“Dit gebonk dient tot het laatste toe te worden bestreden.” Met die beroemde woorden liet een beleidsambtenaar in de jaren tachtig nog zijn afkeuring blijken over het fenomeen popmuziek. Meer dan 25 jaar later is structurele subsidie voor popmuziek algemeen geaccepteerd. De conservatieve partij SGP denkt daar echter anders over. Nelis Zondag, lid van de Provinciale Staten in de provincie Gelderland zei dat in een discussie over subsidies voor popzalen in Arnhem en Nijmegen. “Popmuziek heeft de intentie de mens los te maken van God. Vergeten wordt waartoe de mens op aarde is”, tekent Omroep Gelderland op uit zijn mond.
Een opmerkelijke uitspraak, maar niet uit zijn verband gerukt, zo blijkt uit de toelichting van Zondag. “Wij vinden dat instellingen waaraan je subsidie verleent een educatieve meerwaarde moeten hebben”, zegt hij. “Je moet er beter van worden. Als ik op werkbezoek ben in Doornroosje en daar hoor dat mensen oordopjes dragen om hun gehoor te beschermen, dan denk ik: we zijn niet goed bezig.” Zondag heeft vooral problemen met het opzwepende karakter van de muziek. “Muziek moet het lichaam tot rust brengen en niet juist leiden tot vermoeidheidsverschijnselen.”
Volgens Zondag deed hij zijn uitspraken niet op persoonlijke titel, maar is zijn mening representatief voor zijn partij. “Het standpunt wordt breed gedragen in de partij”, zegt hij. “Er zijn binnen de SGP wel mensen die onderscheid maken tussen relipop en normale pop, maar ik zelf keur alle popmuziek af. Het woord van God moet op een eerbiedige manier gebracht worden. Hard geluid past daar niet bij, psalmen wel.”
Klassieke muziek kan Zondag wel waarderen, ook als deze geen expliciete religieuze boodschap heeft. “Maar als muziek een verontrustende sfeer heeft, hoeft het voor mij niet meer. Waarom concentreren mensen zich niet op de mooie dingen in het leven?” Dat lang niet alle popmuziek opzwepend is en dat veel mensen het juist zien als een van de mooie dingen in het leven, gaat er bij Zondag niet in. “Ik zie er de esthetische waarde niet van in.”
Een opmerkelijke uitspraak, maar niet uit zijn verband gerukt, zo blijkt uit de toelichting van Zondag. “Wij vinden dat instellingen waaraan je subsidie verleent een educatieve meerwaarde moeten hebben”, zegt hij. “Je moet er beter van worden. Als ik op werkbezoek ben in Doornroosje en daar hoor dat mensen oordopjes dragen om hun gehoor te beschermen, dan denk ik: we zijn niet goed bezig.” Zondag heeft vooral problemen met het opzwepende karakter van de muziek. “Muziek moet het lichaam tot rust brengen en niet juist leiden tot vermoeidheidsverschijnselen.”
Volgens Zondag deed hij zijn uitspraken niet op persoonlijke titel, maar is zijn mening representatief voor zijn partij. “Het standpunt wordt breed gedragen in de partij”, zegt hij. “Er zijn binnen de SGP wel mensen die onderscheid maken tussen relipop en normale pop, maar ik zelf keur alle popmuziek af. Het woord van God moet op een eerbiedige manier gebracht worden. Hard geluid past daar niet bij, psalmen wel.”
Klassieke muziek kan Zondag wel waarderen, ook als deze geen expliciete religieuze boodschap heeft. “Maar als muziek een verontrustende sfeer heeft, hoeft het voor mij niet meer. Waarom concentreren mensen zich niet op de mooie dingen in het leven?” Dat lang niet alle popmuziek opzwepend is en dat veel mensen het juist zien als een van de mooie dingen in het leven, gaat er bij Zondag niet in. “Ik zie er de esthetische waarde niet van in.”