Veel partijen, veel keuzes, veel motieven. 3VOOR12 heeft de verkiezingen van 22 november in het vizier en probeert één standpunt van het programma naar boven te halen: popmuziek. Wat doen de politieke partijen eigenlijk voor het popklimaat in Nederland? Met vandaag: D66.
D66 wordt nog wel eens onzichtbaarheid verweten, op het gebied van popmuziek is daar absoluut geen sprake van. Staatssecretaris Medy van der Laan nam het huidige subsidiesysteem flink op de schop door veel macht bij het Nationaal Popinstituut (NPI) weg te halen. Ze werkte aan grootse plannen voor de publieke omroep, die traditioneel een belangrijke rol speelt in het popcircuit. En onlangs maakte ze geld vrij voor een fonds, dat subsidies geeft voor het maken van videoclips. Ook in de kamer liet D66 zich niet onbetuigd.
Kamerlid Boris van der Ham (nummer 2 op de verkiezingslijst) toonde zich zelfs een waar voorvechter van het Nederlandse nachtleven. Hij maakte zich hard voor het Amsterdam Dance Event en lanceerde onlangs het zogeheten Manifest van de Nacht, waarin hij een aantal voorstellen doet voor het nachtleven. Onbeperkte openingstijden van discotheken, beter openbaar vervoer in de nacht, minder bureaucratie, meer nachtelijke activiteiten als de Museumnacht.
Het belangrijkste voorstel: het terugbrengen van drugstesten op dancefeesten. Van der Ham tegen 3VOOR12: “Wij zijn geen voorstander van drugsgebruik, maar we hebben wel graag dat mensen het verstandig doen. Mensen moeten er openlijk over kunnen spreken en het moet zeker geen taboe worden.” Het is zeer actuele materie, want de dancewereld is momenteel in rep en roer vanwege het verscherpte drugsbeleid. Bezoekers van het Awakenings Festival in Amsterdam in oktober werden ongemeen streng gecontroleerd op drugsbezit. “D66 is voor het reguleren en zelfs legaliseren van softdrugs. De schadelijke effecten van druggebruik zijn veel beter tegen te gaan als je het open benadert. De zinloze War on Drugs kost bovendien veel te veel geld.”
Met deze opvatting loopt D66 gelijk op met de industrie, die pleit voor een open relatie met de overheid. Maar D66 heeft de afgelopen kabinetsperiode niet alleen vrienden gemaakt. Staatssecretaris Van der Laan nam een aantal controversiële beslissingen. “Het is logisch dat bij de omroep mensen met de hakken in het zand gingen staan. Mensen hebben bij grote veranderingen nu eenmaal de reflex van weerstand. Maar soms is het ook belangrijk om dingen te doorbreken. Hetzelfde geldt voor het NPI. Het NPI doet belangrijk werk, maar wij vinden het belangrijk om ook naar andere instituten te kijken, zoals Conamus.”
Wat mogen we van D66 verwachten in de komende periode? Voelt de partij bijvoorbeeld voor een speciaal fonds voor de popmuziek, zoals de SP voorstelt? “Dat zou kunnen, dat hangt er vanaf wat je met zo’n fonds gaat doen. Wij vinden dat er een evenwicht moet zijn tussen het aanbod en de vraag van de muziekliefhebber, maar we willen ook nieuwe bandjes de ruimte geven, bijvoorbeeld door repeteren goedkoper te maken, door videoclips te subsidiëren of door de export van Nederlandse muziek te stimuleren.”
D66 wordt nog wel eens onzichtbaarheid verweten, op het gebied van popmuziek is daar absoluut geen sprake van. Staatssecretaris Medy van der Laan nam het huidige subsidiesysteem flink op de schop door veel macht bij het Nationaal Popinstituut (NPI) weg te halen. Ze werkte aan grootse plannen voor de publieke omroep, die traditioneel een belangrijke rol speelt in het popcircuit. En onlangs maakte ze geld vrij voor een fonds, dat subsidies geeft voor het maken van videoclips. Ook in de kamer liet D66 zich niet onbetuigd.
Kamerlid Boris van der Ham (nummer 2 op de verkiezingslijst) toonde zich zelfs een waar voorvechter van het Nederlandse nachtleven. Hij maakte zich hard voor het Amsterdam Dance Event en lanceerde onlangs het zogeheten Manifest van de Nacht, waarin hij een aantal voorstellen doet voor het nachtleven. Onbeperkte openingstijden van discotheken, beter openbaar vervoer in de nacht, minder bureaucratie, meer nachtelijke activiteiten als de Museumnacht.
Het belangrijkste voorstel: het terugbrengen van drugstesten op dancefeesten. Van der Ham tegen 3VOOR12: “Wij zijn geen voorstander van drugsgebruik, maar we hebben wel graag dat mensen het verstandig doen. Mensen moeten er openlijk over kunnen spreken en het moet zeker geen taboe worden.” Het is zeer actuele materie, want de dancewereld is momenteel in rep en roer vanwege het verscherpte drugsbeleid. Bezoekers van het Awakenings Festival in Amsterdam in oktober werden ongemeen streng gecontroleerd op drugsbezit. “D66 is voor het reguleren en zelfs legaliseren van softdrugs. De schadelijke effecten van druggebruik zijn veel beter tegen te gaan als je het open benadert. De zinloze War on Drugs kost bovendien veel te veel geld.”
Met deze opvatting loopt D66 gelijk op met de industrie, die pleit voor een open relatie met de overheid. Maar D66 heeft de afgelopen kabinetsperiode niet alleen vrienden gemaakt. Staatssecretaris Van der Laan nam een aantal controversiële beslissingen. “Het is logisch dat bij de omroep mensen met de hakken in het zand gingen staan. Mensen hebben bij grote veranderingen nu eenmaal de reflex van weerstand. Maar soms is het ook belangrijk om dingen te doorbreken. Hetzelfde geldt voor het NPI. Het NPI doet belangrijk werk, maar wij vinden het belangrijk om ook naar andere instituten te kijken, zoals Conamus.”
Wat mogen we van D66 verwachten in de komende periode? Voelt de partij bijvoorbeeld voor een speciaal fonds voor de popmuziek, zoals de SP voorstelt? “Dat zou kunnen, dat hangt er vanaf wat je met zo’n fonds gaat doen. Wij vinden dat er een evenwicht moet zijn tussen het aanbod en de vraag van de muziekliefhebber, maar we willen ook nieuwe bandjes de ruimte geven, bijvoorbeeld door repeteren goedkoper te maken, door videoclips te subsidiëren of door de export van Nederlandse muziek te stimuleren.”