Graffiti laat zich niet verwijderen

Farid Benmbarek: "Als je zo'n schoongemaakte plek ziet, kun je weer spuiten zonder iemand te disrespecten"

Vandaag, 4 mei, maakte minister van Verkeer en Waterstaat Camiel Eurlings bekend dat een lik-op-stukbeleid tegen graffiti niet effectief is. Onderzoek toonde aan dat muren waar muurschilderingen zijn verwijderd meteen weer worden volgespoten. Graffitispuiter en beeldend kunstenaar Shoe: "Het is net als met geluidsoverlast: de een noemt het lawaai, de ander muziek."

Farid Benmbarek: "Als je zo'n schoongemaakte plek ziet, kun je weer spuiten zonder iemand te disrespecten"

Vandaag, 4 mei werd bekend dat het Ministerie van Verkeer en Waterstaat niet verder gaat met een lik-op-stukbeleid bij de aanpak van graffiti-overlast. Uit onderzoek op de ringweg rond Rotterdam blijken muurschilderingen kort na verwijdering weer teruggeplaatst te worden. Eigenlijk is het heel eenvoudig, stelt hiphopkenner Farid Benmbarek (Lijn 5, State Magazine en 3VOOR12): “ Als graffiti van een muur wordt verwijderd, kun je er weer spuiten zonder de piece (het werk red.) van iemand anders te disrespecten.”

Graffiti hoort bij hiphop als zout bij een eitje. “Maar graffiti laat zich niet dicteren,” stelt kunstenaar en graffitiartiest Shoe. “Het blijft de meest underground vorm van hiphop.” Mensen die niet veel met de hiphopcultuur op hebben storen zich aan de muurschilderingen en beschouwen het werk van Shoe en de rest als vandalisme. De schoonmaak levert naast de nodige verkeersoverlast ook nog een forse kostenpost op. Het lik-op-stukbeleid zou ongeveer 25 miljoen euro per jaar kosten.

Rapper/dichter Def P van Osdorp Posse zag door de jaren heen het spuitgedrag van de grafittiscene veranderen: “Begin jaren tachtig spoten we op bouwketen. In de jaren negentig op treinen van de metro. Dat was veel moeilijker, dus dat gaf een enorme kick. Nu zie je grote schilderingen op hele grote muren verschijnen, vaak in opdracht door een heel team gemaakt.”

Een mooie muur vol graffiti is de beste remedie tegen graffiti, zeggen de kenners. Def P: “Als je een goede artiest als Delta iets laat maken, blijft het jaren staan.” Smaak speelt daarbij geen rol: “Je kunt iets maken dat zelfs bejaarden mooi vinden. Maar mensen denken bij graffiti vaak alleen aan die irritante pubers die hakenkruizen tekenen en lelijke tags (naamlogo red.) zetten. Als de Nachtwacht zonder toestemming op een muur was gezet was het ook kunst geweest. En vandalisme natuurlijk.” Benmbarek begrijpt wel dat graffiti als bedreigend door de omgeving wordt ervaren: “Maar ik vind het ook culturele verrijking. Toen Artis werd opgeknapt hadden ze heel grote pieces met dieren om heel Artis gemaakt. Echt heel mooi.”

Waar zit nou die kick van het graffitispuiten in? Shoe: “De graffiti artiest Angel zei altijd: wat je ook opschrijft, er staat altijd ‘ik leef, ik besta’.”Benmbarek: “In Amsterdam heb je twee hele mooie plekken: de Schellingwouderbrug en de brug in het Vondelpark. Daar wil je een piece hebben staan.” Benmbarek (24) spuit zelf niet meer: “Veel graffitispuiters beginnen op hun elfde met kliederen en proberen. Tussen hun zestiende en twintigste komen ze tot bloei en hebben ze veel vrije tijd. Maar op een gegeven moment krijgen ze andere vrienden en gaan zo naar andere scholen. Dan houdt het voor de meesten op. Het brengt ook te veel risico mee.” Zelf werd Benmbarek twee keer opgepakt: “Ik kwam er met een waarschuwing vanaf.”

Def P ziet ook veel spuiters afhaken vanwege ‘een gezin en een hypotheek’. Shoe heeft inmiddels een reclamebureau en is ook beeldend kunstenaar. Af en toe zet hij nog wel eens een piece in opdracht: “Ik ga er niet meer ’s nachts op uit. Ik doe het nu op zondagmiddag met een biertje erbij. We hebben net een grote muur aan de Houtmankade in Amsterdam geschilderd. Eerst hebben we de muur helemaal wit geschilderd omdat er allemaal lelijke tags op stonden. Dat was wel een lekker gevoel eigenlijk. Soms is een witte muur mooier dan lelijke tags.” Je moet dan ook niet proberen een tag in de huiskamer van Shoe aan te brengen: “Ik gooi je zo van het balkon af.”

De spuitbussen betaalt hij nu zelf. “Ik kan het betalen. Vroeger kwam je altijd wel aan je verf.” Ook Benmbarek kent het klappen van de zweep: “Er waren jongens die met z’n allen naar Praxis gingen onder het motto Actie Bij Praxis. Dan leiden twee gasten de verkopers af en de rest stak spuitbussen in hun tas. Zelf kocht ik al mijn bussen op het Waterlooplein. Ik waste auto’s om ze te kunnen betalen.”