Zijn het er miljoenen of slechts een paar duizend mensen die popmuziek maken? Niemand wist tot op heden het precieze antwoord te geven op de vraag hoeveel amateur-popmuzikanten Nederland nu eigenlijk telt. Aantallen, zelfs afkomstig van deskundigen, waren gebaseerd op natte vingerwerk en varieerden dan ook tussen de paar honderdduizend en 3,5 miljoen. Eindelijk is daar nu het exacte antwoord: een half miljoen. En dat niet alleen. Gemiddeld maken zij maar liefst 395 minuten per week muziek. Het is de uitkomst van het eerste grootschalige onderzoek naar amateur-popmuziek in Nederland genaamd 395 minuten.
Voor het onderzoek zijn meer dan twintigduizend mensen ondervraagd. Daarvan zijn ongeveer vijfhonderd man ook nog aan een langere lijst met vragen onderworpen. Dat leverde naast concrete cijfers ook een aardig beeld van muzikanten op: wie het zijn, waarom ze muziek maken. Zo spelen de meeste muzikanten voor de lol en houden ze al ruim voor hun achttiende regelmatig een instrument vast. En nog het meest opvallende: popmuzikant zijn vinden ze sexy. Deze stelling scoorde zelfs hoger dan de uitspraak ‘ik wil graag beroemd worden’. Remko van Bork van &Concept, dat samen met TNS Nipo het onderzoek heeft uitgevoerd: “Je zou denken dat muzikanten in de diepte van hun wezen eigenlijk heel graag beroemd willen worden, maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn. Het is voor de meeste een pure hobby.” 3VOOR12 komt ook in het onderzoek voor. Onze website staat op nummer drie van belangrijkste websites voor muzikanten. Alleen Myspace en Youtube staan boven ons.
Het onderzoek geeft volgens initiatiefnemers Kunstfactor, de Popunie en &Concept goed het belang van popmuziek aan. Van Bork: “Het onderwerp amateur-popmuziek is nog veel te weinig belicht. Met dit onderzoek willen we een duidelijker beeld scheppen van het verschijnsel, maar bovenal willen we meer aandacht voor popmuziek krijgen. Qua ondersteuning door de overheid komt in vergelijking met andere amateurkunsten popmuziek er bekaaid vanaf. Dit onderzoek toont aan dat popmuziek op de tweede plaats in de amateurkunst top 5 staat en dus evenveel aandacht verdiend.”
Het onderzoek is in boekvorm gebonden en wordt vanmiddag 10 januari om drie uur op Eurosonic gedoopt door Jan Jaap Knol, hoofd cultuurbereik bij OC & W. Aansluitend zal een discussie plaatsvinden met, zoals Van Bork zegt, “de mensen die iets met de conclusie zouden moeten gaan doen”: deskundigen, Tweede-Kamerleden en beleidsmedewerkers.