Waar Vroeg op Stap, een actiecomité van twee Friese moeders die pleiten voor vroegere sluitingstijden in de horeca 'ten behoeve van het welzijn van de jeugd', eerder vooral hoongelach ten deel kwam, liggen er in het noorden des lands nu toch echt concrete plannen op tafel om het uitgaan te vervroegen. Vorige week stemde Hoorn, als zevende Westfriese gemeente, in met een regionaal plan van aanpak om alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan: het zogenoemde ‘Plan Jeugd en Alcohol’. Wie het laatst lacht... de sluitingstijd van horecagelegenheden is een van de speerpunten van dit plan. 

Het idee is om in ieder geval de toelatingstijden van horecagelegenheden te vervroegen. Na twaalf uur ’s nachts wordt er dan niemand meer binnen gelaten en om twee uur moet alles dicht. Dit alles om er onder meer voor te zorgen dat jongeren niet thuis gaan indrinken, en dus waarschijnlijk minder drinken. Myriam Loonen, samen met Hannie Gorter het brein achter de actiegroep Vroeg op Stap, is blij: “Deze gemeenten tonen enorm veel lef om, ondanks veel tegenstand van onder meer de horeca, nu ook daadwerkelijk actie te ondernemen.” Loonen heeft goede hoop dat andere Nederlandse gemeenten zullen volgen. 

Actiegroep Vroeg Op Stap maakt zich sinds februari 2007 sterk voor vroegere sluitingstijden in de horeca. Hoewel er ook tegenacties werden gelanceerd, kregen de moeders veel bijval, vanuit het hele land. In maart van dit jaar dienden Loonen en Gorter een landelijk burgerinitiatief in. De ruim 140.000 digitale handtekeningen werden alleen niet officieel geaccepteerd. Het hadden namelijk echte krabbeltjes op papier moeten zijn. “Dat dit burgerinitiatief strandde, neemt niet weg dat er iets zou moeten worden gedaan aan het probleem dat de dames van Vroeg op Stap op de kaart hebben gezet”, aldus Simon Dijkstra, projectleider van het Hoornse plan ‘Jeugd en Alcohol’. De plannen moeten nog worden goedgekeurd, en er zal regelgeving moeten komen, maar als dit gebeurt, dan zullen de openings- en sluitingstijden van de Westfriese horeca per 1 januari 2010 gaan gelden. Ook Dijkstra denkt dat de kans groot is dat andere regio’s in Nederland het Westfriese voorbeeld volgen: “De geest is uit de fles.”

Of daadwerkelijk heel Nederland nu zal volgen, is niet zeker, maar juist daarom trekt Vroeg op Stap ook in 2009 weer ten strijde. “We blijven nu in ieder geval op lokaal en regionaal niveau druk uitoefenen”, aldus Loonen. Weliswaar was er geen politiek draagvlak voor een landelijke norm voor de horecatijden, toch wil het kabinet degemeenten de mogelijkheid geven de opening- en sluitingstijden te koppelen aan leeftijdsgrenzen. In het hele land zijn gemeenten inmiddels bezig met plannen van aanpak wat betreft het tegengaan van alcohol/drugsmisbruik onder jongeren, zo zegt Loonen. Ook ontstaan er ook allerlei initiatieven van jongeren, die moe zijn van het late stappen en proberen vroege stapavonden van de grond te krijgen. Daaruit blijkt volgens Loonen dat hun acties wel degelijk effect hebben. “In het begin dachten veel jongeren: ‘waar bemoeien jullie je mee’, maar nu blijkt dat er steeds meer jongeren zijn, met een beetje verantwoordelijkheidgevoel, die denken: ‘waar zijn we eigenlijk mee bezig?!’”. 

Maar ook als blijkt dat de vervroegde sluitingstijden er niet in het hele land doorkomen, is Loonen blij met wat Vroeg op Stap in 2008 volgens haar heeft bereikt: Ik had niet verwacht dat we in zo’n korte tijd zoveel op de kaart hebben kunnen zetten. Ik denk dat we tevreden mogen zijn. We hebben gezorgd voor een enorme bewustwording, onder ouders, de regering én jongeren.”