Zea bellen is het aflopen van een vast lijstje: Waarheen gaat de nieuwe tour? Wordt er nog opgenomen? En wat is dit keer het leuke nieuwe projectje? Arnold de Boer lacht, maar moet toegeven dat ook dit keer de drie vragen beantwoord kunnen worden. “We gaan dit keer naar landen waar we nog nooit gespeeld hebben. Onder andere Italië en Slovenië.”
De Boer vertelt dat hij niet hoeft te sparen om op tour te kunnen. “We spelen ongeveer quitte. Platenverkopen en gages dekken de kosten die we maken, maar dan moeten we wel bij anderen eten en op de vloer slapen.” De dure diesel nekt ook Zea, dus de rit zal als het even kan tweemaal via het goedkopere Oostenrijk gaan.
Een vorig project met een brassband in Friesland, is De Boer erg goed bevallen. Op dit moment is hij bezig met het mixen van de 24 sporen die tijdens het optreden zijn opgenomen. “Een orkest is eigenlijk één groot instrument. Het is als een orgel waar je achter gaat zitten. Een heel mooie ervaring.”
Ondanks zijn eigen enthousiasme en goede reacties denkt De Boer er niet aan om het project bij schouwburgen en zalen aan te bieden. “Ik heb geen zin om te bidden en smeken, zal mezelf niet snel opdringen. Als mensen het leuk vinden, kunnen ze ons vragen.” De Boer lijkt het niet heel erg te vinden als het project geen vervolg zou kennen. “Mijn pens wordt er op dit moment niet groter van, maar ik heb nu eenmaal niet gestudeerd voor subsidies. Ik kan het me niet voorstellen dat ik het één uur uithoudt met een manager dus dat wordt ‘m ook niet.”
Zea weigert te bidden en te smeken
‘Mijn pens wordt er nog niet groter van’
Zea gaat weer touren. Ditmaal worden onder andere Italië en Slovenië aangedaan. Een project met een brassband kent wellicht nog een gevolg, maar Zea’s Arnold de Boer weigert te bidden en te smeken.