Het was erg vroeg op de zondag, het Lowlands optreden van Patrick Watson. Maar wie er geweest is, heeft het nu nog over de magie. Neem nu alleen al het in de behoorlijk grote tent onversterkt gezongen Man Under The Sea, waarbij de wisselwerking tussen band en publiek letterlijk voelbaar was.
De Canadese singer-songwriter met de gelijknamige band gonsde al een tijdje in het clubcircuit, maar dit was zijn ultieme zwaan-kleef-aan-moment. Waarschijnlijk hebben alle aanwezigen van dat gedenkwaardige optreden het tweede album Close To Paradise inmiddels in huis.
De grap is dat de ook Frans sprekende Watson gedacht had dat hij vanwege het taalvoordeel waarschijnlijk eerder aan zou slaan in Belgie of Frankrijk. "Maar we zijn gek op Nederland, bij jullie hoef ik niet meteen met een stapel hitsingles aan te komen als in Engeland."
Watson is vandaag in z’n nopjes met zijn nieuwe schoenen ("eindelijk een simpel paar gevonden, schoenen hebben tegenwoordig allemaal neonlichtjes"). Maar hij rouwt nog over het verlies van zijn favoriete hoed, die hij na een optreden in Engeland heeft laten slingeren. De Canadees draagt al jarenlang graag hoeden: "Een hoed houdt je hersens op z’n plek, het focust je!"
Inmiddels is Close To Paradise in zijn eigen land net onderscheiden met de Polaris Music Prize, qua prestige te vergelijken met de Britse Mercury Music Prize of onze eigen 3VOOR12Award. Watson versloeg daarbij favorieten als Arcade Fire en Feist. "We hebben er hard genoeg voor gewerkt, maar zo'n onderscheiding is geen hardloopwedstrijd, anderen had ik het ook gegund", ontnuchtert Watson. "De belangrijkste feedback is voor mij de reactie van het livepubliek."
Voor Watson is het nemen van risico's tijdens liveoptredens vanzelfsprekend. "Je moet niet proberen na te spelen van hoe het was toen je de songs schreef, maar je moet het nummer aanpassen aan het nu. Zo speel je geen toneelstukje, maar speel je echt. Zelfs als je een fout maakt, is het niet erg. Ik zie liever een band iets proberen wat niet werkt dan een band die op safe speelt. "De chemie tussen het publiek en de band en de band onderling is alles wat telt, meent Watson. "Muziek gaat niet om het spelen van de juiste noten, maar het draait meer om de spanning."
Niet direct een uitspraak die je verwacht van een afgestudeerde conservatoriumstudent als Watson. "Het voordeel is dat ik niet hoef na te denken over de verschillende akkoordenschema's". Voor mensen die vinden dat hij maar beter niet muziek had moeten studeren heeft hij zijn antwoord klaar: "Zouden schrijvers maar beter geen boeken meer moeten lezen?".
Opvallend is Watsons liefde voor moderne klassieke componisten als Claude Debussy en Eric Satie. Watsons in Nederland (nog) niet verkrijgbare solodebuut Waterproof9 bestaat uit instrumentale muziek. "Het publiek is het verleerd om nog naar louter instrumentale muziek te luisteren. Ze missen dan de film. Maar het mooie van instrumentals is juist dat het ruimte overlaat voor de gevoelens van de luisteraar."
Of Watson vindt dat hij popmuziek maakt? "Ja, wel in die zin dat we muziek voor een groot publiek maken, maar we zijn ook een instrumentale band." Hij kondigt vast aan dat er op het volgende album veel instrumentals zullen staan. Dan zullen die Jeff Buckley vergelijkingen ook snel ophouden. "Het is een goede suggestie eens een nummer van Buckley live te coveren. Ik hoor de overeenkomsten niet, buiten dat we beiden met een falsetto zingen. Maar er zijn ergere bands om mee vergeleken te worden...".
Luister naar het interview van Menno Visser met Patrick Watson.
Patrick Watson mist zijn hersenhoed
Canadese singer-songwriter gaat 100% voor de livereacties
Patrick Watson live zien, is fan worden. Zo simpel werkt het zwaan-kleef-aan-effect voor deze Canadese act. Vanwege de intense optredens is het album Close To Paradise een verkoopsucces in de Nederlandse indiezaken. Watson: "De belangrijkste feedback is voor mij de reactie van het livepubliek."