De kerstkransjes zijn verteerd, we kunnen het jaar met een schone lei beginnen. Een nieuw jaar, nieuwe kansen. Ehm, bijna dan, want het eerste Album van de Week in 2007 kwam half december al uit. Ach ja, Pusha T en Malice van Clipse zijn het inmiddels wel gewend iets langer te wachten. Drie jaar geleden wilde het rapduo uit Virginia zijn tweede album al uitbrengen, een jaar na hun goed ontvangen debuutalbum Lord Willin’. Maar dat liep even anders.
Platenmaatschappij Jive had andere plannen. De vuilbekkende cokerap van Clipse paste niet in de nieuwe koers van het label, waarin meer toegankelijke acts als Justin Timberlake en Britney Spears voorrang krijgen. Er volgde een lang getouwtrek, maar uiteindelijk heeft het duo toch zijn zin gekregen: Hell Hath No Fury bevat twaalf uiterst radio-onvriendelijke hiphoptracks.
In de tussentijd was Clipse min of meer werkloos. Eind 2005 verschenen weliswaar twee mixtapes (We Got It For Cheap vol 1 en 2), maar of de mannen daarmee hun dure levensstijl hebben kunnen bekostigen is zeer de vraag. Dat is op de een of andere manier wel gelukt, getuige de dure speeltjes, gouden kronen en flessen Louis Roederer champagne die het artwork van Hell Hath No Fury sieren. Er wordt gefluisterd dat het magische witte poeder daar een grote rol in heeft gespeeld.
Het mag dan vervelend geweest zijn, voor je geloofwaardigheid als hustler is het niet slecht om vanuit de VIP weer op straat geflikkerd te worden. Het aantal verwijzingen naar de in- en verkoop van het lucratieve spul zijn nauwelijks bij te houden: de sneeuwvlokken vliegen je om de oren. Soms is het volstrekt duidelijk, vaak worden verdekte termen gebruikt. De ‘keys’ in Keys Open Doors zijn natuurlijk geen sleutels, maar kilo’s. Pusha T laat zich geen Frosty noemen omdat hij fan is van het olijke sneeuwmannetje. Het is een geraffineerd straattaalspel dat Clipse tot in de puntjes beheerst.
Het decor van de plaat is zoals het hoort: donker, dreigend en compromisloos. En dat terwijl oude vrienden The Neptunes (ook verantwoordelijk voor het eerste album) alle tracks van beats hebben voorzien. Zo poppy als recente producties voor bijvoorbeeld Snoop Dogg en Pharrells eigen solodebuut, zo rauw en to the point zijn ze hier. Er zijn geen zoetsappige r&b-koortjes toegevoegd om een wit voetje te halen bij de labelbazen, melodieën zijn überhaupt tot het minimum beperkt.
Met zijn patserige hoesontwerp en groteske straattaal is Hell Hath No Fury gettokitsch van de buitencategorie. Spitsvondig, arrogant, grappig en over the top. Door het ontbreken van vermoeiende skits en het beperken van de tracklist tot twaalf tracks is het als album goed te verhapstukken. En het is volstrekt politiek incorrect, niet te vergeten. Oftewel: het was het wachten waard.
Platenmaatschappij Jive had andere plannen. De vuilbekkende cokerap van Clipse paste niet in de nieuwe koers van het label, waarin meer toegankelijke acts als Justin Timberlake en Britney Spears voorrang krijgen. Er volgde een lang getouwtrek, maar uiteindelijk heeft het duo toch zijn zin gekregen: Hell Hath No Fury bevat twaalf uiterst radio-onvriendelijke hiphoptracks.
In de tussentijd was Clipse min of meer werkloos. Eind 2005 verschenen weliswaar twee mixtapes (We Got It For Cheap vol 1 en 2), maar of de mannen daarmee hun dure levensstijl hebben kunnen bekostigen is zeer de vraag. Dat is op de een of andere manier wel gelukt, getuige de dure speeltjes, gouden kronen en flessen Louis Roederer champagne die het artwork van Hell Hath No Fury sieren. Er wordt gefluisterd dat het magische witte poeder daar een grote rol in heeft gespeeld.
Het mag dan vervelend geweest zijn, voor je geloofwaardigheid als hustler is het niet slecht om vanuit de VIP weer op straat geflikkerd te worden. Het aantal verwijzingen naar de in- en verkoop van het lucratieve spul zijn nauwelijks bij te houden: de sneeuwvlokken vliegen je om de oren. Soms is het volstrekt duidelijk, vaak worden verdekte termen gebruikt. De ‘keys’ in Keys Open Doors zijn natuurlijk geen sleutels, maar kilo’s. Pusha T laat zich geen Frosty noemen omdat hij fan is van het olijke sneeuwmannetje. Het is een geraffineerd straattaalspel dat Clipse tot in de puntjes beheerst.
Het decor van de plaat is zoals het hoort: donker, dreigend en compromisloos. En dat terwijl oude vrienden The Neptunes (ook verantwoordelijk voor het eerste album) alle tracks van beats hebben voorzien. Zo poppy als recente producties voor bijvoorbeeld Snoop Dogg en Pharrells eigen solodebuut, zo rauw en to the point zijn ze hier. Er zijn geen zoetsappige r&b-koortjes toegevoegd om een wit voetje te halen bij de labelbazen, melodieën zijn überhaupt tot het minimum beperkt.
Met zijn patserige hoesontwerp en groteske straattaal is Hell Hath No Fury gettokitsch van de buitencategorie. Spitsvondig, arrogant, grappig en over the top. Door het ontbreken van vermoeiende skits en het beperken van de tracklist tot twaalf tracks is het als album goed te verhapstukken. En het is volstrekt politiek incorrect, niet te vergeten. Oftewel: het was het wachten waard.