Een lieve som van 15 miljoen euro voor de verdere ontwikkeling van hiphop en urban culture in Rotterdam? Niet als het aan Leefbaar Rotterdam-fractievoorzitter Ronald Sörensen ligt. Want een muziekstijl waarin grove, gewelddadige teksten niet ongewoon zijn verdient volgens hem geen cent subsidie. Een eigen podium voor urban is daarom niet nodig, zulke concerten kunnen wat hem betreft best in bestaande popzalen worden gehouden. In een ludiek bedoeld filmpje doet Sörensen in bomberjack en met baseballpet kort door de bocht uit de doeken wat hem dwars zit. Met behulp van een in steenkolen-Engels gerapt stukje Hit ‘em Up van 2Pac en twee guitig lachende fractiemedewerksters met ontblote buik aan zijn zijde.
“Als ik zulke teksten hoor, draait mijn hart zich om”, zegt de voorman van Leefbaar Rotterdam over de oorsprong van het filmpje. “Ik erger me er al jaren te pletter aan. Nu zijn we er echt niet op uit om die teksten te verbieden, maar het is wel van de gekken om als overheid zoiets te subsidiëren. Waarom zou je ook, de Rolling Stones hebben toch ook nooit subsidie gehad? En toch zijn ze multimiljonair geworden, dus goede wijn behoeft blijkbaar geen krans.” Van het geheel door fondsen gefinancierde Hiphophuis in Rotterdam, waar jongeren terecht kunnen voor hiphopworkshops, heeft Sörensen nog nooit gehoord. “Vooruit, als blijkt dat zo’n instelling overlast door jongeren op straat zou verminderen, kun je dat misschien steunen. Maar meteen 15 miljoen euro ervoor ter beschikking stellen is grote onzin.”
Aruna Vermeulen van het Hiphophuis aan de Coolhaven is aan de ene kant heel blij met het filmpje. “Het laat namelijk zien dat deze man totaal geen verstand heeft van hiphop, waarbij je je kan afvragen of hij zich dan wel in zo’n discussie kan mengen.” De houding van Sörensen is voor Vermeulen een teken dat 15 miljoen euro misschien zelfs onvoldoende is. “Er is blijkbaar juist extra geld nodig om de onwetendheid over urban culture uit de weg te ruimen.” Het Hiphophuis krijgt per week 500 jongeren over de vloer die les krijgen in hiphopmuziek, dans, graffiti en dj’en. “Wij vertegenwoordigen zo de artistieke waarde van hiphop en we willen graag uitbreiden. Juist daarom is meer subsidie een goed idee. Daar zou Sörensen blij mee moeten zijn, want gesubsidieerde instanties kan de gemeente eenvoudig controleren.”
De Rotterdamse rapper Winne heeft geen goed woord over voor de actie van Sörensen. “Als die man zich maar een beetje in onze kunstvorm had verdiept, had hij geweten dat veel artiesten juist een positieve boodschap uitdragen via hiphop. Hij heeft alleen oudere, heel extreme fragmenten uitgezocht. Die zijn absoluut niet representatief voor de hele hiphopscene, en daarmee is zijn statement niets waard.” Zeker omdat Rotterdam een van de weinige Nederlandse steden is die verjongt in plaats van vergrijst, moet de gemeente volgens Winne juist een platform voor urban subsidiëren. “Geen geld geven is de jeugd de mond snoeren. Maar jongeren zijn mooi wel de toekomst. Probeer ze als overheid dus juist te stimuleren. Met een podium voor optredens bijvoorbeeld, met oefenruimtes. Nu ontwikkelen veel jongeren hun talenten in de slaapkamer, maar dat zou ook met professionele begeleiding kunnen. Zo houd je ze van de straat, en daar gaat het uiteindelijk om.”
In Amsterdam kijken ze ook met kromme tenen naar het filmpje en het standpunt van Sörensen. “Echt, ik word hier gewoon kwaad van”, zegt een boze Alida Dors, een van de oprichters van de hiphopschool Solid Ground Movement in Amsterdam. Bij Solid Ground Movement kunnen jongeren terecht voor diverse lessen in rap, break- en streetdance en graffiti. “Deze man snapt niet wat er allemaal gaande is en veegt met vijf fragmenten rapmuziek de hele urban culture aan de kant. Hiphop is een onderdeel van urban, rap is een element van hiphop en binnen de rap heb je weer de stroming gangsterrap.”
Volgens Dors is urban culture bij jongeren in de Randstad tegenwoordig zo populair dat financiële overheidssteun een must is. “De overheid is er om te zorgen voor de burgers. Dus dat zijn ook jongeren die van urban houden. Als je met belastinggeld kunt bijdragen aan een beter zelfbewustzijn van jongeren, dan is die 15 miljoen euro misschien zelfs te weinig.” Dors nodigt Sörensen van harte uit om eens bij Solid Ground Movement te komen kijken. “Zodat hij zelf kan ervaren dat de positieve invloed van hiphop op de jeugd veel groter is dan de negatieve invloed van gewelddadige teksten.”
“Als ik zulke teksten hoor, draait mijn hart zich om”, zegt de voorman van Leefbaar Rotterdam over de oorsprong van het filmpje. “Ik erger me er al jaren te pletter aan. Nu zijn we er echt niet op uit om die teksten te verbieden, maar het is wel van de gekken om als overheid zoiets te subsidiëren. Waarom zou je ook, de Rolling Stones hebben toch ook nooit subsidie gehad? En toch zijn ze multimiljonair geworden, dus goede wijn behoeft blijkbaar geen krans.” Van het geheel door fondsen gefinancierde Hiphophuis in Rotterdam, waar jongeren terecht kunnen voor hiphopworkshops, heeft Sörensen nog nooit gehoord. “Vooruit, als blijkt dat zo’n instelling overlast door jongeren op straat zou verminderen, kun je dat misschien steunen. Maar meteen 15 miljoen euro ervoor ter beschikking stellen is grote onzin.”
Aruna Vermeulen van het Hiphophuis aan de Coolhaven is aan de ene kant heel blij met het filmpje. “Het laat namelijk zien dat deze man totaal geen verstand heeft van hiphop, waarbij je je kan afvragen of hij zich dan wel in zo’n discussie kan mengen.” De houding van Sörensen is voor Vermeulen een teken dat 15 miljoen euro misschien zelfs onvoldoende is. “Er is blijkbaar juist extra geld nodig om de onwetendheid over urban culture uit de weg te ruimen.” Het Hiphophuis krijgt per week 500 jongeren over de vloer die les krijgen in hiphopmuziek, dans, graffiti en dj’en. “Wij vertegenwoordigen zo de artistieke waarde van hiphop en we willen graag uitbreiden. Juist daarom is meer subsidie een goed idee. Daar zou Sörensen blij mee moeten zijn, want gesubsidieerde instanties kan de gemeente eenvoudig controleren.”
De Rotterdamse rapper Winne heeft geen goed woord over voor de actie van Sörensen. “Als die man zich maar een beetje in onze kunstvorm had verdiept, had hij geweten dat veel artiesten juist een positieve boodschap uitdragen via hiphop. Hij heeft alleen oudere, heel extreme fragmenten uitgezocht. Die zijn absoluut niet representatief voor de hele hiphopscene, en daarmee is zijn statement niets waard.” Zeker omdat Rotterdam een van de weinige Nederlandse steden is die verjongt in plaats van vergrijst, moet de gemeente volgens Winne juist een platform voor urban subsidiëren. “Geen geld geven is de jeugd de mond snoeren. Maar jongeren zijn mooi wel de toekomst. Probeer ze als overheid dus juist te stimuleren. Met een podium voor optredens bijvoorbeeld, met oefenruimtes. Nu ontwikkelen veel jongeren hun talenten in de slaapkamer, maar dat zou ook met professionele begeleiding kunnen. Zo houd je ze van de straat, en daar gaat het uiteindelijk om.”
In Amsterdam kijken ze ook met kromme tenen naar het filmpje en het standpunt van Sörensen. “Echt, ik word hier gewoon kwaad van”, zegt een boze Alida Dors, een van de oprichters van de hiphopschool Solid Ground Movement in Amsterdam. Bij Solid Ground Movement kunnen jongeren terecht voor diverse lessen in rap, break- en streetdance en graffiti. “Deze man snapt niet wat er allemaal gaande is en veegt met vijf fragmenten rapmuziek de hele urban culture aan de kant. Hiphop is een onderdeel van urban, rap is een element van hiphop en binnen de rap heb je weer de stroming gangsterrap.”
Volgens Dors is urban culture bij jongeren in de Randstad tegenwoordig zo populair dat financiële overheidssteun een must is. “De overheid is er om te zorgen voor de burgers. Dus dat zijn ook jongeren die van urban houden. Als je met belastinggeld kunt bijdragen aan een beter zelfbewustzijn van jongeren, dan is die 15 miljoen euro misschien zelfs te weinig.” Dors nodigt Sörensen van harte uit om eens bij Solid Ground Movement te komen kijken. “Zodat hij zelf kan ervaren dat de positieve invloed van hiphop op de jeugd veel groter is dan de negatieve invloed van gewelddadige teksten.”