Van speerpuntje tot low-priority en no-priority

"Soms krijg je op die manier een geweldig album in je schoot geworpen, soms niet"

Je tekent als band een contract bij een platenmaatschappij en duimt dat je nu wereldberoemd wordt. Maar terwijl je cd in land A een speerpunt van de platenmaatschappij is, verdwijnt het schijfje in land B op de grote stapel. Of erger: onderop de grote stapel.

"Soms krijg je op die manier een geweldig album in je schoot geworpen, soms niet"

Hoe snel de digitale revolutie ook plaatsvindt, het is nog altijd aan de orde: bands tekenen contracten bij platenmaatschappijen. Soms doen ze dat bewust bij grote ‘major’ platenmaatschappijen, soms kiezen ze juist voor een kleine independent. Maar de weloverwogen keuze voor een label of platenmaatschappij in land A, kan betekenen dat een band automatisch in land B op een minder goed overdachte manier wordt uitgebracht.

Een mooi voorbeeld daarvan is de Brit Patrick Wolf. De muziek van deze romantische crooner werd eerder via het onafhankelijke Amsterdamse distributiebedrijf De Konkurrent uitgebracht. Het nieuwe album The Magic Potion gaat in Nederland ineens via major Universal. En dus zou het zomaar kunnen dat Wolf het moet afleggen tegen grote acts als The Game, Elton John en Willie Nelson. Liever high-priority bij een klein label dan no-priority bij een major? Of hebben de grote jongens inmiddels iets geleerd van de werkwijze van de independents?

De Canadese indieband Arcade Fire maakte dezelfde stap. Aldo Perotti van De Konkurrent: “De manager van Arcade Fire was niet tevreden over de verkopen van het debuut in Engeland. Inmiddels kan de band albums met varkensscheten uitbrengen en dan zouden ze er nog veel van verkopen, zo goed gaat het met Arcade Fire. Ze zijn overgestapt naar Universal. Wij hebben van het debuut 16.000 stuks verkocht. Het kan nu niet misgaan bij Universal. Perotti zag eerder typische indiebands naar grote maatschappijen gaan. Bright Eyes verkaste naar major EMI: “Doordat een Duits bedrijf failliet ging, viel het nieuwe album van Bright Eyes zomaar onder een Engels bedrijf dat de inboedel heeft overgenomen. Als band moet je dan maar het geluk hebben dat iemand daar iets heeft met jouw muziek. Soms krijg je op die manier een geweldig album in je schoot geworpen, soms niet.” Inmiddels verschijnen de albums van Bright Eyes op Universal.

Patrick Wolf is een ander verhaal. Zijn album heeft aandacht nodig, zegt Perotti. Het debuut van Patrick Wolf kwam op het bureau van De Konkurrent terecht via het Duitse label Tomlab. Perotti: “Het is natuurlijk meestal een kwestie van geld. Patrick Wolf is een talent en vooral een goede performer. Alle moeite die je in een artiest steekt, gaan ten koste van een andere. Patrick Wolf deden we er echt voor de lol bij omdat hij het waard is.” Uiteindelijk verkocht Perotti 2000 exemplaren.

De nieuwe albums van Arcade Fire en Patrick Wolf vallen nu onder de hoede van product manager Ferry Verhorst van Universal. Eerder was hij zes jaar werkzaam bij indielabel Epitaph: “De tijden zijn veranderd. Majors moeten creatiever omgaan met releases. Wij werken nu met sommige albums als een indielabel en richten ons dan vooral op popspeciaalzaken. Daar hebben we ook aparte salesmensen voor.” Verhorst ziet het dan ook niet snel gebeuren dat het album van Patrick Wolf ondersneeuwt: “De Konkurrent heeft twee jaar terug een goede basis gelegd en d moeten we nu op verder bouwen. We zullen het langzaam moeten uitbouwen. Daarbij kijken we hoe het met zo’n act in Engeland gaat. Maar Patrick Wolf is nog geen Kaiser Chiefs, Arcade Fire of Fratellis.”

De Amerikaanse band Okkervil River bracht ook ooit een album uit via distibutiebedrijf De Konkurrent. Perotti: “Ze tekenden later bij EMI Duitsland. Het is mooi voor zo’n band dat ze in Duitsland veel kunnen verkopen, maar de andere EMI filialen besluiten dan zo’n album niet uit te brengen. Zij krijgen het namelijk in de maag gesplitst. Uiteindelijk mag de band in die landen naar een ander label kijken, maar dan is het album al een half jaar uit en dus wordt het zinloos.”

Ook de Amerikaanse gitaarband The Ponys verwisselde bij het recente album Turn The Lights Out het noiserock label In The Red voor independent Matador. Gevolg: de band verkast in Europa van kleine distributiebedrijven naar Beggars Group, waar het album niet overal wordt opgepikt. Perotti: “Matador kan voor zo’n band veel doen in Amerika. Dat is het enige dat voor ze telt. Wat ze in Europa verkopen blijft peanuts. Het is een bonus.”

Okkervil River had het snel gezien bij EMI in Duitsland. Een tweede album kwam er niet. En dus zijn ze in Nederland weer terug bij waar ze vandaan kwamen: De Konkurrent. No hard feelings? Perotti: “Ben je gek! Je gunt ze het allerbeste.”