Keurmerk moet halt toeroepen aan grootspraak evenementenorganisaties

Ron Euser (Mojo): "Overal zouden de mensen dan zestien rijen dik staat, en dat is niet zo."

Evenementenorganisaties maken bezoekersaantallen een stuk rooskleuriger dan ze werkelijk zijn. Dat doen ze om sponsoren en subsidieverstrekkers te lokken. Dat is slecht voor de overige organisatoren, stellen enkele grote spelers in de evenementenbusiness. Afgelopen maand werd door de vijf grootste steden en de brancheorganisatie voor evenemenetn (CLC) een convenant ondertekend waarin gepleit wordt voor een keurmerk voor evenementen.

Ron Euser (Mojo): "Overal zouden de mensen dan zestien rijen dik staat, en dat is niet zo."

Het lijkt wel een sport: zo snel mogelijk na afloop van een evenement een persbericht versturen waarin je melding maakt van het grote aantal bezoekers. De getallen worden klakkeloos overgenomen in de media en gaan een eigen leven leiden. En dat alleen om subsidieverstrekkers en sponsoren te lokken met het oog op de volgende editie van het evenement. Dat verpest de markt, stellen de grote evenementenorganisatoren. Zij hebben hun beklag gedaan bij de brancheorganisatie over de opscheppraktijken van de concurrentie. Het gevolg: er ligt nu een ondertekend convenant om een keurmerk voor evenementen en festivals in te voeren.

Het belangrijkste is om bezoekersaantallen eenduidig vast te stellen. Sommige driedaagse festivals tellen het aantal bezoekers per dag, andere komen tot een drievoudig getal door bezoekers van de afzonderlijke dagen bij elkaar op te tellen. “Er wordt maar wat geroepen en de pers neemt het klakkeloos over,” zegt Ron Euser van evenementenorganisator Mojo: “Een bekend voorbeeld is het aantal Nederlandse bezoekers dat tijdens de Tour op Alpe d’Huez staat. Een miljoen kan nooit als je dat afzet tegen de lengte van het parcours. Overal zouden de mensen dan zestien rijen dik staat, en dat is niet zo.”

Sponsors zijn gebaat bij exclusiviteit of massaliteit. Door het roepen van torenhoge cijfers worden ze nog wel eens misleid, stelt Riemer Rijpkema van branchevereniging CLC. Media-inkoopbureaus en sponsorbureaus willen een betrouwbaar meetinstrument. Wim Pijbes, directeur van de Rotterdamse Kunsthal, kaartte samen met voormalig Mojo-directeur Leon Ramakers het probleem aan in de NRC in 2005. Pijbes: “Het ging ons vooral om de grote gratis evenementen. Zij zijn vooral afhankelijk van subsidie en sponsoring. In de Kunsthal hebben we per jaar 230.000 bezoekers. Voor mij is dat een enorm aantal. Veel evenementen krijgen subsidie per bezoeker. En dus roept het carnaval in Rotterdam dat er 800.000 bezoekers komen. Partijen overbluffen elkaar en uiteindelijk lopen de sponsors weg.”

Volgens Rijpkema is het ook voor betaalde festivals belangrijk om eerlijke cijfers te geven. Er kan immers altijd gesjoemeld worden met gastenlijsten. “Alle getallen moeten gewoon transparant zijn.”

Meten is weten. Eerlijke cijfers over bezoekersaantallen zijn van belang voor veel ondersteunende diensten. Pijbes: “Door eenduidigheid en normering weet je bijvoorbeeld hoeveel prullenbakken je moet neerzetten. Het Grachtenfestival in Utrecht is erbij gebaat en ook de Vierdaagse in Nijmegen. Twee voorbeelden die laten zien dat de evenementen en festivalbranche moet professionaliseren.” Rijpkema: “Voor politie en brandweer zijn eerlijke cijfers heel belangrijk. Alle evenementen zouden moeten meedoen met dit keurmerk. Het is als het ware een kwaliteitsstempel.”

Nu het convenant is getekend, moet er een bestuur worden gevormd. Daarna moeten de criteria worden opgesteld en het keurmerk worden ingevoerd. Wanneer het keurmerk daadwerkelijk op de posters van Pinkpop, Lowlands en Motel Mozaique zullen staan is nog niet duidelijk.