"This stage was brought to you by Nette Nederwiet!" Zo ver zijn we nog niet, maar wie afgelopen weekend op het Virus Festival in Eindhoven was en zich afvroeg wat dat woordje Pink op het polsbandje te betekenen had, heeft nu het antwoord. Pink is een van de sponsoren van het festival. Coffeeshop Pink om precies te zijn.
Pink-bedrijfsleider Jaap Spieker vindt het niet raar dat een coffeeshop een festival sponsort: "We doen het al zes jaar. In 2001 zijn we door de organisatie gevraagd om voorlichting te geven op het festival. We verkochten niets, maakten ook geen reclame voor onze vestiging in de stad, we gaven alleen antwoord op vragen over drugs. Dat is in de jaren langzaam uitgegroeid tot onze eigen Pink Lounge, een relaxte ruimte op het festival voor onze vaste bezoekers, maar ook voor alle andere bezoekers van het festival." Dat zo'n lounge ook heel goed is voor de naamsbekendheid van zijn shop, ontkent Spieker niet. "Tuurlijk, daar doen we het ook voor. Maar we vinden het vooral ook heel leuk. We zijn geen keten met grote uitbreidingsplannen. Dat zou niet eens kunnen. In Eindhoven mag er geen coffeeshop bij en dat is in andere gemeentes niet anders."
Op het Simple Festival gaat Pink nog een stapje verder. Spieker: "Daar zijn we betrokken bij de organisatie en hebben we ons eigen podium, The Pink Stage." Ook staat de coffeeshop van Spieker garant voor de financiering van het festival: "Mocht het helemaal mislopen, dan is dat ons risico. Maar de afgelopen drie keer is alles goed gegaan, dan kost het ons weinig tot niets."
Spieker voelt haarfijn aan waar de grenzen liggen. Waar het Javaanse Jongens eetcafé en tijdschrift Samsonic in 2004 nog als verkapte reclame bestempeld werden, won Spieker juist een rechtzaak. "Dat ging over een advertentie in het tijdschrift over softdrugs, de Highlife. Die hebben we gewonnen omdat we in de advertentie niet verwezen naar het feit dat we een coffeeshop zijn. We afficheren ons niet als coffeeshop, zo heette het. Ook is er geen enkele verwijzing naar het product - de wiet - zelf. Bij Samsonic en dat eetcafe noemde je de naam van het tabaksproduct gewoon."
Niet alleen in Eindhoven vinden ondernemende coffeeshopeigenaren de weg naar de popsector. In Nijmegen timmert coffeeshop De Kronkel aan de weg. Op dit moment verbouwt De Kronkel haar pand; er komt een podium bij zodat de club straks haar eigen optredens kan organiseren in samenwerking met Doornroosje. Bedrijfsleider Stan Esmeijer: "Er zijn veel plannen, maar nog weinig concrete afspraken. We besteden aandacht aan elkaars muzikale programma. Maar ik kan me ook voorstellen dat we straks preparties gaan doen, of 's middags akoestische sessies of dj-sets hebben van artiesten die daarna in Doornroosje spelen." Eerder stond Doornroosje al toe dat De Kronkel zogenaamde kronkelpakketjes uitdeelde: een flyer met programma en een aansteker. Niets geks aan, vindt Doornroosje-directeur Toine Tax: "We maken geen reclame voor softdrugs, maar voor de programmatische kant van de club. Je kunt bij ons ook zien wie het bier levert. En we moeten ook niet roomser dan de paus willen zijn. We gedogen softdrugs in Doornroosje en er is een duidelijke overlap tussen onze bezoekers."
Tax beseft dat dit soort samenwerkingen tegenwoordig snel zwaarbeladen kan zijn. Toch ziet hij er serieus geen kwaad in. "Er wordt van ons verlangd dat we creatief ondernemen om onze broek omhoog te houden. Dat maakt van ons een kameleon die vele gedaantes kan aannemen. Dat wil niet zeggen dat je alles maar moet doen. We letten zeker op met wie we relaties hebben. Maar zolang wij het gebruik van softdrugs niet promoten, zie ik het nergens wringen. Ik kan me zelfs voorstellen dat De Kronkel straks specifieke avonden sponsort."
De coffeeshop als sponsor van popmuziek
Doornroosje ziet niets verkeerds in samenwerking
Na het verbod op tabaksreclame in 2002 verloor de muziekindustrie een grote en welwillende sponsor. Festivals konden niet langer Drum Rhythm heten of een Javaanse Jongens eetcafe neerzetten. Muziekblad Samsonic hield op te bestaan. Lang werd er gezocht naar een goede opvuller voor dat gat. In Eindhoven en Nijmegen lijken ze een onwaarschijnlijke vervanger gevonden te hebben: de coffeeshop.