Veteraan Extince is nog steeds een jonge lolbroek

"Extince doet niet veel moeite om aansluiting te vinden bij de hiphopscene"

Twee keer liet hij zich maar zien dit jaar, plus nog een handjevol studentenfeesten. Waar de meeste rappers uit de Top-Notch stal hun albums maandenlang zorgvuldig voorkoken, was daar begin deze maand ineens Toch?, het vierde album van Extince. Extince spreekt over zijn rol in de hiphopscene, zijn strijdlied over Brainpower en zijn vrienden in de gabberwereld.

"Extince doet niet veel moeite om aansluiting te vinden bij de hiphopscene"

Twee keer liet hij zich maar zien dit jaar, plus nog een handjevol studentenfeesten. Waar de meeste rappers uit de Top-Notch stal hun albums maandenlang zorgvuldig voorkoken, was daar begin deze maand ineens Toch?, het vierde album van Extince. Hij kan het zich veroorloven, want Extince is de laatste jaren meer dan genoeg geroemd als de godfather van de Nederlandstalige hiphop. In een verkiezing van Nieuwe Revu werd zijn debuutalbum Binnenlandse Funk uitgeroepen tot het beste Nederlandse hiphopalbum ooit. Als de Prins Extince met een nieuwe plaat komt, hangt de wereld aan zijn lippen.

“Iemand vroeg me laatst of ik nog relevant ben voor de huidige hiphopgeneratie”, zegt hij. “Maar Extince doet niet veel moeite om aansluiting te vinden. Je hebt jonge kids van 17, 18 jaar die alleen maar naar Amerikaanse hiphop luisteren. Dat snap ik wel, zo was ik vroeger ook. Maar je hebt ook Extince fans die niet naar hiphop luisteren, maar Extince te gek vinden. Ik probeer relevant te zijn voor de Extince fans en voor mezelf. Het is tenslotte mijn brood.”

Toch grappig dat Extince zo onomstreden is, want heel veel ontwikkeling kent zijn oeuvre niet. Extince’ albums bevatten altijd een paar vaste ingrediënten. Natuurlijk zijn ongeëvenaarde flow. En woordgrapjes die uit ieders mond belachelijk zouden klinken behalve uit de zijne. Vrijwel altijd brengt hij een ode aan de vrouwtjes. Of beter: aan zijn bekwaamheid daarmee. En ook op dit album staat een posse cut met aanstormend talent. Dit keer zijn dat Lange Frans, Jiggy Djé, Nina, Winne en Kempi. Hoe bedoel je generatiekloof? “Mijn dochter van vijftien is fan van Kempi”, lacht Extince.

Ook vaste prik: vol enthousiasme stort hij zich een track lang volledig op één collega-rapper. Net als op Tweede Jeugd is op Toch? Brainpower het slachtoffer van Extince’s grootste talent: de distrack. “Kijk, mensen proberen mij te dissen. Ik zeg proberen, want ik vind het niet gelukt. Maar wat andere mensen distracks noemen, noem ik graag strijdliederen. Dissen vind ik als je iemand bij zijn echte naam noemt of over zijn moeder begint. Het moet vooral creatief zijn.” Het strijdlied aan Brainpower duurt maar liefst acht minuten. “Acht minuut zes. Wel bij de les blijven hè! Ik hoorde dat zijn track acht minuten en twee seconden duurde, dus ik dacht: dan maak ik mijn antwoord net iets langer.”

Grapje van Extince. Hij gniffelt er zelf om als je hem vraagt of hij dat nou leuk vindt. Anderhalve minuut onderweg in het epos zegt hij doodleuk dat hij dat gekissebis van Brainpower niet eens uitgeluisterd heeft omdat het hem veel te lang duurde. Typische Extince humor. Later op het album staat nog zo’n geintje. Het nummer Ken Je Frank? eindigt met anderhalve minuut gabberbeats, met alleen de tekst: “Boeien boeien boeien [… etc]”. “Ja, dat vind ik wel leuk ja”, zegt Extince. “Het zit zo: Extince had altijd veel fans in de gabberscene. Het is een soort shout out naar hen. Bovendien: in de jaren tachtig dachten we allemaal dat hiphop heel groot zou worden. Net op dat moment kwam de house er overheen. Veel hiphoppers, inclusief ik zelf, hadden een hekel aan house. Ik weet niet of je het jaloezie moet noemen, maar het was een soort onrechtvaardigheidsgevoel. Tegenwoordig kan het me allemaal niet meer boeien.”

De onweerstaanbare grapjes, het frisse trainingspak, eigenlijk is er in al die jaren niets veranderd. Extince is niet meer volwassen of serieuzer geworden. Sterker nog: op Toch? staat maar één track met een zwaar onderwerp. “Witte Piet”, zegt Extince. “Dat nummer is geïnspireerd door verschillende mensen om me heen die ik redelijk naar de klote heb zien gaan. Ik ben zelf ook vroegtijdig van school gestuurd. Beetje op straat slenteren, uitkering, werkeloos. De mensen waar ik het over heb gingen vervolgens aan de alcohol of belandden in de criminaliteit. Eerst softdrugs, dan harddrugs en daarna was het klaar. Niet veel meer te beleven.”

Dat is het, meer niet. Geen persoonlijke tracks, zoals hij die in het verleden wel maakte over zijn vaderschap of de relatie met zijn ex. Misschien is het maar beter zo, want Extince is op zijn best als hij onmogelijke capriolen uithaalt met de Nederlandse taal, met dat maffe Brabantse accent van hem. “Het komt of het komt niet”, zegt hij. “Ik denk er niet veel over na. Sommige mensen zijn meer politiek gericht, ik heb een album met partysongs afgeleverd. We hebben een feestje gebouwd in de studio.”