cave zelf. “Mensen die niet in staat zijn een verandering in hun situatie aan te brengen. Ze herhalen zichzelf constant en zijn in een staat van apathie. Dat gevoel is tekenend voor de tijd waarin we leven.” Ach, is dat niet altijd zo geweest? “Misschien. In de jaren zestig en zeventig heerste het idee dat mensen iets kunnen veranderen, en tot op zekere hoogte was dat ook echt zo. Maar het lijkt erop dat verwoesting, chaos en kwaad onherroepelijk oprukken. Het maakt niet uit hoeveel mensen ergens tegen protesteren, hoeveel ze recyclen of concerten organiseren voor de armen. We leven in een cultuur van teleurstelling. Mensen hopen nu dat Obama aan de macht komt en dat hij dingen kan veranderen, maar de kans is groot dat alles hetzelfde blijft.”
Liefde, dood en religie zijn terugkerende thema’s in het werk van Cave, politiek is dat nooit geweest. “Het is niet zo dat je meer begrijpt over de wereld als je naar DIG LAZARUS DIG!!! hebt geluisterd”, zegt hij, “maar mijn teksten gaan wel over zaken waar ik me zorgen over maak. De relatie tussen mensen onderling, tussen man en vrouw, tussen mens en maatschappij. Op een bepaalde manier zijn al mijn platen politiek. Maar ik ben er al lang geleden achter gekomen dat ik niet de stem des volks ben. Er zijn muzikanten die in de harten van de mensen kunnen kijken en in een liedje kunnen vangen wat ze denken. Dat ben ik niet, dat is Bono. Dat is die gast van Radiohead. Als rocksterren, miljardairs – hoe je ze ook wilt noemen – ons gaan vertellen hoe de wereld in elkaar zit, grijp ik al snel naar de kotsemmer.”
Ondanks de cynische conclusies die Cave trekt over de wereld om hem heen, is DIG LAZARUS DIG!!! geen loodzwaar album. Meer dan ooit toont hij zich een stilist, die speelt met verteltechnieken en die licht en donker met elkaar afwisselt. In zijn teksten is hij misschien zelfs wel grappiger dan ooit. “I feel like a vacuum cleaner! A complete sucker!”, zingt hij in We Call Upon the Author. In zijn begindagen bij The Birthday Party was hij een ongeleid projectiel, in de jaren negentig een vertolker van duistere romantiek, anno 2008 lijkt hij nog het meest op een schrijver van fictie. “Ik begrijp wat je bedoelt, maar ik ben het niet met je eens. Het is geen Boatman’s Call of No More Shall We Part, maar het is ook weer niet zoals Murder Ballads. Voor die plaat heb ik lekker een aantal verhaaltjes zitten schrijven. Deze teksten weerspiegelen mijn visie op de wereld.”
Het verschil tussen Cave’s muziek in het midden van zijn carrière en zijn huidige werk zit hem vooral in de benadering. Volgens de zanger zelf ligt de sleutel bij zijn recente ervaringen met filmmuziek. “‘Counterpoint’, noemen we dat”, legt hij uit. “Je ziet iets op het scherm, je speelt het tegenovergestelde. Er wordt iemand neergeschoten, je speelt iets treurigs en tegelijk zoets.” Precies dat past hij toe op zijn Bad Seeds-werk. Minder emotie, meer ironie. “Ik ben veel minder manipulatief dan vroeger. Als ik dan een verdrietig nummer maakte, was alles er verdrietig aan. Mijn zang, een dramatische viool, de tekst zelf. Voor dit album heb ik heel bewust gekozen voor een neutrale benadering. Het tweede nummer Today’s Lesson is – zelfs naar mijn standaard –ongekend onheilspellend. Maar het wordt begeleid met een grote directheid en een pakkende groove. Op momenten dat de luisteraar vermoedelijk begrijpt waar een liedje om draait, sla ik graag onverwachts linksaf. Het is angst in vermomming.”
DIG LAZARUS DIG!!! verschijnt op Mute/EMI. Nick Cave and the Bad Seeds spelen 28 april in de Heineken Music Hall in Amsterdam.