Drummers willen al 25 jaar hun persoonlijke verhaal kwijt

“We willen Meg White, maar zij kiest voor De Telegraaf”

De Slagwerkkrant bestaat 25 jaar. Na een vliegende start is de lezersgroep al jaren ‘vrij stabiel’: iedere twee maanden verlaten 11.500 exemplaren de drukpers. “Het is echt niet een blad vol technische verhalen,” zegt hoofdredacteur Mark van Schaick. “Je kunt overal interviews lezen met zangers en gitaristen. Maar wij merken dat drummers ook iets te vertellen hebben.”

“We willen Meg White, maar zij kiest voor De Telegraaf”

Dit jaar bestaat de Slagwerkkrant 25 jaar. Het is een misvatting dat deze tweemaandelijkse glossy een tijdschrift voor louter drumnerds is. Want naast tips over het stemmen van trommels, de beste grip voor je stokken en de meest ingewikkelde drumpatronen lees je vooral over de mens achter de drumkit. Terwijl andere muziekbladen zich storten op zangers en gitaristen, laat de Slagwerkkrant juist de drummer aan het woord. “Drummers willen ook hun persoonlijke verhaal kwijt,” vertelt hoofdredacteur Mark van Schaick.

Na een vliegende start, groeide het blad gestaag door. “We zijn begonnen als een gestencild krantje. Na de overgang op full color werden we meer en meer professioneel. Toen ging het snel.” De lezersgroep bestaat uit mensen van 15 tot 75 jaar. Op drumvakbeurzen is de Slagwerkkrant doorgaans ook aanwezig. “Daar komen jonge mensen voor het eerst met ons in contact. Vervolgens blijven ze hangen,” aldus Van Schaick. “We hebben trouwe lezers,” vertelt Van Schaick. “Sommigen zijn al vanaf het begin lid.” Inmiddels heeft de Slagwerkkrant, een glossy voor drumliefhebbers, een oplage van 11.500. 

Zelf was drummer Van Schaick (44) er bijna vanaf het begin bij: “Ik lees het blad sinds 1984. Toen schreef ik al voor OOR en kort daarna ben ik ook voor de Slagwerkkrant gaan schrijven. Ik drumde toen ook al en het is natuurlijk geweldig om op de vierkante millimeter te kunnen freaken. Het blad was toen sterk gericht op jazz en wereldmuziek. Ik stortte mij op de pop en de rock.” De eerste drummer die hij interviewde was Scott Rockenfield van Queenryche, de tweede Alex van Halen.

Maar de Slagwerkkrant heeft niet alleen oog voor grote kanonnen als Alex van Halen, Phil Collins, Neil Peart of Vinnie Colaiuta. Het blad interviewde dit jaar Andy Burrows van Razorlight. Van Schaick: “Je hoort dan wel meteen geluiden als ‘o, dat kan ik ook’. Wij laten altijd een karakteristiek stuk drums uitschrijven bij het interview. Diegene die dat voor ons doet, zei meteen ‘wat moet ik hier nu weer mee?’.” Meg White van The White Stripes, niet bekend als een technisch drumwonder, staat ook al een tijdje op de verlanglijst van het blad: “Maar die kiest voor een interview met De Telegraaf vanwege de oplagecijfers. Dat is jammer, want nieuwe drummers praten juist graag over zichzelf. En het levert natuurlijk een mooie introductie van zo iemand op.”

Sinds de opkomst van dancemuziek en hiphop is het aantal drumcomputers flink toegenomen. Zijn de gouden jaren van de Slagwerkkrant voorbij? Van Schaick denkt van niet: “De jaren zeventig staan bekend als de tijd van de klassieke rockdrummers. Daarna kwam de wereldmuziek op. In de jaren negentig kwam fusion terug en het werden de hoogtijdagen van de jazzdrummers. Nu lijken de gewone bandjes de overhand te krijgen.”

Inmiddels heeft de Slagwerkkrant ook zijn plek op internet ingenomen. Van Schaick: “Het is niet zo dat wij pas sinds kort over een community zijn gaan denken. Bij ons bestaat die eigenlijk al vanaf het begin. Lezers ontmoetten elkaar altijd al op onze eigen festivals en clinics. Drummers praten graag met elkaar en wisselen kennis uit; ze willen alles van elkaar weten. Onze lezersgroep is een hechte gemeenschap. De site speelt daar wel op in, maar het blad blijft de basis.” En dus zal de Slagwerkkrant nooit verdwijnen, denkt Van Schaick: “Veel nummers worden nabesteld en er zijn lezers die alles bewaren.” Tijd voor een boek dus!